Terwijl het demissionaire kabinet vooral met zichzelf bezig lijkt te zijn en de Tweede Kamer oeverloos draalt over welke harde G ze nu precies wensen te steunen, lopen de coronabesmettingscijfers gestaag op en over als nooit te voren. Dit heeft overduidelijk zijn weerslag op de instroom van coronapatiënten in de ziekenhuizen. De geprognosticeerde piek van de aanstaande feestdagen lijkt die van de vorige winter inmiddels te gaan overtreffen waarbij ‘code zwart’ wederom een realistisch scenario wordt. De door het kabinet steevast te laat ingezette besluitvorming in deze crisis lijkt vooral ingegeven vanuit het slecht doordachte idee de uiterlijke schijn hoog te houden. Dat wil zeggen dat, als je maar lang genoeg publiekelijk wikt en weegt het op het ongetrainde oog mogelijk overkomt alsof er ruim voldoende tijd is en je nochtans de volledige controle bezit. Niets is echter minder het geval.
De allerbelangrijkste les dat je een exponentieel fenomeen zoals COVID-19 in beginsel slechts in de kiem kunt smoren, lijkt daarbij voor de zoveelste keer totaal vergeten. Dit verwijt geldt zowel het demissionaire kabinet als de Tweede Kamer.
Het aantal dagelijkse besmettingen ligt inmiddels zo hoog dat alleen een langdurige harde lockdown deze weer omlaag kan dwingen. 3G, 2G, 1G…..allemaal maatregelen die alleen maar effect sorteren als de besmettingsgraad in de samenleving relatief laag is. Wanneer de besmettingsgraad inmiddels te hoog is opgelopen en het virus alom tegenwoordig is, dan glippen er bij alle G-maatregelen nu eenmaal te veel besmette mensen doorheen.
Gevaccineerd, genezen, getest, geen van allen bieden ze namelijk 100% zekerheid dat iemand het virus niet bij zich draagt. Het is vanuit infectieperspectief daarom momenteel niet langer verantwoord om grotere groepen mensen toe te staan bijeen te komen. Er is op dit moment binnen elke grotere groep wel iemand aanwezig die de andere aanwezigen kan besmetten. Op deze manier worden steeds opnieuw besmettingshaarden en -clusters geboren en zal het R-getal nooit onder de 1 komen.
Eenmaal op dat punt aangekomen, helpt alleen een langdurige harde lockdown nog. Daarmee kan het aantal sociale contacten tussen mensen gedurende langere tijd substantieel omlaag worden gedwongen. Navenant zal de verspreiding van het virus daarmee eveneens worden teruggedrongen. Ik vrees daarom het reële toekomstperspectief dat we binnen afzienbare tijd in een langdurige harde lockdown verzeild raken. Met dank aan Haags onvermogen!
Als gevolg van het feit dat de politiek daarnaast niet in alle openheid erkent dat er in Nederland sprake is van een structureel zorginfarct, komen wederom zowel de reguliere zorg als de inhaalzorg van eerdere coronagolven tot stilstand. Dat is wat er gebeurt als de politiek geen keuzes maakt en geen beddenquota instelt voor de te onderscheiden typen ziekenhuiszorg. In dat geval liggen er uiteindelijk voornamelijk nog coronapatiënten in onze ziekenhuisbedden (zie eerder gepubliceerd artikel).
Dit terwijl sommige coronapatiënten op de IC een relatief gering overlevingsperspectief hebben in vergelijking met reguliere IC-patiënten. Toch verdringen coronapatiënten keer op keer het grootste deel van de spoedeisende en planbare reguliere zorg. Met name patiënten met ernstige ziektebeelden (hartpatiënten, kankerpatiënten, transplantatiepatiënten, etcetera) moeten als gevolg van dit slappe beleid van pappen en nathouden daadwerkelijk vrezen voor hun leven. Zonder het maken van duidelijke keuzes en het instellen van beddenquota voor de te onderscheiden typen ziekenhuiszorg kun je er gif op innemen dat dit de komende jaren een terugkerend beeld en probleem zal blijven. Erkennen dat er sprake is van een structureel zorginfarct is het enige dat ons in beginsel kan helpen om de verschillende typen ziekenhuiszorg in Nederland zowel effectiever als efficiënter te benutten.
[Fotocredits – Corona Borealis © Adobe Stock]