Drones, eenpersoonshelikopters, of vliegende auto’s; hoe gaan steden dit soort nieuwe mobiliteitsvormen in de toekomst inzetten in de lucht? Dat is het centrale thema van Amsterdam Drone Week die dit jaar plaatsvindt van 4 tot en met 6 december in RAI Amsterdam.
Tijdens de eerste Europese rondetafelconferentie van burgemeesters zullen Europese burgervaders met elkaar delen welke rol zij zien voor deze zogenaamde ‘Urban Air Mobility’ om hun steden slimmer, groener en leefbaarder te maken. Tijdens de High Level Conference on Drones van het European Union Aviation Safety Agency (EASA), de Europese organisatie voor veiligheid in de luchtvaart, wordt het zogeheten U-space plan gepresenteerd. Dit geeft inzicht in de inrichting van het luchtruim en biedt uitleg bij de manier waarop drone-operaties met de nieuwe regelgeving kunnen worden opgeschaald.
Ruim drieduizend professionals en 250 sprekers uit 51 landen komen begin december naar Amsterdam om kennis en ervaringen te delen op het gebied van Urban Air Mobility, mobiliteitsoplossingen, regelgeving, (digitale) infrastructuur en innovatie en technologie. Amsterdam Drone Week wordt dit jaar voor de tweede keer georganiseerd en is een samenwerking tussen RAI Amsterdam en EASA.
Het event wordt geopend door minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur). Partners zijn, behalve het Ministerie van Infrastructuur & Water en de Europese Commissie, ook Airbus, Boeing en KPN. Verder geven onder anderen het Amerikaanse bedrijf AirMap en CANSO acte de présence. AirMap richt zich op veiligheidssystemen voor droneverkeer, CANSO is de internationale belangenbehartiger van luchtverkeersleidingorganisaties. De partijen gaan onder anderen in op de vraag wat er moet gebeuren om autonoom vliegen in gecontroleerd luchtruim mogelijk te maken.