Bitcoin (BTC) voegde onlangs het zogenaamde Taproot protocol toe. Dit is de grootste verandering in cryptocurrency in de afgelopen vier jaar en maakt het mogelijk de blockchain zelf als opslag te gebruiken, door unieke digitale objecten (zogenaamde Ordinal NFT’s) rechtstreeks op blockchain op te slaan. Voorheen werden slechts referenties opgeslagen, zoals het verwijzen naar een externe locatie, bijvoorbeeld de Dropbox van een artiest. Daardoor waren NFT’s (non-fungible tokens) gevoelig aan fraude en irrelevant voor serieuzere toepassingen. Enerzijds maakt dit de BTC blockchain een stuk aantrekkelijker. Anderzijds roept dit vragen op: welke blockchain biedt de geschikte infrastructuur? De enterprise blockchain kon dit namelijk altijd al.
NFT’s, of non-fungible tokens, zijn unieke digitale tokens die eigendom van digitale of fysieke objecten bewijzen. Tot voor kort was het token zelf (het eigendomsbewijs) het enige non-fungible aspect van een NFT, terwijl het onderliggende object (waarvan het eigendom bewijst) nog altijd fungible was. Dit betekent dat de verkoper het object nog steeds kon verplaatsen of opnieuw kon verkopen, waardoor de eigenaar enkel het eigendomsbewijs overhield, maar niet per se de enige eigenaar was van het object zelf. Daardoor moest je vertrouwen dat de artiest je unieke digitale kunstwerk niet zou copy-pasten, en doorverkopen.
Het Taproot protocol maakte het mogelijk om ook het Ordinals protocol aan BTC toe te voegen. OrdinalNFT’s worden integraal op de blockchain opgeslagen, inclusief het onderliggende object dus. Dit maakt NFT’s eindelijk non-fungible, zoals de naam impliceert: uniek en niet vervangbaar. Nu is dit ook effectief non-fungbile, omdat de blockchain, en alles wat erop wordt opgeslagen, per definitie onveranderbaar is. Wat geregistreerd wordt op de blockchain, kan niet veranderd worden, wat op een externe opslag zoals Dropbox wel kan. Nu kan je dus nagaan of wat je gekocht hebt wel degelijk uniek is en blijft.
Deze ontwikkeling zorgde voor opschudding in de web3 wereld, met debat en discussie in de blockchain-gemeenschap. Blockchain-puristen zien het als een aanval op het netwerk, terwijl enthousiastelingen blij zijn met de nieuwe mogelijkheden van het Ordinals protocol. Hoewel de toevoeging van NFT’s op BTC opwindend is, zijn er ook zorgen. Sommige experts waarschuwen dat het belasten van het BTC-netwerk met NFT’s kan leiden tot hogere transactiekosten en langere verwerkingstijden. Bovendien kan het de focus van het netwerk verleggen van digitale valuta naar digitale activa, waardoor het zijn oorspronkelijke doel en waardepropositie kan verliezen.
Naast de technische gevolgen zijn er ook filosofische en bestuursmatige zorgen over de veranderingen die deze ontwikkeling met zich meebrengt. Hoe verandert dit onze kijk op de macht van ontwikkelaars?Hoe moeten we denken over decentralisatie? Hoe beïnvloedt dit hoe we een blockchain idee vormgeven? In dit artikel gaan we hier dieper op in.
De toevoeging van het Ordinals Protocol op BTC heeft gezorgd voor een grote verandering in de bruikbaarheid van BTC. Voorheen was het protocol voornamelijk gericht op financiële transacties, maar nu wordt het ook gebruikt als data opslag. Naast de technische veranderingen brengt deze update ook ethische en strategische bezwaren met zich mee. Activistische gebruikers verzetten zich tegen deze nieuwe functionaliteit, omdat gebruikers nu willen lobbyen om bijvoorbeeld een verkoop van een NFT te kunnen annuleren. Dit roept belangrijke ethische kwesties op over de waarden van de blockchain-gemeenschap en waar de grens ligt voor censuur op de blockchain.
Op strategisch niveau heeft deze code update ook gevolgen voor bedrijven die het protocol commercieel willen inzetten. Doordat het protocol voortdurend verandert, moeten bedrijven zich telkens heruitvinden om compatibel te worden met deze veranderingen. Dit kan ervoor zorgen dat bedrijven zich afvragen of ze het protocol al dan niet willen gebruiken en zo ja, welk protocol de meeste stabiliteit biedt. Protocollen die stabiel zijn en niet voortdurend veranderen, zoals de enterprise blockchain, worden daarom aantrekkelijker voor bedrijven die op zoek zijn naar langdurige consistentie en compatibiliteit.
