Uber en Toyota waren al partners, en dat bevalt blijkbaar goed. De twee deden een gezamenlijke aankondiging dat Toyota nog eens een half miljard dollar gaat steken in de ontwikkeling van de zelfrijdende Uber-service. Service, ja, niet auto’s. Die gaan van Toyota komen en volgens het persbericht staat de verder gaande samenwerking zelfs nog los van de 500 miljoen die Toyota ‘gewoon’ in Uber investeert.
Het doel is simpel voor Toyota: ze willen hun achterstand inhalen qua zelfrijdende technologie en via deze samenwerking toch als een van de eersten in de markt voor ‘autonomous mobility as a service’ zitten. De twee partijen gaan nu samenwerken om specifiek een Toyota-voertuig te maken dat geschikt is voor autonomie, specifiek een variant van de Sienna minivan.
Uber’s zelfrijdende project stond al even op pauze, althans naar de buitenwereld toe. Het werd een tijdje geleden stopgezet omdat een vrouw overleed na een botsing met een zelfrijdend Uber-voertuig. Daarna werden een heel aantal Uber-chauffeurs ontslagen. Met deze partnership lijkt het er op dat Uber de handschoen weer oppakt en dat betekent vermoedelijk ook dat de testen met de zelfrijdende auto’s weer van start zullen gaan.
Hoe lang dat gaat duren is niet helemaal duidelijk, want in de aankondiging wordt gesproken over een ‘pilot-scale deployment’ in 2021. Wat er in de drie jaar daarvoor nog gaat gebeuren horen we snel genoeg, maar de kans is groot dat er wat tijd nodig is om Uber’s geautomatiseerd rijsysteem en het Guardian-systeem (bedoeld om de passagiers te beschermen) van Toyota te integreren.
[Afbeeldingen © – Adobe Stock]
