Zie je op LinkedIn ineens dat je vrouwelijke connecties hun naam in Peter hebben veranderd? Dat heeft ongetwijfeld te maken met de actie ‘Mijn naam is Peter‘, een initiatief van WOMEN Inc en BrandedU. Zij roepen alle vrouwen op om deze week, tussen 24 en 28 januari, hun voornaam in Peter te veranderen. Daarmee willen zij aandacht voor een ongelijke man-vrouwverhouding op de werkvloer. Er is gekozen voor de naam Peter omdat er meer CEO’s bij beursgenoteerd bedrijven in Nederland zijn die zo heten dan CEO’s die vrouw zijn. Deze week kun je op LinkedIn aangeven dat je deze actie steunt door als vrouw je naam te veranderen of als man door je uit te spreken over diversiteit.
Helaas zijn vrouwen in Nederland nog steeds ondervertegenwoordigd in leidinggevende posities. We scoren als land zelfs heel slecht, zo blijkt uit de Gender Equality Index. Daar zijn allerlei redenen voor, maar genderstereotypering en de ongelijke verdeling van werk en zorg spelen hierbij een belangrijke rol. De schokkende cijfers: er zijn in Nederland 94 CEO’s van beursgenoteerde bedrijven. Daarvan zijn slechts 4 vrouw, wat neerkomt op 4,3%.
Dat gebrek aan representatie van vrouwen aan de top betekent dat er minder rolmodellen zijn. En die zijn juist zo belangrijk om meer jonge vrouwen te motiveren naar een rol in belangrijke besluitvormende posities.
Niet alleen de vrouwen zelf profiteren van een betere representatie. Werkgevers behalen hierdoor meer financiële winst, zo is uit onderzoek van McKinsey gebleken. Bedrijven met meer genderdiversiteit in leiderschapsteams scoren bovengemiddeld goed en hebben 25% meer kans op financiële winst dan bedrijven met de minste genderdiversiteit. Bovendien heeft een goede man-vrouwverderling meer voordelen: er wordt bij besluiten gekeken naar verschillende groepen mensen.
WOMEN Inc. zegt daarover: “Om gelijke kansen te bevorderen is het belangrijk dat organisaties een afspiegeling zijn van de maatschappij. Meerdere perspectieven zorgen voor een beter afgewogen besluit. Wanneer alleen homogene groepen besluitvormende functies hebben, heeft dat gevolgen voor de kwaliteit van de gemaakte beslissingen. Toch zie je dat de top in verschillende sectoren vooral bestaat uit mensen die op elkaar lijken qua sekse, leeftijd en kleur.“
Het probleem is niet zo gemakkelijk opgelost. Meer vrouwen in besluitvormende posities krijgen is niet 1, 2, 3 gebeurd. Daarom zal breder gekeken moeten worden naar de oorzaken van ongelijkheid. Die zijn zowel cultureel als systemisch. De arbeidskansen van vrouwen is gelinkt aan een ongelijke verdeling van werk en zorg. Vrouwen besteden namelijk 1,5 keer meer tijd aan onbetaalde zorgtaken dan mannen. Door kinderopvang gratis te maken stimuleer je bijvoorbeeld als overheid een betere verdeling.
Ons nieuwe kabinet geeft wat dat betreft een goed voorbeeld. 14 van de 29 bewindspersonen zijn vrouw.