Voor de 30e keer werd het VINT Symposium gehouden, in het Spant! te Bussum. Dit jaar stond het thema ‘Echt Slim’ centraal, wat een interessant perspectief bood op de rol van intelligentie in technologie. Elk jaar biedt het symposium de kans om nieuwe technologische trends en inzichten te verkennen, en dit jaar was geen uitzondering.
Dr. Leen Gorissen, bioloog en oprichtster van het Centre4NI, duikt diep in de rijkdom aan kennis die de natuur biedt en verkent hoe deze inzichten de sleutel kunnen zijn voor echte duurzaamheid en regeneratieve innovatie. Met haar expertise in transitiekunde en een grondige kennis van natuur-geïnspireerde oplossingen, verbindt ze biologische principes met hedendaagse uitdagingen.
Dr. Gorissen benadrukt dat we veel kunnen leren van de 3,8 miljard jaar aan evolutionaire intelligentie die de natuur heeft verzameld. Dit uitgangspunt nodigt uit tot een diepgaande verkenning van hoe natuurlijke systemen veerkracht en complexiteit beheren. Ze stelt dat het begrijpen van deze complexiteit essentieel is voor de toekomst en fungeert als een fundamentele training voor het menselijk denken en handelen.
Een krachtig educatief moment in haar presentatie is het verzoek aan het publiek om na te denken over de interne werking van hun eigen lichaam als een metafoor voor economische en ecologische balans. Dit beeld wordt gebruikt om te illustreren dat een gezond systeem afhankelijk is van een evenwichtige ‘economie van belangen’ tussen alle onderdelen. Ze betoogt dat, net zoals er geen rijke of arme cellen zijn binnen ons lichaam, een gezonde ecologie en economie ook moeten streven naar balans en gelijkheid.
Dr. Gorissen deelt diverse voorbeelden waarin de natuur als model dient voor technologische en duurzame oplossingen:
Door het gebruik van satellietbeelden toont Dr. Gorissen aan hoe de aarde functioneert als een groot zelfregulerend systeem. Deze beelden versterken het begrip dat lokale en globale ecologieën verbonden zijn in complexe, maar begrijpelijke patronen. Ze benadrukt de noodzaak om deze systemische benaderingen toe te passen op menselijke economieën en sociale structuren.
Een belangrijk thema in haar betoog is de noodzaak van een paradigmaverschuiving van een antropocentrische naar een biocentrische wereldvisie. Deze verschuiving vereist dat we de mens niet langer zien als een entiteit die losstaat van de natuur, maar als een integraal onderdeel van levende systemen. Dit perspectief is cruciaal voor het ontwikkelen van duurzame technologieën die niet alleen bestaande problemen oplossen, maar ook bijdragen aan het langetermijnwelzijn van onze planeet.
In haar afsluitende opmerkingen benadrukt Dr. Gorissen de kracht van natuurlijke intelligentie als een gids voor duurzaamheid en innovatie. Door samen te werken met en te leren van de natuur, kunnen we systemen ontwerpen die meer in harmonie zijn met onze omgeving, resulterend in technologieën die niet alleen efficiënter zijn, maar ook de aarde verrijken en voor toekomstige generaties zorgen.
Jane Lawton, een expert in duurzame ontwikkeling en natuurbehoud, neemt een visionaire rol op zich binnen het Earth Species Project. Haar inzichten en ervaringen bieden ons diepgaande lessen over de connectie tussen mens en natuur. Hieronder verkennen we enkele van haar meest opvallende observaties en citaten die de kracht en potentie van dit initiatief illustreren.
Na het horen van een geluid, van een dier, moesten we raden welke dier. Niemand die het wist. Ze vervolgde: “Dat is eigenlijk de paringsroep van de baardrob. Hij is een schattig klein kereltje en ik denk dat dit ons gewoon doet realiseren hoe vreemd de communicatie van andere soorten voor ons is en hoe mysterieus zoveel van de natuur is ondanks eeuwen van onderzoek om het beter te begrijpen,” reflecteert Lawton. Deze woorden benadrukken de complexiteit en de vreemdheid van dierlijke communicatie, een gebied dat nog veel onbekends bevat voor de mensheid.
“We geloven bij het Earth Species Project dat AI daadwerkelijk kan helpen om de apertuur van onze verbeelding en ons begrip als soort te openen,” stelt Lawton. Dit citaat onderstreept de rol van AI in het verruimen van onze perceptuele grenzen, vergelijkbaar met de manier waarop de telescoop ons universum heeft uitgebreid.
