Twee berichten van onlangs over het illegale online entertainmentaanbod:
“Heeft dit soort dingen nou eigenlijk kans van slagen?”, vroeg iemand laatst op ons gratis juridisch spreekuur. De vraag stellen is hem beantwoorden. En uit de vraagstelling kan je eigenlijk al afleiden wat het antwoord zal zijn: nee. Na het spreekuur was deze column klaar en hoefde ik hem alleen nog uit te typen 😉
Ik begin met het eerste bericht. In Nederland zegt de auteurswet dat je een kopie mag maken voor thuisgebruik, en dat er ter compensatie een heffing op blanco dragers is (cd, harddisk etc); die wet mag de Nederlandse staat gewoon expliciet hanteren van de Europese richtlijn. Je mag dus een geleende cd voor jezelf kopiëren, als je de kopie daarna maar niet weggeeft. Maar maakt het dan uit of die geleende cd uit de winkel komt of ook al een kopie is? De Nederlandse regering legde de Europese richtlijn (en de daarop gebaseerde Nederlandse wet) uit als: er staat niet dat het niet mag, dus natuurlijk, downloaden (dat is ook kopiëren) uit illegale bron mag. Klinkt ook logisch: als je iemand op zijn vestje wil spugen voor het overtreden van de regels moet je wel je regels duidelijk formuleren. De Nederlandse wet, die was aangepast aan de Europese richtlijn, zei niet expliciet dat kopiëren/downloaden uit illegale bron niet mocht. Dat deed de Europese richtlijn ook niet.
Het Europese hof had er in 2014 vele argumenten vanuit verschillende invalshoeken voor nodig om tot het oordeel te komen dat de Nederlandse wet niet door de Europese beugel kon. Maar toch is er echt niemand die in de Europese richtlijn zelf terug kan vinden dat de nationale wetgever onderscheid moet maken tussen kopie uit legale bron en kopie uit illegale bron. Het is een beetje als : “tuurlijk mag dat” versus “tuurlijk mag dat niet”, oftewel “welles” versus “nietes” op het schoolplein. Om onder die omstandigheden te beweren dat het verkeerd interpreteren (en omzetten naar een Nederlandse wet) van een Europese richtlijn onrechtmatig is, is een brug te ver. Het is niet voor niets dat zelfs de Hoge Raad niet wist hoe je die Europese richtlijn moest interpreteren; daarom had de Hoge Raad de zaak nou juist naar de Europese rechter gestuurd. Maar stel dat die hobbel “onrechtmatige daad” dan al wordt genomen, is de schade dan 1,2 miljard? Argumenten dat de schade lager is, zijn er genoeg. De 1,2 miljard was gebaseerd op het vermenigvuldigen van de schade die volgens een oud rapport over 2004 was geleden, zonder daarbij rekening te houden met het feit dat in tijden van economische crisis minder wordt verkocht.
Er is echter een veel belangrijker argument: als de Nederlandse wet nou al die jaren expliciet zou hebben vermeld dat kopiëren alleen uit legale bron mag, zou de filmindustrie dan 1,2 miljard extra omzet hebben gehad? Een euro kan tenslotte maar één keer worden uitgegeven. De calculerende burger neemt dan gewoon voor vier dollar per maand een VPN (een VPN is in lekentermen: het onzichtbaar maken van je internetverkeer). Ondanks een verbod zal de consument toch gewoon blijven downloaden wegens een over een miljoenmiljard bronnen versnipperd legaal aanbod. Het illegale aanbod overstijgt het legale aanbod en is vaak op één plek te vinden. Afijn, deze claim lijkt me redelijk zinloos. Van der Steur is overigens blijkens zijn brief aan de Tweede Kamer diezelfde mening toegedaan, maar ja, hij zal wel niet anders kunnen.
Dan de groep ondertitelaars die Brein voor de rechter sleepte (het omgekeerde geval dus: “laat ons met rust”). Veel van die ondertitelaars (de meesten?) zijn hobbyisten die het leuk vinden om met taal bezig te zijn. Ik vermoed dat ze er eer van hebben als heel de wereld kan zien hoe goed ze zijn in een bepaalde taal. Om een punt te hebben in hun verzet tegen de “vervolging” door Brein moet een ondertitel níet auteursrechtelijk beschermd zijn. En daarvoor moet het géén “werk” zijn. En daarvoor is weer vereist dat het níet gaat om creatieve menselijke input. Als een ondertitel nou tot stand zou komen door als een zombie een film te bekijken en alles intypen wat je hoort, dan zou ik zeggen: nee, op díe arbeid zit geen auteursrecht. Zo komen ondertitels natuurlijk niet tot stand. Ondertitels zijn deel van een filmscript (in gewijzigde vorm), en bij ondertitels voor doven en slechthorenden is dat nog beter zichtbaar (“de deur kraakt”, “er klinkt spannende muziek”). En niemand kan ontkennen dat op een filmscript auteursrecht zit. Als je een boek vertaalt en verspreidt is dat (zonder toestemming) een inbreuk op het auteursrecht, dus waarom dat anders zou zijn bij ondertitels is mij een raadsel. Het enige waar de advocaat van de ondertitelaars zich volgens dit bericht op beriep was “ja maar ze vinden het leuk”, “ja maar het is niet commercieel” en “ja maar de auteurswet is 100 jaar oud”. Volgens een eigen persbericht van de ondertitelaars ging het (ook) om de vrijheid van meningsuiting. Sinds wanneer een ondertitel een mening is, Joost mag het weten. Afijn, vrij kansloze missie voor de ondertitelaars, is dan ook mijn slotsom.
Ben je nou voor of tegen “illegaal downloaden” zal de vraag zijn die bij sommigen van u rijst na bovenstaande twee onderwerpen. Waar ik vooral voor ben is dat mensen op basis van argumenten tot een mening komen, en niet eerst een mening hebben en er daarna kansloze argumenten bij gaan zoeken om gelijk te krijgen 😉