Plastic is een groot probleem: soms is het een goed materiaal als je er lang gebruik van kunt maken, bijvoorbeeld als slakom of LEGO. Maar al die plastic zakjes, afhaalbakjes en overig weggooiplastic is waardeloos. Een nieuw plan is om het allemaal te veranderen in gas.
Polypropyleen en polyethyleen blijken tegelijkertijd te kunnen worden afgebroken, waarna er een gas ontstaat. Polypropyleen wordt vooral gebruikt voor voedselverpakkingen en polyethyleen voor plastic tasjes, flesjes, speeltjes, enzovoort. Deze twee materialen kunnen worden gerecycled, maar hierbij komen vaak grote hoeveelheden broeikasgassen kwijt en dat zorgt weer voor een ander milieuprobleem.
Onderzoekers op de universiteit van Californië wilden daar iets mee en zijn daarom met een nieuwe recyclemethode op de proppen gekomen. Ze gebruiken een middel wat er voor zorgt dat polypropyleen en polyethyleen worden omgezet in propyleen en isobuteen. Gassen dus, die weer kunnen worden omgezet in nieuw plastic. De wetenschappers laten weten dat het moeilijk en kostbaar is om de twee plastics van elkaar te scheiden, maar dat dit recycleproces dat nu is bedacht wel echt goed werkt voor beiden tegelijk.
De onderzoekers passen isomeriserende ethenolyse toe, waarbij gebruik wordt gemaakt van een katalysator om alkeenpolymeerketens af te breken tot hun kleine moleculen. De bindingen van polyethyleen en polypropyleen kunnen goed tegen chemische reacties, waardoor het even zoeken is naar de juiste katalysatoren. Gelukkig bleek ook meteen dat dure metalen gebruiken, wat eerder was geprobeerd, niet nodig is (en niet goed werkt ook): het gebruik van natrium op aluminiumoxide met daarna door wolfraamoxide op silica bleek veel efficiënter en goedkoper. Wel zijn er hoge temperaturen voor nodig, dus heel goedkoop is het ook alweer niet.
Tegelijkertijd is er wellicht geld te verdienen met het ‘eindresultaat’: propyleen is een belangrijke grondstof voor de chemische industrie en isobutyleen voor allerlei polymeren, zoals synthetisch rubber. De onderzoekers hebben nu laten zien dat dat kan, ook als er verontreiniging in het plastic zit. Een broodzak bijvoorbeeld, die sporen bevat van andere polymeren dan polypropyleen en polyethyleen. Het enige verschil bleek dat er minder propyleen en isobutyleen uitkomt. Het hangt wel van de type andere kunststoffen die in het product voorkomen af, want bij PET en PVC is de opbrengst dan wel heel aanzienlijk lager.
Maar toch, het zijn stappen in de goede richting, om te zorgen dat we misschien niet zo snel van plastic afkomen, maar het in ieder geval op een betere manier verwerken.