09.10.2018
Technology

De staat van het Internet of Things: belofte of realiteit?

By: Patrick Smeets

BlogTechnology

Het Internet of Things. Je hoort het de laatste tijd steeds meer voorbij komen, vaak als afkorting IoT, maar voor veel mensen en zeker voor veel bedrijven is het nog een stip aan de horizon. Interesse is er wel, maar wat komt er allemaal bij kijken? Hoe integreer je zo’n oplossing in je bedrijf? Levert het echt iets op? Is het wel veilig? Allemaal relevante vragen, maar er zijn nog niet veel mensen met goede antwoorden. Wie die wel heeft is Robbrecht van Amerongen, die bij specialist Conclusion Connect Business Development Manager IoT is. We gingen met de goedlachse expert zitten om te kijken wat de uitdagingen en kansen zijn in dit nieuwe veld.

Kansen en uitdagingen in IoT

Want kansen, die zijn er volgens hem. In gebieden zoal de maakindustrie, gezondheidszorg, klimaatbeheersing, planning en flow control valt er veel winst te behalen. Maar hoe dan? Van Amerongen heeft voorbeelden te over. Zijn eerste is er eentje over een fabriek die grote machines heeft. Die machines hebben lagers en die moeten eens in de zoveel tijd gesmeerd worden. Door via een cartridge te checken of dat smeermiddel bijna op is en dat op tijd door te geven kun je voorkomen dat zo’n lager vastloopt – met duizenden euro’s aan schade tot gevolg. “Dat gebeurt nu nog vaak handmatig, maar je kunt veel besparen als de lagers zelf doorgeven dat ze gesmeerd moeten worden” aldus van Amerongen.

Maar ook een gemeente kan veel baat hebben bij IoT, zo zegt hij. Hij vertelt over een gemeente die in haar maag zat met de straatlantaarns. De lampen in die lantaarns vallen een keer uit, maar het is te kostbaar om die elke week of maand te controleren. Gevolg? “De hele zomer kijkt er niemand naar om en in September belt iedereen tegelijk op dat de lantaarns het niet meer doen!” Ook daar kan een sensor uitkomst bieden, want die checkt of de lamp het nog doet en als er eentje ‘afgaat’ weet de reparatiedienst waar ze heen moeten. Zo branden de lampen altijd en is iedereen tevreden. Dan moet je dat systeem echter wel implementeren.

Daar zit op dit moment ook nog een flink deel van de uitdaging. Organisaties hebben vaak meer devices die IoT-data genereren dan ze denken en als je die op een slimme manier kunt koppelen heb je al snel resultaat. Dat koppelen is wel tricky. Er zijn inmiddels meer dan 450 platformen die op verschillende manieren data genereren, allemaal op een net andere manier. De verbanden zoeken tussen al de data die de verschillende systemen genereren is op dit moment nog handwerk. “Er worden wel algoritmes gebruikt om bepaalde systemen te koppelen, maar dat staat op dit moment nog in de kinderschoenen”, zo zegt de specialist.

Robbrecht van Amerongen
Robbrecht van Amerongen

Met een goed plan naar niveau vier

Hij benadrukt dat het vooral belangrijk is om vooraf heel goed te weten wat je wilt gaan doen met IoT-data. Ook is het handig om te weten wat daarin je business case gaat zijn, zodat je met de kleinste inspanning het grootste resultaat krijgt. Dan kun je efficiënt je data integreren en dan sluit het resultaat ook wat beter aan bij de verwachtingen. “Het is beter om stapje voor stapje dingen te gaan integreren met het einddoel voor ogen dan alles in één keer proberen te doen”, zegt hij daarover, “anders volgt er vanzelf teleurstelling.” Het is uiteindelijk een ingewikkeld proces en zelfs als je iemand als Van Amerongen er bij hebt die de materie lekker helder kan uitleggen kan het puzzelen zijn om te zien waar IoT in jouw situatie past.

Internet of Things-toepassingen kun je indelen in verschillende niveau’s. Het eerste is simpelweg monitoring: een sensor genereert data en die lees je uit. Voor sommige machines of applicaties is dat voldoende en het is eigenlijk niet anders dan dat je een metertje op een apparaat hebt, maar dan op afstand. Het tweede en derde niveau is waar de voorbeelden van eerder op zitten en wat de meeste mensen inmiddels ook verstaan als ze ‘Internet of Things’ horen. Niveau twee laat je handmatig reageren op de data die je te zien krijgt, waar niveau drie je preventief iets laat aanpassen (of bestellen) op basis van de data. Niveau vier is de heilige graal: volledige autonome systemen. Hoewel, heilige graal: er is best nog wat angst over volledig autonome systemen zonder rem of eindcontrole, want die zouden op hol kunnen slaan. Voorlopig zitten de meeste praktische toepassingen dan ook in de middelste twee niveaus.