Een bestuursmatig risico van de veranderbaarheid van het protocol is dat de beslissingsbevoegdheid momenteel volledig bij de ontwikkelaars ligt. Dit leidt tot problemen zoals het centraliseren van macht. Momenteel wordt er echter gewerkt aan juridische precedenten die de fiduciaire verantwoordelijkheid bij de ontwikkelaars legt, omdat zij voor de eerste keer in de geschiedenis van het zakenwezen, bedrijven besturen via code en protocollen.
Er wordt al veel geschreven over het concept decentralisatie, dat wordt aangevoerd als een mythisch doel en een cruciaal blockchain principe lijkt te zijn. Echter zijn er in de blockchain wereld veel interpretaties van decentralisatie. Decentralisatie wordt op twee manieren gedefinieerd: op het niveau van de netwerktopologie en op het niveau van het bestuur en beheer.
Veilig rijden met de auto kan ook verschillende betekenissen hebben. Voor sommigen betekent het defensief rijden, terwijl anderen denken aan een Volvo op een goed onderhouden wegennet dat de kans op ongelukken verkleint. Bitcoin was vanaf het begin de equivalent van de Volvo en het goed onderhouden wegennet: voor het eerst werd veiligheid geïntegreerd in de infrastructuur. De grote innovatie was echter niet decentralisatie. Wat Bitcoin onderscheidde van andere systemen, is dat het open en transparant was voor het publiek. Tegelijkertijd werd privacy en veiligheid voor het eerst onderdeel van het economische model, waardoor het een onaantrekkelijke investering voor hackers is.
De uitvinder van Bitcoin stelt dat decentralisatie van bestuur (incl. overheid) niet bestaat en sterker nog, niet mag bestaan. Iemand moet verantwoordelijk zijn voor het beheren van Bitcoin. Fiduciaire verantwoordelijkheid, wat bestuurders de verantwoordelijkheid geeft de belangen van diens belanghebbenden na te streven, is centraal in het goed draaien van onze economieën. Bij de lancering van de Bitcoin whitepaper, werd decentralisatie uitsluitend als oplossing voorgesteld op netwerkniveau, om efficiëntie en uptime te garanderen. Decentralisatie van netwerktopologie, zoals het in Bitcoin initieel was opgenomen, is op zich een onschuldig en gekend technisch concept.
De crypto-gemeenschap, die momenteel een spreekwoordelijke 90% van de blockchain-gemeenschap uitmaakt, heeft echter de verhaallijn van decentralisatie van bestuur als belangrijkste kenmerk van blockchain omarmd, als een soort anti-overheidstool. Zij gebruiken decentralisatie als een containerbegrip voor allerlei ideologische en politieke standpunten, terwijl het eigenlijk alleen relevant is in de context van netwerktopologie. Decentralisatie wordt gepresenteerd als de enige manier om te voorkomen dat de overheid digitale munten kan controleren en belasten, terwijl het in werkelijkheid een manier is om fiduciaire verantwoordelijkheid te ontlopen.
Dit botst in op de visie die vooropgesteld werd en nagestreefd wordt door de spreekwoordelijke overige 10% van de overkoepelende blockchain wereld. Een blockchain zoals Bitcoin is een permissieloos netwerk: niemand hoeft toestemming te vragen aan een centrale autoriteit om te kunnen deelnemen, net als het internet. Dit betekent echter niet dat de blockchain volledig ongereguleerd moet blijven. Integendeel, er moeten regels zijn om illegale activiteiten te voorkomen en te bestraffen, net zoals op het internet. Als je iets illegaals doet online, wordt je daar offline ook gewoon voor bestraft.
De kritiek van de crypto-gemeenschap op het plaatsen van NFT’s op BTC is gebaseerd op een verwrongen en onjuiste definitie van decentralisatie. Ze gebruiken het woord decentralisatie in de context van decentralisatie van bestuur, terwijl bestuur in werkelijkheid niet gedecentraliseerd is, en dat in geen geval zou mogen zijn.
Om de ontwikkeling van blockchain te begrijpen, is het nuttig om te kijken naar andere open protocollen die op grote schaal door de meesten worden gebruikt. Het internet is een vergelijkbaar protocol, genaamd ‘TCP/IP’ (Transmission Control Protocol/Internet Protocol). TCP/IP is geen technologie: het bestaat uit een tal van basisregels in de vorm van afspraken en standaarden. Die afspraken vormen de basis voor de technologische uitvoering ervan. De Bitcoin whitepaper is ook op dezelfde manier opgesteld: als een contract dat de basisregels bepaalt voor de technologische uitvoering van transacties, verificatie van identiteit en andere zaken. Zolang men zich aan deze basisregels houdt, is men vrij om te innoveren en technologieën te gebruiken die men wil.
