“We willen geen tweede Game of Thrones maken: dit moet verrassen,” aldus de makers van House of the Dragon, de langverwachte Game of Thrones-spin-off. We hebben tijdens de première-avond op 11 augustus de eerste aflevering gezien en hoe hard we ook zochten naar minpunten: deze eerste aflevering stelt niet teleur. Lees er in deze spoilervrije bespreking meer over.
Enerzijds wil je natuurlijk terug naar die wereld van Game of Thrones. Als we die laatste paar afleveringen even vergeten, dan was het een serie die met heel veel aandacht en enthousiasme is gemaakt. Datzelfde enthousiasme is terug te zien in House of the Dragon. Het heeft precies genoeg Game of Thrones om fans er weer lekker in te laten glijden, terwijl het tegelijkertijd wel fris en nieuw voelt.
De cast zorgt er wel voor dat we onze helden uit de originele serie niet hoeven te missen. Daenerys hoe? We hebben nu princess Rhaenyra, die in de eerste aflevering al opvalt door de rustgevende, bijzondere oogopslag en dito spel van Milly Alcock (en later zal worden gespeeld door Emma D’Arcy, die er tijdens de première redelijk dark uitzag…). Dat belooft dus wat.
Wat ook veelbelovend is, dat zijn de computergeanimeerde beelden. In Game of Thrones zagen de draken er soms uit alsof ze zich in een heel andere wereld bevonden dan de acteurs, maar in House of the Dragon heeft HBO duidelijk meer budget vrijgemaakt voor CGI. Dat moet ook wel, want zoals de naam al doet vermoeden volgen we het wel en wee van de familie Targaryen en dat is nu eenmaal de enige familie die draken onder controle kan houden.
Deze eerste aflevering heeft zeker zaken die in het Game of Thrones-dna zijn ingebakken. Het leiden en het lijden. Dat wordt zelfs heel duidelijk uiteengezet in deze eerste aflevering, die scènes bevat waarbij het moeilijk is om niet mee te leven met de personages. Of het nu gaat om ridders of om koninginnen: de makers hebben ervoor gezorgd dat je je in deze eerste aflevering weer in de gruwelijke, maar toch blijkbaar erg comfortabele wereld van Game of Thrones stort. It’s good to be back.
Het ritme van de aflevering is fijn: er wordt veel tijd genomen voor een bepaald evenement, maar geen seconde voelt het als te veel tijd. Wel wordt er net zoals in het origineel meteen al met veel namen, families en plaatsnamen gestrooid, wat wel wat gevaarlijk is: dat is namelijk waardoor veel mensen juist zijn afgehaakt en Game of Thrones nooit hebben verder gekeken. Het helpt echter waarschijnlijk wel dat deze eerste aflevering het redelijk op één locatie houdt, zodat je in ieder geval vast hieraan kunt wennen: al die namen en rugnummers volgen later wel.
Tijdens de première-avond in de Amsterdamse Beurs van Berlage waren ook de acteurs uit de serie aanwezig: Matt Smith, Olivia Cooke, Emma D’Arcy, Steve Toussaint, Fabien Frankel, Milly Alcock en Emily Carey spraken zich allemaal uit over de spanning die ze voelden. Ze weten dondersgoed hoe geliefd het origineel was en dat het altijd maar moeilijk is om nog een keer met iets te komen waarvan zoveel wordt gehouden. Natuurlijk zal House of the Dragon dat zeker niet altijd goed doen, maar de start is er en daar valt wat ons betreft weinig aan op te merken.
Een sterk begin van wat hopelijk wederom een sterke serie wordt voor HBO Max. Een serie waarover we weer bij de koffieautomaat kunnen praten, waardoor we even nog niet op social media gaan omdat we niet gespoild willen worden en vooral een serie die ons bijblijft. De ingrediënten lijken er weer te zijn, maar het is de vraag of de makers er inderdaad iets goeds van bakken. Het voorproefje staat in ieder geval als een huis.
House of the Dragon is vanaf aanstaande maandag in Nederland te zien op HBO Max.