Zelfs -of misschien wel vooral - op deze schaal van `apparaat` kan IoT nuttig zijn.
Zelfs -of misschien wel vooral - op deze schaal van `apparaat` kan IoT nuttig zijn.

Ander businessmodel

Volgens van Amerongen gaat IoT op termijn (en dan hebben we het over een jaar of vijf) wel ook echt voor een flinke verschuiving zorgen bij bedrijven die bijvoorbeeld aan de industrie leveren. “Ik denk echt dat veel meer machines en apparaten in de toekomst als een service geleverd gaan worden”. Als de apparaten zelf kunnen bepalen dat het tijd wordt om ze te repareren of te onderhouden verandert dat natuurlijk ook het financiële bedrijfsmodel. Belangrijke machines worden vaak met een SLA (Service Level Agreement) geleverd waarbij wordt beloofd dat het bijvoorbeeld 99.9 procent van de tijd functioneert. Als de apparaten dan zelf kunnen aangeven als het mis dreigt te gaan (in plaats van dat je als leverancier een telefoontje krijgt dat “dat ding het niet meer doet”) kun je betere garanties afgeven.

Maar als afnemer van die apparaten is er nu dus ook meer om over na te denken. Ligt het recht om de machines of andere apparaten die je hebt gekocht te repareren alleen bij de fabrikant of mag je dat ook zelf (laten) doen? Is de data die er uit komt wel van jou? Hoe veilig heeft zo’n fabrikant de netwerkverbindingen tussen de apparaten en de servers gemaakt zodat je beschermd bent tegen Thingbots? Als je zelf een IoT-applicatie wil gaan opzetten om je business te versterken moet je ook niet over één nacht ijs gaan. Cloud services zijn inmiddels wel heel veilig, maar de componenten zoals sensoren moet je wel heel secuur selecteren zodat ze geen data lekken naar onduidelijke plekken, of na een jaar al kapot gaan, of extreem makkelijk te hacken zijn. Inmiddels zijn we ver genoeg dat goede IoT-apparaten hun gegevens ook gewoon versleutelen voordat ze iets wegsturen, dus het kan wel. Maar niet iedereen weet deze te vinden of neemt het budget om deze aan te schaffen.

Nieuwe mogelijkheden

Als het allemaal werkt kun je prachtige dingen maken, zo zegt van Amerongen. De beste soort IoT-systemen zijn niet alleen maar reactief, maar kunnen een wezenlijk voordeel genereren voor bedrijven en hun klanten door er alleen maar te zijn. Als voorbeeld noemt hij luchthavens. Daar zou je prima de wachtrijen bij de douane kunnen oplossen door sensoren in de vloer te plaatsen en elektronische borden op te hangen. Die kunnen reizigers vertellen dat ze óf op die plek een uur in de rij kunnen staan bij de security, óf tien minuten naar rechts kunnen lopen en niet lang daarna een kop koffie kunnen gaan zoeken. Ook in de gezondheidszorg kan er veel tijd bespaard worden, al ligt het daar iets lastiger vanwege de privacy. Als meerdere patiënten aan het wachten zijn en iemand is er niet op tijd kan zo’n systeem met de data van wie er wel is direct omboeken met iemand die bijvoorbeeld te vroeg is. Zo kunnen artsen en specialisten altijd vooruit en verklein je de kans op verwarring of vertraging die dat schuiven met zich mee zou kunnen brengen.

Dat is de bepalende factor voor succes met het Internet of Things: mensen op het juiste moment de informatie geven waar ze iets aan hebben. Als je als organisatie iets kunt bedenken dat meerwaarde genereert voor je klanten of je eigen hoofdpijn in je productieproces kan wegnemen is de kans groot dat je het ook al kunt maken. Vraag is: hoe? De standaardoplossingen zullen niet voor alle scenario’s voldoen, omdat het IoT-veld nog zo gefragmenteerd is en het dus lastig kan zijn om alle data op de juiste manier in je nieuwe systeem te integreren. Dat wil echter niet zeggen dat het niet kan. Je hebt de data al: het enige dat je hoeft te doen is iemand vinden die het in de juiste banen kan leiden.

[Afbeeldingen © – iStock]

Share this post