Lawton licht toe: “Dit heeft absoluut diepgaande implicaties voor hoe we beginnen na te denken over dieren en hoe ze communiceren.” Dit citaat uit haar presentatie legt de nadruk op de transformerende potentie van technologie om ons begrip van en onze interactie met de natuurlijke wereld te verbeteren.
“Maar het gekke deel hiervan is natuurlijk dat we waarschijnlijk de betekenis van die uitwisseling die plaatsvindt niet zullen begrijpen. En dat brengt ons ook in zeer risicovol, ethisch gebied,” waarschuwt Lawton. Dit inzicht benadrukt de verantwoordelijkheid die komt kijken bij het ontsluiten van de communicatie van andere soorten, waarbij voorzichtigheid geboden is om geen onbedoelde schade aan te richten.
“We zijn het erover eens dat deze inspanning echt het potentieel heeft om nieuwe wetenschappelijke grenzen te openen, en nieuwe grenzen voor de toekomst,” zegt Lawton. Ze brengt een optimistische visie voor de toekomst naar voren, waarin AI niet alleen ons begrip van de natuurlijke wereld verbreedt, maar ons ook helpt om te erkennen dat de mensheid niet het middelpunt is.
Jane Lawton’s werk en visie binnen het Earth Species Project illustreren een moedige poging om technologie te gebruiken als een middel om de diepe en vaak vergeten connecties tussen de mensheid en de rest van de natuurlijke wereld te herstellen. Door de talen van andere soorten te ontcijferen, streven zij ernaar om niet alleen onze kennis van de natuurlijke wereld te vergroten maar ook om de manier waarop wij onszelf zien als onderdeel van deze wereld fundamenteel te herzien. Dit project bevindt zich op het snijvlak van technologie, ethiek, en conservatie, en belooft een nieuwe richting in te slaan voor zowel de wetenschap als het milieuactivisme, geleid door de wijsheid en ervaring van Lawton.
Matthijs van Boxsel heeft zichzelf gevestigd als een vooraanstaande denker in de studie van domheid, waarbij hij een uniek perspectief biedt op dit ogenschijnlijk paradoxale fenomeen in de menselijke ervaring. Zijn werk, geworteld in een rijke traditie van filosofische en historische analyse, onderzoekt de vele facetten van domheid – van alledaagse onhandigheden tot diepgaande culturele implicaties.
Van Boxsel begint zijn verkenning door domheid te positioneren als een universeel fenomeen dat niet beperkt blijft tot individuen, maar zich uitstrekt over gemeenschappen en culturen: “Domheid is als een spiegel waarin elke cultuur zijn eigen evenbeeld ziet.”
Met deze uitspraak onderstreept hij dat elk tijdperk en elke samenleving zijn eigen kenmerkende vormen van irrationaliteit en dwaasheid kent, vaak gekoppeld aan lokale tradities, anekdotes en stereotypen.
Van Boxsel illustreert zijn punt met talloze voorbeelden van culturele manifestaties van domheid:
Van Boxsel gaat dieper in op de filosofische implicaties van domheid, waarbij hij niet alleen de alledaagse blunders beschrijft, maar ook de paradoxale relatie tussen domheid en intelligentie onderzoekt:
“Domheid is niet de tegenstelling van intelligentie, maar de grens ervan.”
Hij stelt dat domheid niet louter een gebrek aan intelligentie is, maar eerder een complementaire kracht die ons begrip van intelligentie en menselijke vermogens scherpt. Een cruciaal aspect van Van Boxsel’s analyse is de rol van domheid als katalysator voor culturele ontwikkeling en vooruitgang:
“Onze beschaving is grotendeels gebaseerd op de behoefte om domheid te beteugelen.”
Hij betoogt dat de menselijke drang om domheid te overwinnen niet alleen heeft geleid tot technologische en intellectuele vooruitgang, maar ook tot de ontwikkeling van ethische en sociale structuren die onze samenlevingen vormgeven.
Hier zijn voorbeelden van moderne domheid
Een bungeejumper die niet goed had nagedacht over de lengte van zijn elastiek, eindigde met een tragische afloop. Hij vergeleek de lengte van het elastiek met de diepte van het ravijn, maar vergat rekening te houden met de rek van het elastiek. Bij zijn sprong bleek het elastiek te lang, waardoor hij te pletter viel. Dit voorbeeld illustreert hoe een gebrek aan aandacht voor detail en het niet begrijpen van de basisprincipes van rek en lengte kan leiden tot desastreuze gevolgen.
