Het gaat goed met het Zuid-Koreaanse Hyundai. De autofabrikant is na Toyota en de Volkswagengroep inmiddels de onbetwiste nummer 3 in de wereld. Dat succes staat niet op zichzelf, want naast het eigen automerk van Hyundai zijn ook Kia en het luxemerk Genesis onderdeel van het autoconcern. Het icoon is de Hyundai Kona waarvan de elektrische versie een regelrechte hit is. En ook de opvallende Ioniq 5 is een doorslaand succes.
Beide auto’s zijn in grote mate verantwoordelijk voor het huidige succes. Zo gingen de verkoopcijfers van de volledig elektrische Kona door het dak en kent deze EV inmiddels als een opvolger waarvan opnieuw hoge verkoopcijfers worden verwacht gebaseerd op sterk verbeterde specificaties en een vernieuwd design. De Ioniq 5 was gelijk succesvol bij de introductie want zelden ontving een nieuwe auto zoveel onderscheidingen vanuit de autowereld en de media.
Vooral het design viel op want de Ioniq 5 won zo’n beetje alle denkbare design awards. Inmiddels is er ook een Ioniq 6, het tweede model van het merk Ioniq met opnieuw een opvallend (vooral aerodynamisch) design. De Ioniq 5 is geïnspireerd op een historisch model, het is de DNA van Hyundai, beter bekend als de Hyundai Pony.
Een auto die in 1974 voor het eerst te zien was op het autosalon van Turijn en was getekend door de Italiaan Giorgio Giugiaro. De motoren waren van Mitsubishi. Het duurde daarna nog wel 4 jaar voordat de Pony ook in Europa op de markt kwam. Het was de eerste kennismaking met een auto uit Korea waar we in Europa echt alles van vonden. Het zou ondenkbaar zijn geweest als je toen durfde te voorspellen dat het merk decennia later een van de wereldwijde marktleiders zou worden.
Na een woelige historie tussen 1980 en 1996 met zelfs de serieuze dreiging van een faillissement begint Hyundai in 2010 aan zijn opmars en komt het merk van Hyundai en Kia voor het eerst voor in de top 5 van meest succesvolle automobielfabrikanten. Vanaf dat moment maken de auto’s gebruik van dezelfde technologie maar wel ieder met een eigen designtaal en behoren beide tot de top 10 van meest betrouwbare automerken.
Het gaat dus goed of zeg maar gerust heel goed met het Zuid-Koreaanse Hyundai. Een succes dat niet op zichzelf staat. Auto’s uit een land met een volledig eigen en hoogstaande cultuur. Een merk waarvan het succes nog lang niet ten einde is en waarin Seoul, de hoofdstad van het land een belangrijke rol speelt. Om dat te kunnen duiden gaan we tijdens ons bezoek aan Seoul samen met Diane Kloster en Simon Loasby, de twee gezichtsbepalende designers van Hyundai, te voet door de stad om te zien waar zij hun inspiratie vandaan halen. Als je kijkt naar de nog maar korte levenslijn van het merk moet er in het verleden iets zijn gebeurd zijn waardoor alles samen is gekomen.
Om iets meer van het merk, de designtaal, de filosofie en het succes van Hyundai te begrijpen moet je eerst kennismaken met de cultuur van Zuid-Korea. Het beste kun je dat in vogelvlucht doen in het Seoul Museum of Craft Art, ook wel de ‘Soul of Seoul’ genoemd. Hier maak je een reis door de tijd en is het een lange optelsom van heden en verleden. Het is het verhaal over een land wat pas ontstaat na 1945. Wat direct opvalt is de liefde voor de natuur, het evenwicht in leven en de grote aandacht voor klassieke ambachten. Het is een cultuur die ver verwijderd is van wat wij de westerse cultuur noemen.
