Je hebt ze in elke vriendengroep en in elke familie: de mensen die niet van bordspellen houden. Je kunt hoog en laag springen: ze willen er niet aan. Op zich prima natuurlijk, maar soms is die extra persoon nodig om een spel te doen of zit hij of zij er anders ook maar een beetje bij. Deze feestdagen kun je ze misschien toch tot een spelletje verleiden, namelijk met deze vijf bordspellen.
Het probleem dat mensen vaak met bordspellen hebben, dat is vaak dat ze het te veel moeite vinden kosten. Dat zit hem in drie dingen: het leren (dus snappen hoe het werkt, de regels begrijpen), het overzicht houden (sommige spellen barsten van de kaartjes, vol met tekst, plus nog eens fiches en geld) en het steeds met dat bord bezig moeten zijn. Sommige mensen willen een beetje achterover leunen, zeker tijdens de feestdagen. En dan zijn er nog die mensen die niet tegen hun verlies kunnen of die spellen te lang vinden duren. Geen probleem. Voor al deze mensen hebben we een spel gevonden dat kans heeft wel in de smaak te vallen.
Codenames is een spel dat in eerste instantie wat abstract lijkt, maar eigenlijk heel erg leuk is omdat het vooral aan de personen die spelen is hoe ze het doen. Er wordt geen kennis gevraagd: je legt de tafel vol met kaartjes en moet op basis van een simpel plattegrondje zorgen dat je vrienden bepaalde kaarten eruit pikken. Pakken ze een verkeerde, dan stopt hun beurt (of zelfs het spel, als je de ene ‘bom’-kaart pakt). Het leuke is dat je dus van de kaartjes die gepakt moeten worden moet bedenken wat ze overeenkomen, en dat mag je maar in één woord omschrijven (hoewel, er zijn ook mensen die twee of drie woorden toelaten). Het voordeel is dat er niet per se tijd loopt, dus je kunt net zo lang over een potje doen dan je wil. Je hoeft ook niet constant op te letten, wat het ook een wat meer ontspannen spel maakt. Plus, één potje duurt ongeveer een kwartier, dus geen lange sessies nodig.
Een spel dat juist wel alles met tijd te maken heeft, dat is 30 Seconds. Het voordeel van dit spel is dat je het in teamverband speelt, waardoor iemand die niet tegen zijn verlies kan in ieder geval niet alleen aan zichzelf te wijten heeft dat het misschien een keer niet zo lekker ging. 30 Seconds is bovendien enorm eenvoudig. Je hebt kaartjes met 5 dingen erop die je moet omschrijven en waarvan de ander binnen 30 seconden alle 5 de items moet raden. Doe je dat goed, dan kun je een paar plekken vooruit op het spelbord en wie het eerst bij de finish is, die wint. Kinderlijk eenvoudig, al zal je merken dat het omschrijven best een uitdaging kan zijn.
Dit spel is niet voor mensen die bang zijn dat een spel lang duurt, maar verder is het heel geschikt voor eigenlijk iedereen. Dit is een ware klassieker, omdat het eigenlijk vijf spellen in één is. Je moet iets tekenen, een vraag lezen, iets omschrijven zonder de verboden woorden te gebruiken, iets uitbeelden of tegelijkertijd een merk roepen (vroeger was dit liplezen). Dit spel is geliefd om meerdere redenen: zijn veelzijdigheid, de eenvoud en het feit dat je het in teams doet.
Het is een spel dat eng veel doet denken aan de periode waaruit we net kruipen: de coronapandemie. Toch bestond Pandamic al eerder. Er is een populaire app van, maar ook een bordspel dat zeer geliefd is. Je moet hierin doen alsof je viroloog bent en zorgen dat er op de wereld zo min mogelijk pandemieën uitbreken. Het fijne is dat je het allemaal met hetzelfde doel speelt, waardoor je niet het gevoel hebt dat je hebt verloren. Pandamic zet je allebei in een bepaalde rol: arts, onderzoeker, wetenschapper of coördinator. Je moet dus allemaal vanuit je eigen rol een strategie bedenken en uitvoeren. Klinkt ingewikkeld, maar zeker na de coronapandemie is dit een spel waarin je je snel laat meeslepen. Dat kan ook, want in de basis is het een vrij eenvoudig spel dat je snel onder de knie hebt. Bovendien kun je elkaar ook goed helpen, waardoor je niet heel bang hoeft te zijn dat iemand op je kaarten kijkt.
Dit spel is niet geschikt voor mensen die maar wat achterover willen hangen: ze zullen aan de bak moeten in 20 Second Showdown. Dit is typisch een spel waar bijvoorbeeld sportmensen heel blij van worden, omdat je snel activiteiten moet uitvoeren en er ook nog eens een grote mate van competitiegevoel in zit. Er loopt een zandloper en elke keer als iemand ‘wint’, dan wordt de zandloper omgedraaid. Elke kant van de zandloper staat voor een team en je speelt het dan ook tegen elkaar. Wat je moet doen? De gekste dingen. Het dansje van YMCA, je sok als handboek gebruiken of alles opnoemen wat je die dag hebt gegeten. Simpel en doeltreffend. Hilariteit gegarandeerd.