Everett Sanchez besloot zijn golfballen te wassen in een machine ontworpen voor golfballen, maar gebruikte deze machine op een onorthodoxe manier. Hij liet zijn broek zakken en probeerde zijn scrotum in de machine te wassen. Een vriend zette de machine aan, waardoor zijn scrotum vast kwam te zitten en ernstige verwondingen opliep. Dit voorbeeld laat zien hoe een gebrek aan gezond verstand en het niet volgen van duidelijke gebruiksinstructies kan leiden tot pijnlijke en gênante situaties.
In België is een absurd bureaucratisch proces in werking. Wanneer iemand zijn identiteitskaart verliest, moet hij zich identificeren om een nieuwe kaart te verkrijgen. Dit betekent dat de persoon een andere vorm van identificatie moet hebben om de verloren identiteitskaart terug te krijgen. Dit paradoxale beleid toont hoe bureaucratische domheid kan leiden tot een vicieuze cirkel van onpraktische en inefficiënte regels, die het probleem niet oplossen maar juist verergeren.
In de wereld van de televisie worden lachmachines gebruikt om kijkers te laten weten wanneer iets grappig is. Dit gebeurt zelfs als de inhoud objectief gezien niet grappig is. Onderzoek door AVROTROS toonde aan dat mensen die naar een komische serie keken met een lachmachine, geloofden dat ze enorm hadden gelachen, terwijl videobeelden bewezen dat niemand echt lachte. Dit voorbeeld illustreert hoe mensen kunnen worden gemanipuleerd door externe signalen, en hoe domheid zich kan manifesteren in het blindelings volgen van sociale cues zonder kritische evaluatie.
Airconditioning draagt bij aan het broeikaseffect en de afbraak van de ozonlaag, wat leidt tot een verdere opwarming van de aarde. Ironisch genoeg resulteert dit in een grotere behoefte aan airconditioning om de verhoogde temperaturen te bestrijden. Dit creëert een vicieuze cirkel waarin de oplossing voor een probleem het probleem zelf verergert. Dit voorbeeld van moderne domheid laat zien hoe goedbedoelde technologische oplossingen soms de onderliggende problemen kunnen verergeren door een gebrek aan holistisch denken en lange termijn planning.
Ten slotte benadrukt Van Boxsel de rol van humor en wijsheid in zijn benadering van het onderwerp:
“Door de humor van domheid te begrijpen, worden we wijzer.”
Hij pleit voor een meer ontspannen en empathische benadering van menselijke zwakheden, waarbij humor fungeert als een middel om complexe sociale en psychologische fenomenen te doorgronden.
Matthijs van Boxsel’s werk blijft een uitnodiging om dieper na te denken over een onderwerp dat vaak wordt vermeden of oppervlakkig wordt behandeld. Zijn filosofische verkenning van domheid daagt lezers uit om hun eigen vooroordelen en blinde vlekken te heroverwegen, terwijl ze een glimp opvangen van de menselijke conditie in al haar onvolmaaktheid en glorie.
Iris Sommer, hoogleraar psychiatrie aan het Universitair Medisch Centrum Groningen, onthult de verborgen invloed van bacteriën op onze geestelijke gezondheid en ons gedrag. Haar onderzoek biedt diepgaand inzicht in hoe deze microscopische organismen niet alleen ons lichaam bewonen, maar ook een integraal onderdeel vormen van onze biologische en psychologische processen.
Professor Sommer begint haar betoog met een fascinerende reis terug in de tijd: “We gaan liefst 4 miljard jaar terug in de evolutie. De aarde was er, maar die zag er behoorlijk anders uit dan we gewend zijn. Er was nog geen zuurstof, maar er was wel water.” In deze oeromgeving, waar “het niet groen was, er waren geen bomen, geen planten, zelfs geen gras,” waren bacteriën de dominante levensvormen, essentieel voor het ontstaan en de ontwikkeling van complexer leven op aarde.
Sommer illustreert de rol van bacteriën door ze te beschrijven als “kleine chemische fabriekjes”. Deze micro-organismen zijn cruciaal voor de afbraak en synthese van stoffen: “Voor bijna elke stof op aarde heb je wel een bacterie die die stof kan afbreken. En je hebt ook voor bijna alle stoffen wel een bacterie die dat kan maken.” Deze dynamische uitwisseling van chemische stoffen tussen bacteriën heeft de basis gelegd voor de biodiversiteit op onze planeet.
