Er zijn van die dagen dat je het echt heel zeker weet: er moet friet (of patat, als je een barbaar bent) in vandaag. Wetenschappers hebben onderzocht waarom juist die neiging naar boven komt in mensen terwijl er genoeg andere slechte dingen zijn die je zou kunnen eten zoals zoet snoep of veel te veel kaas. Het antwoord? De combinatie van vet én koolhydraten.
Dingen die dat hebben (donuts, chips en chocoladerepen vallen daar ook onder) staan hoger op de ranglijst van ons brein als het om voedingswaarde staat, zo zegt een studie die in vakblad Cell Metabolism staat. Dat komt doordat ze dus de combinatie hebben, in plaats van maar één energiebron. Leuk detail: die combinatie komt natuurlijk maar in één soort voedsel voor en dat is moedermelk.
Een voorliefde voor voedsel met die combinatie van vet en koolhydraten is dus iets dat we als mensen gewoon ingebakken hebben. We hebben al dat voedsel helemaal niet nodig, maar ons oerbrein is nog niet helemaal bij en zegt nog steeds ‘yes please’ als er zich een kans voordoet om dit soort voedsel te eten, ook omdat het de energie die daar uit gehaald kan worden overschat.
Of deze studie helemaal waterdicht is weten we natuurlijk ook niet, maar het lijkt wel de realiteit te staven dat als je ook maar een beetje honger hebt, bepaalde voedselgroepen veel aanlokkelijker klinken dan andere. Volgens de onderzoekers is ons brein prima in staat om onbewust te kunnen berekenen hoeveel calorieën er in dingen met koolhydraten of vet zitten, maar raakt het gewoon in de war als beide aanwezig zijn. Niet om nou te zeggen dat we er niks aan kunnen doen, maar we kunnen er dus niks aan doen. Ik geef me in elk geval gewoon over aan mijn brein en ga nog even kijken of er wat chocola in de la ligt.
[Afbeeldingen © fredredhat – Adobe Stock]