In de hele geschiedenis hebben mensen innovaties ontwikkeld om hun vaardigheden te vergroten: van de drukpers tot de lopende band. In 2023 kwam zo’n baanbrekende innovatie in een stroomversnelling, dankzij toegankelijke cloud-technologieën en generatieve AI.
Deze technologieën beïnvloeden inmiddels vrijwel elk aspect van ons leven: van het genereren van e-mails en softwareontwikkeling tot de vroegtijdige detectie van kanker. Ook de komende jaren staan in het teken van innovatie, gericht op het democratiseren van de toegang tot tech. Generatieve AI is hiervan het startpunt. Dr. Werner Vogels, CTO van Amazon geeft in dit artikel zijn tech-voorspellingen voor 2024 en daarna.
Large Language Models (LLM’s) die zijn getraind op cultureel diverse data zullen een genuanceerder begrip krijgen van menselijke ervaringen en complexe maatschappelijke uitdagingen. Deze culturele inbedding zal generatieve AI toegankelijker maken voor gebruikers over de hele wereld.
Cultuur beïnvloedt alle aspecten in ons dagelijks leven – van hoe we eten tot hoe we ons kleden – en vormt de basis van ons bestaan in een bepaalde gemeenschap. Culturele verschillen kunnen echter leiden tot verwarring. En net zoals mensen zich aanpassen aan verschillende culturen, moeten technologieën dat óók doen. Zo is het vooral bij Large Language Models cruciaal dat zij beter een ‘culturele taal’ gaan spreken. Helaas missen de meeste LLM’s culturele nuances, wat resulteert in ongeschikte responses door bias in trainingsgegevens.
Opkomende niet-westerse LLM’s, zoals Jais en Yi-34B, duiden op een toekomst met modellen die beter recht doen aan de culturele diversiteit in onderwijs- en medische domeinen. In deze culturele uitwisseling spelen twee onderzoeksgebieden een belangrijke rol. Zo laat Reinforcement learning from AI feedback (RLAIF) modellen interacteren en begrip van culturele concepten op basis van feedback bijwerken. Multi-agent debat betrekt verschillende modellen bij het genereren van antwoorden, waarbij deze uitwisseling uiteindelijk leidt tot één eenduidig antwoord. Beide onderzoeksgebieden laten modellen van elkaar leren, waardoor ze een genuanceerder begrip krijgen van maatschappelijke uitdagingen, doordat ze door een culturele bril naar zaken leren kijken. Deze vooruitgang zal leiden tot meer robuuste en technisch meer accurate responses op tal van thema’s leiden.
Een betere gezondheidszorg voor vrouwen komt steeds meer binnen handbereik nu investeringen in FemTech toenemen, de zorg meer hybride wordt en een schat aan data betere diagnoses mogelijk maakt. De opkomst van FemTech zal niet alleen vrouwen ten goede komen, maar het gehele zorgstelsel een positieve impuls geven.
De gezondheidszorg voor vrouwen is van cruciaal belang. Zeker als je bedenkt dat vrouwen elk jaar ruim 500 miljard dollar uitgeven en acht op de tien beslissingen op het gebied van gezondheid nemen. Desondanks is de moderne geneeskunde van oudsher vooral op mannen gericht. In de afgelopen tijd nemen investeringen in FemTech echter substantieel toe en zijn deze met maar liefst 197 procent gestegen. Een ontwikkeling die wordt aangejaagd door cloud-technologie en een verbeterde ontsluiting van relevante data. Bedrijven als Tia, Elvie en Embr Labs benutten data en voorspellende analyses om gepersonaliseerde zorg te bieden, terwijl hybride zorgmodellen, goedkope diagnostische apparaten en online platforms de toegang tot zorg vergroten. Deze evolutie zal de gezondheidszorg democratiseren en dat geldt in het bijzonder voor vrouwen in landelijke gebieden.