Een sleutelaspect van Sommer’s onderzoek is de ontdekking van het verband tussen het darmmicrobioom en de ontwikkeling van de hersenen: “Dat darmmicrobioom, dat ontwikkelt zich in de eerste drie jaar. En laat dat nou precies ook de periode zijn waarin het brein zich ontwikkelt.” Ze legt uit hoe een specifiek bacterieel product, peptidoglycaan, essentieel is voor de normale hersenontwikkeling: “Een stofje dat mensen zelf niet maken, peptidoglycaan, blijkt essentieel voor de ontwikkeling van de hersenen.”
De wijze van geboorte heeft een significante invloed op de bacteriële samenstelling van het menselijk lichaam. Sommer beschrijft hoe “tijdens de bevalling, wordt dat kind eigenlijk geperst door de vagina van zijn moeder. En in die vagina, daar zitten een heleboel bacteriën. En dat zijn precies de melkzuurbacteriën die zich in die darm gaan vestigen,” wat benadrukt hoe kritiek deze vroege blootstelling is voor het vestigen van een gezond microbioom.
Sommer benadrukt het belang van voeding voor een gezond microbioom, vooral het belang van borstvoeding direct na de geboorte: “Borstvoeding bevat essentiële elementen voor de ontwikkeling van het microbioom.” Verder adviseert ze een dieet rijk aan vezels en gefermenteerde producten, en waarschuwt ze voor de gevaren van een moderne levensstijl die rijk is aan bewerkte voedingsmiddelen en pesticiden.
Sommer sluit af met een blik op de toekomst en de mogelijke strategieën om onze gezondheid te verbeteren door ons microbioom te beheren. Ze wijst op het potentieel van gepersonaliseerde voeding gebaseerd op microbioomonderzoek en de noodzaak van maatschappelijke veranderingen in onze omgang met voeding en gezondheid: “Met voeding heb je een hoop invloed op het microbioom. En wat kunnen we daarvoor zowel doen? We kunnen onze bacteriën weer laten schwingen door ze goed te voeren.”
Artificiële intelligentie (AI) transformeert de verzekeringssector op revolutionaire wijze, en organisaties zoals Achmea zijn aan de voorhoede van deze innovatie. Rikkert van Capelleveen, Data & Digital Officer bij Achmea, biedt ons inzicht in hoe AI wordt geïntegreerd in hun bedrijfsprocessen, producten en klantenservice. Hieronder verkennen we enkele concrete voorbeelden van AI-toepassingen binnen Achmea die de potentie van deze technologie in de verzekeringswereld illustreren.
Achmea gebruikt AI om de klantenservice te verbeteren door middel van geautomatiseerde systemen zoals chatbots en voicebots. Deze technologieën stellen het bedrijf in staat om klanten sneller te bedienen, vooral tijdens piekperiodes van claims na stormschade, zoals Van Capelleveen aangeeft. Bijvoorbeeld, een AI-gestuurde voicebot kan oproepen aannemen, de klant herkennen, vaststellen of een claim gedekt is en zo nodig direct doorverbinden naar reparatiediensten. Dit verhoogt niet alleen de efficiëntie maar verbetert ook de klantervaring door snelle en nauwkeurige respons op klantvragen.
Een ander belangrijk gebied waar AI wordt toegepast, is bij de detectie en preventie van fraude. Achmea gebruikt geavanceerde AI-modellen om patronen te identificeren die wijzen op potentiële fraude. Deze modellen zijn zelflerend, wat betekent dat ze steeds effectiever worden naarmate ze meer data verwerken. Van Capelleveen meldt dat deze AI-systemen al aanzienlijke bedragen aan fraude hebben opgespoord, wat bijdraagt aan het reduceren van kosten en het beschermen van de integriteit van het verzekeringssysteem.
AI speelt een cruciale rol in het beoordelen van schadeclaims door beeldherkenningstechnologieën. Achmea gebruikt AI om foto’s van beschadigde objecten te analyseren en snel de omvang van de schade te bepalen. Dit maakt het proces sneller en vermindert de noodzaak voor fysieke inspecties door experts. Dit gebruik van AI verhoogt niet alleen de snelheid en nauwkeurigheid van schadebeoordelingen maar zorgt ook voor een verlaging van de operationele kosten.
