Bijna 2 weken lang kon gestemd worden op hét Woord van het Jaar 2021. De genomineerde woorden waren ook dit jaar vooral corona-gerelateerd. Niet gek, aangezien we nog steeds in de ellende zitten van de wereldwijde pandemie. En er ontstaan allerlei nieuwe woorden. Het lijstje met genomineerden bestond vooral uit woorden waarbij we in december 2019 nog onze wenkbrauwen hadden opgetrokken. Toen corona alleen nog een biertje was en je je liet vaccineren bij de GGD als je op reis ging. Hoe anders ziet het leven er nu uit. Vorig jaar won anderhalvemetersamenleving, dit jaar is het winnende woord een stuk korter. Prikspijt is namelijk verkozen tot Woord van het Jaar 2021.
Uit de bijna 49.000 stemmen kwam het woord prikspijt als winnaar uit de bus. Het kreeg zelfs 82,2% van de stemmen en won daarmee overtuigend. Geen idee wat prikspijt is? De definitie van Van Dale luidt als volgt: ‘spijt die iemand heeft van het feit dat hij zich heeft laten vaccineren tegen een bepaalde besmettelijke ziekte’. Op de tweede plaats eindigde ‘woonprotest’, gevolgd door ‘wappiegeluid’ op plek drie.
Hugo de Jonge, Minister van VWS, haakte direct in op het winnende woord.
Van heel andere orde is het woord knaldrang. In België werd dit woord verkozen tot Woord van het Jaar 2021. Het betekent ”sterk verlangen om uit de bol te gaan’. Een stuk positiever dan prikspijt dus. Op de tweede plaats eindigde in België het woord tegelwippen en op plek drie boosterprik.