Deze week is een nieuw rapport van het Nationaal Media Onderzoek (NMO) voor 2022 gepubliceerd. Daarin wordt gekeken naar het bezit en gebruik van media-apparaten en consumptie van video, audio en andere vormen van content. Hiervoor zijn in totaal meer dan 13.000 respondenten van 13 jaar of ouder bevraagd.
Het rapport laat zien dat de consumptie van lineaire content gestaag terrein blijft verliezen ten opzichte van non-lineaire media consumptie, ofwel de zogenoemde streamingdiensten. Inmiddels heeft bijna een op de tien (9,2%) van de Nederlandse huishoudens geen tv-abonnement meer. Dat zijn de zogenoemde cord-cutters. In 2021 waren dat er nog 7,5 procent. Opvallend is dat de meeste cord-cutters volgens het onderzoek te vinden zijn onder de eenpersoonshuishoudens en in grote steden (beiden 14%).
In 2022 stond in 95,9 procent van alle Nederlandse huishoudens minimaal één televisie. Dat is nagenoeg ongewijzigd (+ 0,1%) vergeleken met een jaar eerder. Ook het bezit van smartphones (94,4%) verschilde in 2022 nauwelijks (+0,1%) met het jaar daarvoor. Het aantal huishoudens dat beschikt over een laptop, tablet, radiotoestel (of tuner) en desktop pc daalde licht. Dat bezit kwam respectievelijk uit op 80,5 procent (-1,3%), 64,0 procent (-1,8%), 43,7 procent (-4,1%) en 41,5 procent (-1,2%).
Inmiddels heeft ruim een derde van alle huishoudens (36,6%) een mediaspeler of streaming device (zoals AppleTV of Chromecast). Een jaar eerder was dat nog 35,8 procent. Het bezit van smartwatch en slimme speakers (zoals Google Home of Sonos One) steeg met respectievelijk 3,8 procent en 2,9 procent naar 25,9 en 24,7 procent. Gemiddeld heeft elk Nederlands huishouden iets meer dan zes devices in huis.
Kijkend naar tv-abonnementen, dan is VodafoneZiggo nog steeds de marktleider, maar die provider ziet haar klantenbestand wel steeds kleiner worden. In 2022 was nog 41,4 procent van alle tv-abonnementen van VodafoneZiggo, een daling van 3 procent ten opzichte van 2021. KPN zag haar aandeel in die markt met 0,9 procent stijgen, naar 30,7 procent. Ook T-Mobile mocht nieuwe tv-klanten verwelkomen. Het aandeel van die provider steeg naar 4,8 procent (+0,6%).
Alle andere providers, met uitzondering van Caiway die gelijk bleef op 2,9 procent, leverden marktaandeel in. Gemiddeld tussen 0,1 en 0,5 procent. Die aanbieders – zoals XS4All, Tele2, Delta en CanalDigitaal, zijn echter nog altijd marginale spelers met marktaandelen tussen de 1,1 en 1,6 procent.
Tv kijken via de kabel was ook in 2022 nog altijd het meest populair (44%), gevolgd door glasvezel (25%) en Internet (13%). Een procent kijkt tv via digitenne en eenzelfde deel heeft een schotel (satellietontvanger).
Bij de streamingdiensten zijn Netflix en Videoland nog steeds het meest populair, waarbij Netflix met 64,5 procent (+1,3%) verreweg de meeste gebruikte streamer is. Videoland kwam uit op 26 procent (+2,5%). Deze percentages hebben betrekking op personen die aangeven dat ze deze streamingdiensten wel eens gebruiken.
Van de andere streamers komt Disney+ het dichtst bij de top twee (20,9%, +2,8%). Amazon Prime wordt door 14,5 procent van de Nederlanders wel eens gebruikt (+1,8%), gevolgd door NPO Plus (10,8%, +1,4%). ESPN Watch (4,6%, -0,4%), YouTube Premium (4,1% , +0,7%) en Apple TV+ (3,5%, -0,9%) blijven ver achter bij de concurrentie.
Interessanter is natuurlijk om te zien hoe vaak mensen streamingdiensten gebruiken. Ruim een derde (33,9%) van de Nederlanders zegt dagelijks of vrijwel dagelijks een streamingsdienst te gebruiken. Een lichte daling (-0,2%) ten opzichte van 2021. Ruim een kwart (26,6%) streamt een of enkele keren per week (+1,3%) en bijna een op de tien (9,3%) zegt een of enkele keren per maand een streamingdienst te gebruiken (+1,2%).
Dat we met z’n allen veel en vaak online zijn, is geen nieuws. Het internet is al lang niet meer weg te denken in onze maatschappij. Dat geldt ook voor mediaconsumptie via het internet. Veertig procent van de Nederlanders geeft aan dagelijks video te kijken op het internet (+2%).
Bijna evenveel mensen (38%, +2%) luistert dagelijks audio content via het internet. Lezen is nog steeds de meest gebruikte vorm van media consumptie via het internet, 50 procent, maar daar is wel een lichte daling (-3%) te zien ten opzichte van 2022.
Het volledige Mediatrends rapport kun je hier downloaden (pdf)