Het was de reden dat er amper PlayStation 5’s beschikbaar waren, dat de technologische ontwikkelingen redelijk stil kwamen te liggen en dat er auto’s van de band rolden die eigenlijk helemaal niet compleet waren: het chiptekort. Het tekort was ontstaan in de tijd van corona en we konden met zijn allen niet wachten tot het was opgelost. Nu is het opgelost, maar is er een overschot ontstaan. Zo zit dat.
Intel rapporteert een flink verlies, omdat het last heeft van het chipoverschot. Het heeft zoveel chips gemaakt, zonder dat er nu iemand is om ze af te nemen. Logischerwijs kost dat de chipbakker alleen maar geld, want die chips hadden allang verkocht moeten zijn. Het lijkt ook erg snel te komen, dat tekort. Hadden we in de coronajaren niet heel lang het gevoel dat we nog jaren met dat tekort moesten doen, omdat je nu eenmaal niet even snel een chipfabriek neerplopt?
Zeker, maar waar we daarbij minder rekening mee hielden, was dat corona ook economisch een grote nasleep zou hebben, zeker als daar ook nog een oorlog bij komt kijken waardoor allerlei zaken duurder worden (brandstof bijvoorbeeld). Je ziet het aan je energieprijzen, aan de prijzen van boodschappen: het leven is aanzienlijk duurder geworden en dan is het eerste waar je op beknibbeld toch al snel het kopen van gadgets. Je gaat geen nieuwe iPhone kopen als je je hypotheek of huur niet kunt betalen.
Dat is precies waar Intel nu last van heeft. Bedrijven weten dat consumenten wat terughoudender worden door de economische uitdagingen en doen het hierdoor ook wat rustiger aan. Bovendien was het tijdens de pandemie zo dat mensen juist heel veel vroegen om technologie: iedereen had ineens een laptop nodig om thuis te werken, of een webcam om aan videomeetings mee te doen. Tablets waren ook ineens weer in de lift, nadat sommige mensen die apparaten toch wel hadden doodverklaard.
Het chiptekort lag niet alleen aan het niet kunnen ‘bijbakken’ van chips op zo’n hoge snelheid, het ging ook om het transport dat volledig stillag, fabrieken die tijdelijk dicht moesten, enzovoort. Nu zijn we echter alweer een half jaar tot een jaar op volle kracht vooruit en hoewel het positief is dat er geen tekort is, is het voor de chipfabrikant een drama. Het overschot zorgt voor hoge kosten en de vraag is niet zo groot meer. Iedereen heeft zijn laptop nu: de markt voor computers is flink ingestort en als resultaat van deze disbalans in vraag en aanbod worden chips steeds minder waard.
De omzet van Intel was in de eerste drie maanden van 2023 36 procent lager dan het eerste kwartaal van 2022. Intel kwam er zelfs door in de rode cijfers, omdat de omzet van 18,4 miljard dollar vorig jaar naar 11,7 miljard dollar dit jaar ging. Er werd een verlies opgeschreven van 2,8 miljard dollar en dat is een heftige daling van 134 procent vergeleken met Q1 2022. Toen maakte Intel zelfs meer dan 8 miljard dollar winst. Het is pijnlijk om te zien dat de markt zo op zijn gat is, na zoveel vraag, maar Intel geeft aan er hopelijk bovenop te kunnen komen door flink te blijven investeren.
Het is waarschijnlijk ook een spannende tijd voor autofabrikanten, die menig klant hebben moeten vertellen dat ze langer op de auto moesten wachten door het chiptekort, maar nu ongetwijfeld ook afmeldingen krijgen voor auto’s omdat klanten het niet langer kunnen betalen en andere financiële keuzes maken. Wel heeft het chiptekort autobedrijven belangrijke lessen geleerd, over hoezeer die industrie van invloed is op de productie van de moderne auto. Voor de ‘elektrificering’ van auto’s zorgt ervoor dat de rol van chips in auto’s enorm is veranderd. Het is te hopen dat de geleerde lessen zorgen voor een wat stabielere toekomst voor zowel de consument, de fabrikant als de leverancier. Maar het zal alles te maken hebben met de ontwikkelingen in de economie in hoeverre leveranciers dit gaan overleven.