Een belangrijk kenmerk van het internetprotocol is dat het altijd compatibel is geweest met latere updates. Hierdoor blijven oude websites ook werken en worden ze niet overbodig na een update. Zelfs de eerste website ooit, uit 1993, kan nog steeds bezocht worden. In tegenstelling tot TCP/IP probeert iedereen in blockchain de afspraken zelf aan te passen, wat kan leiden tot compatibiliteitsproblemen en veranderingen die niet voldoen aan het protocol.
De oplossing voor deze problemen ligt in protocol denken, oftewel vasthouden aan de afspraken van het protocol en alleen innoveren met technologie. De basisregels van het blockchain-protocol bestaan al 14 jaar en werken goed. Elk praktisch bezwaar dat tegen blockchain is geopperd, is een zwakte in de technologie, niet in het protocol zelf. Het is daarom belangrijk om code efficiënter te maken zonder het protocol te veranderen. Progressief nadenken is goed, maar het mag niet ten koste gaan van het protocol en de basisregels.
Blockchain is complexer dan TCP/IP omdat het gaat om cash, verificatie van identiteit en transacties en andere zaken. Het uitgangspunt van blockchain is echter hetzelfde als het internetprotocol: men werkt binnen een contract en bouwt daarop voort met verschillende technologieën. Net zoals we het vanzelfsprekend nemen dat het internetprotocol onderhevig is aan overkoepelende wetgeving van elke natie, zou het blockchain protocol op dezelfde manier moeten worden behandeld. Als men bijvoorbeeld de blockchain voor een toekomstige erfenis wil gebruiken, moet men ervoor zorgen dat het nog steeds werkt wanneer de persoon overlijdt, net zoals bij een notaris.
Door vast te houden aan de basisregels van het protocol en deze als onveranderlijk te beschouwen, kunnen we innoveren met technologieën die aan de regels voldoen. Protocol denken is van cruciaal belang voor de verdere commerciële ontwikkeling van de blockchain. Het zorgt ervoor dat het op een veilige, efficiënte en betrouwbare manier kan worden gebruikt.
Het is van belang dat we vooruitstrevend denken en niet dogmatisch vasthouden aan het verleden. De code van een protocol kunnen we namelijk nog steeds optimaliseren om de efficiëntie te verbeteren, zolang het dezelfde functionaliteit blijft bieden en de regels in ere houdt. Als we werken aan een open protocol, waar interoperabiliteit essentieel is voor samenwerking, is het noodzakelijk om gedeelde basisregels te hebben die het speelveld definiëren. De nationale wetten en regels die ons gedrag in de on- en offline wereld bepalen zijn standvastig, maar vereisen ook af en toe een verbetering.
Als iemand probeert een valse digitale munt te creëren, omdat hij of zij van mening is dat dit volgens de regels mogelijk is, moet hij of zij worden gestraft volgens het wettenstelsel dat voor iedereen geldt. Het is belangrijk om de ernst van dit soort overtredingen te begrijpen, omdat ze evenzeer als vals (cash) geld in de echte wereld moeten worden bestraft.
Een vergelijkbare analogie kan worden getrokken met het concept decentralisatie. Als een organisatie claimt dat het een decentrale bestuursstructuur heeft, maar het merendeel van de tokens in handen is van slechts enkele partijen zoals investeerders en oprichters, dan is dit in wezen gewoon een traditioneel bedrijf. De partijen die de meerderheid van de tokens bezitten, hebben de macht om beslissingen te nemen die de waarde van hun tokens kunnen verhogen, waardoor geclaimde decentralisatie van bestuur onmogelijk wordt. De analogie maken naar de echte wereld, waarin blockchain ook haar plaats moet vinden, maakt het makkelijker om door het rookgordijn van contradicties te kijken.
Naarmate de mainstream zich realiseert dat de meeste blockchains niet zo decentraal zijn als ze beweren, wordt het doorlichten van zogenaamde decentralisatie van bestuur en beheer van blockchains belangrijker. Voor ondernemers en bedrijven die blockchain-toepassingen bouwen, wordt de vraag wie er achter het protocol zit en of een groepje ontwikkelaars het protocol zomaar kan aanpassen een primaire overweging, in plaats van een bijzaak.
Door de ‘NFT-op-BTC’-hype is er hoop dat er bewustwording is rond de waardevolle opslagcapaciteit van de blockchain. Een groot deel van de blockchain-gemeenschap begrijpt nu de inherente mogelijkheid om de blockchain als opslagmiddel te gebruiken. Dit biedt voordelen op het gebied van kostenstructuur, privacy en veiligheid. De Taproot update op de BTC blockchain maakt het potentieel van schaalbare opslag op andere blockchains die dat altijd al konden, zoals de enterprise blockchain, steeds duidelijker.
De code-update zet in de verf dat het mogelijk is en dat het eigenlijk altijd al mogelijk was.
Dit artikel is geschreven door Niels van den Bergh, CEO van mintBlue.