Een Nederlands waterstofvliegtuig: je kunt het vanaf 2035 gewoon kopen. Dat is tenminste het plan en de wens van Fokker Next Gen, een bedrijf ontstaan uit het vliegtuigbedrijf Fokker. Het gevaarte is gebaseerd op de Fokker 100 (sterker nog, het is een omgebouwde Fokker 100) en hij zou inzetbaar zijn voor vluchten van maximaal 2500 kilometer.
Dat lijkt niet zo ver, maar dat is het wel. Zeker voor een waterstofvliegtuig, dat minder ruimte heeft voor brandstof. Waterstof neemt meer ruimte in dan bijvoorbeeld het zeer milieu-onvriendelijke kerosine. Dat is bij veel bedrijven die aan waterstofvliegtuigen werken een groot probleem: waterstof neemt zoveel ruimte in, dat soms het halve vliegtuig uit waterstofopslag bestaat. Niet handig, want hierdoor kunnen er bijvoorbeeld ook minder passagiers mee.
Fokker Next Gen werkt samen met Rolls-Royce, waarover we laatst schreven dat het werkt aan een kernreactor voor op de maan. Het is echter dus ook met andere vormen van energie bezig. Fokker Next Gen heeft daarnaast 27,5 miljoen euro subsidie ontvangen om deze waterstoftoekomst te helpen bouwen. Dat is echter slechts een peulenschil: dit soort projecten hebben veel meer geld nodig. Tegen Nederlands Dagblad spreekt directeur Juriaan Kellerman over miljarden euro’s. Het project heeft ook een voordeel voor ons in Nederland: er zouden vijf- tot zesduizend banen extra nodig zijn om de waterstof-Fokker 100 waarheid te maken.
2035 duurt nog lang, heel lang, maar dat is de datum dat het vliegtuig commercieel beschikbaar moet zijn. Dan wordt hij op de markt gebracht en worden er waarschijnlijk 150 toestellen per jaar gemaakt. Daar gaat echter natuurlijk nog heel wat aan vooraf: in 2027 zou namelijk al de eerste demovlucht moeten plaatsvinden.
Vliegen op waterstof is een enorm uitdagende markt: er wordt veel op ontwikkeld, zoals bijvoorbeeld ook de TU Delft met KLM, maar tegelijkertijd is het moeilijk om er rendement uit te halen omdat waterstof zoveel ruimte inneemt. Maar er wordt getuige de subsidies en de vele initiatieven wel echt toekomst in gezien. Zeker nu de focus zo hevig is op vliegen en dan vooral de niet-duurzame kant ervan en zelfs ‘vliegschaamte’ waar mensen mee kampen omdat kerosine zo schadelijk is voor het milieu, lijkt er ook nog meer aandacht dan ooit te zijn voor alternatieve manieren van vliegen.