Door de schikking vorige week is het vonnis dat de Rechtbank Utrecht vorig jaar tegen Mininova wees onherroepelijk geworden. Dat vonnis is baanbrekend.
Het heeft de verantwoordelijkheid van sitehouders namelijk nader gedefinieerd. De rechtbank oordeelde dat een faciliterende site als Mininova inbreuk bevordert en daarom preventief toezicht moet houden om ervoor te zorgen dat er geen links naar illegale entertainment bestanden worden aangeboden.
Het principe uit het Mininova vonnis is kort erna opnieuw toegepast tegen The Pirate Bay. Ook die moest zelf op eigen initiatief en kosten alle links naar ongeautoriseerde bestanden verwijderen en voortaan weigeren. Maar, zoals bekend, houdt The Pirate Bay zich niet aan het vonnis. Inmiddels heeft de Rechtbank Amsterdam ook uitspraak gedaan in de bodemprocedure en daarin bepaald dat de site geheel ontoegankelijk moet worden gemaakt voor Nederland.
Deze vonnissen zijn gewezen tegen de oprichters van de site die hun bewering dat zij de site hebben verkocht niet hebben kunnen aantonen. Overigens werd het eerste vonnis dat bepaalde dat The Pirate Bay preventief toezicht moet houden ook gewezen tegen een bedrijf genaamd GGF dat destijds de potentiële nieuwe eigenaar van de site was.
Vanzelfsprekend zou The Pirate Bay niet ontoegankelijk hoeven worden gemaakt indien zij alsnog alle links naar ongeautoriseerde entertainment bestanden zou verwijderen. De site is ondanks alle acties, onder meer tegen de verschillende hosting providers waar The Pirate Bay onderdak vond, nog altijd bereikbaar.
Vandaar dat Brein nu rechtszaken aanhangig heeft gemaakt met de vordering dat access providers de site ontoegankelijk maken voor Nederlandse gebruikers. Zo wordt dan indirect alsnog voldaan aan het rechterlijk vonnis waaraan The Pirate Bay zich niet houdt. In Denemarken en Italie is die eis tot blokkering van toegang tot aan de Hoge Raad doorgeprocedeerd en toegewezen.
