Het gebeurt wel eens dat hosters domeinnamen ‘vasthouden’ of een website ‘gijzelen’ bij ruzie met de klant, meestal over de betaling. Eerder dit jaar was hierover een (hoger beroep) kort geding tussen hoster 4 Bis Innovations en Digitale Nazorg.
Digitale Nazorg had een samenwerkingsovereenkomst gesloten met de moedermaatschappij van 4 Bis, DEH. Doel was om onder de naam i-Finish een digitale opzegdienst te creëren waarmee nabestaanden in één keer alle lopende abonnementen van een overledene zouden kunnen opzeggen. De overeenkomst vermeldde dat Digitale Nazorg en DEH gezamenlijk eigenaar zouden worden van de creaties die uit het project zouden voortkomen, en dat de exacte verdeling nader overeengekomen moest worden. Die samenwerking liep fout.
Digitale Nazorg zei de samenwerking op, met een ‘verdelingsvoorstel’. DEH accepteerde die opzegging en het verdelingsvoorstel niet, en wilde niet meewerken aan het verhuizen van de domeinnamen naar een andere provider. Sterker nog, ineens zette 4 Bis de domeinnamen op naam van DEH en wijzigde ze alle wachtwoorden. Nazorg kon niet meer bij haar site en e-mail. 4 Bis beweerde dat Nazorg die domeinnamen en websites had ingebracht in de samenwerking.
Die inbreng van domeinnamen en websites stond volgens de rechter echter niet op schrift, en dat die inbreng mondeling was overeengekomen bleek volgens de rechter nergens uit. Een domeinnaam of website is van vitaal belang voor een onderneming, en mondelinge overdracht of inbreng daarvan is alleen aannemelijk als een onderneming die domeinnaam of website welbewust prijs heeft gegeven, ook voor de situatie ‘einde samenwerking’. 4 Bis moest de toegang tot site en mail herstellen en de domeinnamen weer op naam van Nazorg zetten.
Samenwerking is vaak een bron van vreugde en winst. Het tegendeel komt helaas al te vaak voor. Wees ‘glashelder’ bij het opstellen van ‘een samenwerkingsovereenkomst’. Als niet helder is hoe een bepaling het beste kan worden geformuleerd, zet dan in ieder geval in de overeenkomst vooraf aan ‘artikel 1’ in ‘normale-mensen-taal’ wat de bedoeling is van partijen. Zorg dat u bij de start van de samenwerking goed omschrijft wat wordt ingebracht. U kunt in die samenwerkingsovereenkomst verder nog opnemen dat inbreng alleen schriftelijk mogelijk is. Omschrijf eventueel ook wat van die inbreng na einde samenwerking ‘terugkeert’ naar de inbrenger. Het inbrengen van goederen die je aan het einde per se terug wilt is overigens riskant. Er zal maar beslag worden gelegd op de goederen van het samenwerkingsvehikel, om een voorbeeld te noemen.
[Fotocredits – Maksym Yemelyanov © Adobe Stock]