Natuurlijk kennen wij het begrip vakmanschap al is dit hier totaal anders vertaald. In Korea is vrijwel alles gebaseerd op de natuur. Ieder voorwerp moet in evenwicht zijn met zijn of haar omgeving. Het is niet iets wat je kunt vastpakken maar wat je wel gaat ervaren als je het land en de stad bezoekt.
Het museum ligt op een plekje waar meer kunst te vinden is. O.a. het Museum of Modern and Contemporary Art en de historische wijk van het Bukchon Hanok Village en de culturele wijk Insadong. De straten zijn een optelsom van hedendaagse en authentieke architectuur. Het is ook wat Hyundai ons wil duidelijk maken. Het draait vooral om de harmonie der dingen die je terugziet in de productie van hun hedendaagse modellen. Computer design doordrenkt mat AI en afgewerkt volgens eeuwenoude normen. Welkom in Seoul, de stad van Hyundai.
Het respect dat de mensen hier voor elkaar hebben zou wat mij betreft een blauwdruk mogen zijn voor de rest van de wereld. De Koreaanse cultuur is onvergelijkbaar. Hier eet en leeft men zoveel gezonder. Overwicht is zeldzaam, het onderling respect is verademend, hier lopen heden en verleden in elkaar over en staan de immer drukbezochte tempels verscholen tussen torenhoge wolkenkrabbers. De stad Seoul is schoon, prullenbakken vind je er niet, en er rijden in deze metropool, met 25 miljoen mensen, vrijwel alleen maar luxe auto’s voornamelijk van de huismerken.
BMW en Mercedes lijken hier nog een beetje kans te maken maar moeten zwaar concurreren met exclusieve modellen van Hyundai en Kia, die bij ons niet eens op de prijslijst voorkomen. Ze zijn te groot en te duur voor de westerse wereld. Vreemd om dat eigenlijk te moeten vaststellen. Een Kia Picanto staat hier op de stoep in de vorm van een e-step, kleine auto’s bestaan hier niet.
Geparkeerde auto’s kom je hier ook niet of nauwelijks tegen. Net zo bijzonder is het ontbreken van laadpalen, en dat terwijl een groot deel van de stad geruisloos en dus elektrisch de hoek komt omrijden. Auto’s stoppen voor voetgangers zonder te claxonneren. De laadpalen vind je terug in een indrukwekkend verborgen park van ondergrondse garages. Je moet ze uiteindelijk toch ergens laten. Bij oversteekplaatsen staan grote parasols om je te beschermen tegen de zon. Een klein deel van de bevolking draagt mondkapjes, in de gedachte dat je niet iemand anders mag aansteken. Al zullen ook hier de westerse wokkies er ongetwijfeld een aan andere draai aangeven.
Mode en design zie je terug op straat. In Gangnam is iedereen rijk tot twee straten achter de brede boulevards. Fashion is hier veel meer een onderdeel van je leven. Grote modemerken verspreiden zich over de stad met exclusieve pop-up stores, die drie weken later weer verdwenen zijn. Vooral de jeugd is duidelijk met fashion en lifestyle bezig. Met eigen kledingstijlen, deels geïnspireerd op de K-Pop cultuur. Op de luchthaven staan meisjes met brieven, krukjes en ladders klaar om een van de vele idolen die over 12 uur op reis gaat uit te zwaaien. Jonge fashionistas van geschat tussen 12 tot 16 jaar die er zo modisch mogelijk uitzien.
Als je langs ze loopt buigen sommigen omdat ze dat zo geleerd is. Voor ons voelt het vreemd en onwennig, voor de Koreaanse jeugd een vanzelfsprekendheid. Criminaliteit komt hier ook nauwelijks voor. In een restaurant kun je je smartphone gewoon op tafel laten liggen. Alles dat bij ons ondenkbaar is, lijkt hier heel normaal. De cultuur hier is een optelsom van andere waarden en heeft onlosmakelijk te maken met het succes van Koreaanse merken. Dat Hyundai en een merk als Samsung beiden zo succesvol zijn is geen toeval. Made in Korea, met dank aan Seoul.