Een innovatieve toepassing van AI bij Achmea is het gebruik van telematica om rijgedrag te monitoren en te analyseren, wat leidt tot gepersonaliseerde verzekeringspremies. Bestuurders die veilig rijden kunnen beloond worden met lagere premies, wat een stimulans biedt voor verantwoordelijk rijgedrag. Dit gebruik van AI draagt bij aan een eerlijker en meer op maat gemaakt verzekeringsmodel.
AI stelt Achmea ook in staat om grote hoeveelheden data te gebruiken voor voorspellende analyses, waardoor beter inzicht wordt verkregen in risico’s en trends. Dit helpt bij het proactief beheren van risico’s en het aanpassen van beleidsstrategieën op basis van voorspelde veranderingen in de markt of het risicolandschap.
Thijs Pepping, trendanalist bij het Verkenningsinstituut Nieuwe Technologie (VINT) van IT-dienstverlener Sogeti, deelt zijn diepgaande inzichten over de verbinding tussen menselijke, kunstmatige en regeneratieve intelligentie. Zijn verhaal is niet alleen een reflectie op technologische vooruitgang, maar ook een pleidooi voor een dieper begrip van onze natuurlijke affiniteiten, bekend als biofilie.
Pepping benadrukt de betekenis van ‘biofilia’: een aangeboren neiging om verbinding te maken met de natuur. Deze neiging, zo stelt hij, zit diep geworteld in onze genen en is cruciaal voor het begrijpen van onszelf en onze omgeving. “Biofilia is een aangeboren en genetisch bepaalde affiniteit van de mens met de natuurlijke wereld,” legt Pepping uit. Hij gelooft dat deze verbinding vaak verloren gaat en pleit voor een herwaardering van deze essentiële menselijke eigenschap.
Pepping verkent de transitie van duurzaamheid naar regeneratieve praktijken, een verschuiving die hij als fundamenteel beschouwt voor de toekomst van zowel ecologie als technologie. Hij introduceert het concept van ‘regeneratieve intelligentie’, een vaardigheid die verder gaat dan herstellen of bewaren; het is een proces dat actief bijdraagt aan de vernieuwing van ecosystemen en gemeenschappen. Deze vorm van intelligentie is niet alleen toepasbaar op natuurlijke systemen, maar ook op hoe we technologie integreren en gebruiken in ons dagelijks leven.
De reis van Pepping heeft hem geleid naar de snijpunten van menselijke en kunstmatige intelligentie. Sinds 2016 onderzoekt hij de ‘anatomie van de angst voor AI’, en hoe deze technologische vooruitgang kan worden afgestemd op menselijke waarden en behoeften. Hij stelt dat kunstmatige intelligentie niet als een aparte entiteit moet worden gezien, maar als een integraal onderdeel van onze menselijke ervaring en intelligentie. “We moeten AI niet alleen trainen op menselijke intelligentie, maar ook nieuwe manieren bedenken om deze technologie te benaderen” adviseert hij.
Een ander belangrijk thema dat Pepping aansnijdt is het concept van ‘umwelt’—een term die hij gebruikt om de interactie tussen organismen en hun omgeving te beschrijven. Dit begrip is cruciaal voor het ontwerpen van technologie die empathisch en responsief is ten opzichte van zowel menselijke als niet-menselijke systemen. Door AI te trainen om de ‘umwelt’ van verschillende wezens te begrijpen, kunnen we technologieën ontwikkelen die meer afgestemd zijn op de diverse behoeften van onze planeet.
Pepping onderstreept de noodzaak van nieuwe taal en modellen om de evoluerende relaties tussen mensen, technologie en de omgeving te beschrijven. Hij noemt de termen ‘regeneratieve landbouw’, ‘regeneratieve geneeskunde’, en ‘regeneratieve educatie’ als voorbeelden van hoe deze nieuwe benaderingen ingang vinden in verschillende sectoren. “We moeten nieuwe woorden vinden om deze veranderingen te duiden,” zegt hij “en denken aan regeneratieve businessmodellen die deze principes kunnen incorporeren.”
Pepping’s visie op een regeneratieve toekomst gaat over het heroverwegen van onze interacties met de wereld—zowel digitaal als ecologisch—en hoe we technologie kunnen gebruiken om deze banden niet alleen te herstellen, maar actief te verbeteren. Zijn werk bij VINT en zijn presentaties, zoals die bij NASA, laten zien dat het integreren van deze concepten al begonnen is, en bieden een hoopvolle blik op wat nog mogelijk is als we onze biophilie omarmen en onze intelligentie in dienst stellen van regeneratie.