We gingen naar het eiland Tholen om een DS Pick Up te bekijken. Die was er, en daar komen we later op terug. Maar in plaats van in die Pick up zweven we nu in een 44 jaar oude en 100% elektrische Citroen DS Special geruisloos over Zeeuwse dreven. Alsof je in zo’n Star Trek racer zit, zonder wielen. Hij trekt op alsof ie van plan is om te gaan vliegen. Back to the past and the future in één ritje. Vergeet Tesla. Hier is de DSla. Die als type-aanduiding op de zijstijlen en rechts achter op de kofferklep ‘ELECTRIC’ als uitvoering heeft staan. Mooier kan een elektrische auto nooit meer worden.
Henk de Hooge en ik treffen het met het schitterende weer, als we eindelijk tijd gevonden hebben om bij Henk Reins op bezoek te gaan in Oud-Vossemeer. Dat voornemen hadden we als sinds eind mei, toe de ene Henk de lichtblauwe DS Pick Up van de andere Henk in Parijs had zien staan. “Daar moeten we een keer op bezoek”, appte Henk me vanuit Parijs, “die man heeft precies hetzelfde gedaan als jij met je Kever, en ook nog dezelfde kleur en dezelfde tranen plaat! De eigenaar was toen in geen velden of wegen te bekennen, maar via Citroen Nederland kwamen we aan zijn naam en adres.
Afgelopen zaterdag was het zo ver. Alleen, toen ik pas de week ervoor wat begon te Googelen, was de enige DS van Henk Reins die ik tegen kwam weliswaar zo ongeveer van hetzelfde lichtblauw als mijn VW, maar helemaal geen Pick Up. Maar wel een elektrische DS. Krijg nou wat! Henk nog maar eens even geappt: ‘Zeg, hoe zit dat nou met die DS pick up? Ik zie er geen, maar wel een lichtblauwe elektrieke.’ Henk: ‘Eelektrisch? Nee man, ik ben niet gek, ik heb ik Parijs een lichtblauwe pick up gezien en die was niet elektrisch, want die had toch echt een uitlaat. En daar gaan we naar kijken’.
Terug naar Google, en jawel, Henk Reins heeft inderdaad een geweldige mooie DS Pick Up – en trouwens ook nog een Break in de restauratie, en een mooie lange CX, maar dus ook dé unieke DS 21, ter land, ter zee, in de lucht, ter wereld: de enige 100% elektrische DS 21. Later meer over die kekke Pick Up, maar nu eerst de Electric.
Henk Reins kocht haar als onafgemaakt restauratieproject, waar iemand ooit aan begonnen was om voortijdig af te haken. Reins, de elektrische techneut, was geen plaatwerker, geen spuiter, en ook geen automonteur. Maar zo mag ie zich van ons nu wel noemen, na alles aan de electric gebouwd, geblikwerkt, gelast, gesoldeerd, vertind, geschuurd, gemonteerd en gespoten te hebben.
Want dat deed ie ook allemaal zelf, naast het inbouwen en aansluiten van de elektromotor en de twee accupakketten met in totaal 34 accu’s. Onder de motorkap, onder de stoelen, onder de achterbank, converters en controllers in de achterbak en onder de motorkap. Hij heeft er tweeënhalf jaar aan gewerkt, en er, zonder die uren geteld te hebben, ruim 20.000 euro aan materiaal in geïnvesteerd.
Reins heeft voor zijn uit 1971 daterende Special in oktober 2013 bij de RWD een type-goedkeuring verkregen. Nu, bijna twee jaar later, heeft hij iets van 20.000 probleemloze kilometers op het display én de teller staan. staan. Voornamelijk op het eiland Tholen waar hij woont, al dan niet op en neer naar de stad Tholen, waar hij als technisch directeur van Delta Glass werkt, van huis uit een gelouterd elektricien. Zoals het een ware Citrofiel beaamt spreekt hij over zijn Citroën al een zij.
De liefde voor het merk en de passie voor de DS neemt niet weg dat de reacties op zijn perfect uitgevoerde ingreep in die wereld wisselend zijn. Zoals we al merkten op de sociale media merkten, toen we deze reportage afgelopen weekeinde met een paar foto’s aankondigden.
“Twee soorten reacties”, aldus Henk, “er zijn mensen die het prachtig vinden en die me het hem van het lijf vragen. Maar op die clubdagen kom je ook mensen tegen die er van gruwen, maar ja, dat zijn van die mensen die het überhaupt verschrikkelijk vinden als er ook maar iets aan een DS verandert is. Gelukkig zijn die in de minderheid, de meeste reacties zijn positief.”
Als we het dan toch over originaliteit hebben: van de buitenkant ziet de AE-11-92 er uit zoals hij op 24 november 1971 de showroom verliet. Aan de binnenkant trouwens nagenoeg ook, het enige verschil is het centrale rechthoekige display in plaats van de autoradio, en waar normaal het klokje zit, een rond displaytje met de status van het motormanagement.
Het stopcontact voor de lader is keurig weggewerkt achter de klep waar vroeger de inlaat van de benzinetank zat.
Als ie hem start hoor je niks, want je start een elektrische auto niet, je zet het contact aan, en pas je het gaspedaal indrukt komt ie op gang. Of zullen we dat maar het elektropedaal noemen? Overigens hoor je wel een motortje pruttelen als het contact wordt geactiveerd, maar dat is de zelfs bij deze Citroen onvermijdelijke pomp, waarmee de hydro-pneumatische vering op druk gebracht en gehouden wordt. Dus begint die meteen te werken als de DS ontwaakt en vanuit de slaapstand wat hoger op zijn wielen gepompt wordt.
Verder hoor je, voordat de rijwind het enige is wat je nog hoort, met het dak open en de zon op je knar, alleen een beetje geruis. Dat zijn de 44 jaar oude versnellingsbak, en de waterpomp die de koeling van de elektrische motor regelt. “Omdat je voor de helft nog met oude techniek te maken hebt”, lacht Reins “In een moderne elektrische auto zou je die geluiden niet meer horen”.
Dat is een van de dingen die me verraste; een watergekoelde elektrische motor. En jawel, daarmee kunnen de kachels in de winter op temperatuur gebracht worden. Airco heeft ie niet. Henk wijzend, op het geopende roldak van Hollandia: “de beste airco die je kan hebben.”
Of ie nou echt af is? “Misschien nog een keer een sterkere motor, en een zwaarder accupakket voor een betere actieradius.” Die ligt nu, naar gelang de rijstijl, tussen 100 en de 150 kilometer.
Ons ritje, in verleden en toekomst tegelijk, schreeuwt om nog een ontmoeting: die tussen DSla en Tesla. Dat gaan we regelen, Een ontmoeting tussen die twee werelden: een vergelijkende rijtest tussen heden en verleden, allebei met de aandrijving van de toekomst. Wordt vervolgd.