Technologische innovaties, zoals slimme menstruatiehulpmiddelen en wearables, zullen vrouwen in staat stellen persoonlijke gezondheidsprofielen op te stellen en gegevens te delen met zorgverleners. Een betere voorlichting, een ruime beschikbaarheid van gegevens en niet-invasieve oplossingen zullen daarnaast leiden tot een drastische verbetering van de behandeling van problemen die zich tijden de menopauze kunnen voordoen. Ook in de sport – waar vrouwen eveneens van oudsher trainen op basis van mannelijke modellen – bieden zulke unieke gezondheidsgegevens de mogelijkheid om onnodige blessures te voorkomen en de gezondheid van vrouwelijke atleten te verbeteren.
AI-assistenten zullen zich ontwikkelen van eenvoudige codegeneratoren tot educatieve tools die ondersteuning bieden tijdens de gehele levenscyclus van softwareontwikkeling. Ze leggen complexe systemen uit in eenvoudige taal, stellen gerichte verbeteringen voor en nemen repetitieve taken over. Zodat ontwikkelaars zich kunnen concentreren op de onderdelen van hun werk die het meeste impact hebben.
In 2021 voorspelde ik de opkomst van generatieve AI in softwareontwikkeling. Dat begint nu steeds meer werkelijkheid te worden. Tools genereren volledige codeblokken op basis van natuurlijke taalinstructies. In de Stack Overflow Developer Survey van 2023 geeft 70 procent van de respondenten aan zulke AI-tools te gebruiken of van plan te zijn deze in te zetten. Toekomstige AI-assistenten zullen niet alleen code schrijven, maar ook in staat zijn concepten te doorgronden en deze op een heldere manier uit te leggen. Ze bieden een contextueel begrip van systemen, personaliseren adviezen voor individuen, teams of bedrijven en zijn educatieve tools voor junior ontwikkelaars en waardevolle assets voor senior engineers. Deze assistenten verminderen nu al veel complexe aspecten van softwareontwikkeling, zoals het schrijven van tests en boilerplate codes. Bovendien zijn ze in staat volledige applicaties opnieuw in te richten en te migreren, waardoor ontwikkelaars hun creativiteit ten volle kunnen inzetten en zich kunnen concentreren op innovatie. In de komende jaren zullen engineeringteams hierdoor productiever worden, systemen van hogere kwaliteit ontwikkelen en de levenscyclus van softwarereleases verkorten.
Het hoger onderwijs alleen kan de snelheid van technologische verandering niet bijhouden. Onder leiding van het bedrijfsleven zullen op skills gebaseerde opleidingsprogramma’s ontstaan. Deze verschuiving naar een leven lang leren komt zowel individuen als bedrijven ten goede.
Vroeger duurde softwareontwikkeling jaren; dankzij cloud computing, voortdurende innovaties en een ‘minimum viable product’-benadering zijn deze cycli nu veel korter. Het hoger onderwijs staat hierbij nog op achterstand en er is sprake van een groeiende kloof tussen onderwijs en werkveld. In het technisch onderwijs lijkt echter sprake te zijn van een kanteling die vergelijkbaar is met de evolutie in softwareontwikkeling. Bedrijven investeren steeds vaker en op grote schaal in op skills gebaseerd onderwijs.
Een goed voorbeeld zijn Amazon’s trainingen van 21 miljoen leerlingen wereldwijd die vertrouwd worden gemaakt met nieuwe technologische vaardigheden. Dit model – gebaseerd op leren tijdens het werk – biedt tal van nieuwe mogelijkheden. Dit betekent niet dat het traditionele curriculum het veld zal ruimen, maar dat een nieuw tijdperk aanbreekt waarin bedrijven meer invloed krijgen op het onderwijs. Hierbij kunnen tech-sectoren profiteren van deze nieuwe vorm van onderwijs, terwijl traditionele wetenschappelijke leermethodes relevant blijven in specifieke technische gebieden.