Audi heeft onderzoek gedaan naar de maatschappelijke kant van zelfrijdende auto’s. Daarbij ging het niet alleen over technische vraagstukken en uitdagingen, maar ook over wetgeving, het vertrouwen tussen mens en machine en de veiligheid, inclusief bescherming van (persoonlijke) gegevens en beveiliging van de infrastructuur. De Duitse autofabrikant verwacht nog voor 2030 de eerste volledig autonoom rijdende modellen te introduceren. Audi voert al jaren tests uit met zelfrijdende auto’s. Technisch gaat het dus crescendo. Maar voor dat het zover is zullen een aantal randvoorwaarden rondom de thema’s van het onderzoek, ingevuld moeten worden.
Uiteraard moet de technologie volwassen zijn, maar er moeten volgens Audi ook passende politieke en wettelijke kaders komen. In de SocAIty studie van de autofabrikant laten wetenschappers, politici en economen hun licht schijnen over autonoom rijden en over alle aspecten die ermee samenhangen. Met de SocAIty studie wil Audi bijdragen aan het publieke debat rondom autonoom rijden en aan de verantwoorde inzet van deze nieuwe vorm van rijden voor de mobiliteit van de toekomst.
Auto’s die zelf tussen de lijntjes blijven, (mee)sturen, remmen en accelereren. Het is technisch al lang mogelijk. In de praktijk wordt ‘autonoom rijden’ ook al veel, en met succes, getest. Wettelijk, en verzekeringstechnisch, zitten er echter nogal wat haken en ogen aan. Dat geldt ook voor het vertrouwen tussen mens en machine.
Ik rij zelf regelmatig in auto’s die, technisch gezien, zich vrijwel volledig autonoom kunnen voortbewegen. Maar het blijft toch vreemd en mijn handen en voeten zijn altijd in de buurt van stuur en pedalen. Voordat ik naast of achter bestuurdersstoel plaats zal nemen, moet er nog wel wat gebeuren. Echter, dat onze auto’s in de toekomst uiteindelijk zelf kunnen, en mogen, rijden, dat lijkt onvermijdelijk. Het is een kwestie tijd, de juiste regels en acceptatie. Dat is ook de conclusie van de SocAIty studie van Audi.
Audi kijkt in de studie onder andere naar de verandering van het mobiliteitslandschap. Die maken de noodzaak, met name in grote steden, voor micromobiliteitsoplossingen steeds groter. Terwijl de VS alom gezien wordt als de aanjager van de technologie achter autonoom rijden, is het volgens de studie juist China waar deze nieuwe technologie snel en op grote schaal kan worden uitgerold. “Europa wordt gezien als een innovatieplek voor geavanceerde voertuigtechnologie en als perfecte productielocatie. Bovendien zouden Europese klantenrechten en de regulering van databescherming als standaard voor de complete industrie kunnen dienen”, aldus de studie. Tsja, dat Audi, als Duits bedrijf, een beetje voor haar eigen regio preekt, kan ze natuurlijk niet kwalijk genomen worden.
Volgens Audi zullen wij, de chauffeurs, de opmars van autonoom rijdende auto’s geleidelijk accepteren. Belangrijk is daarvoor wel dat we vertrouwen krijgen in autonoom rijden. Dat kost tijd, maar verwacht wordt ook dat de voordelen die autonoom rijden met zich meebrengen op het gebiedt van comfort- en veiligheid die acceptatie kunnen versnellen. Zeker als, met de voortschrijdende ontwikkelingen, deze technologie steeds breder beschikbaar komt. De sociale impact van zelfrijdende auto’s kan volgens de studie enorm zijn. “Via autonoom rijden komen diensten op maat beschikbaar en wordt mobiliteit bereikbaarder. Mobiliteit wordt dus als het ware inclusiever en socialer. Dat is van groot belang: mobiliteit is immers onmisbaar om toegang te krijgen tot banen, gezondheidszorg, voedsel etc”, aldus de studie van Audi.
Tot slot heeft de studie ook aandacht voor de ethische kant van autonoom rijden. Denk aan vragen als: hoe reageert een auto in de situatie van een ongeval, wie is verantwoordelijk als een autonoom rijdende auto betrokken raakt bij een ongeval? En van wie is de gegenereerde informatie? De antwoorden zijn cruciaal voor de volgende stap. Als het gaat om autonoom rijden hebben bedrijven en wetgevende instanties uiteraard ook vragen én ze staan voor uitdagingen. Een duidelijke ethische basis helpt om daar goed op in te springen.