Je kon er spelletjes op doen, je kon zo lekker aan die draaischijf zitten met je duim en er kon vooral heel veel muziek op. We waren dol op de iPod, maar toch heeft hij het niet gehaald. Dat is niet de schuld van een ander, dat is vooral de schuld van Apple zelf. Daarover later meer, want we gaan in de tijdmachine eerst terug naar 2001: het jaar waarin het allemaal begon.
Als je kijkt naar hoe we vandaag de dag muziek luisteren en hoe we dat 23 jaar geleden deden, dan is dat flink anders. Toentertijd hadden mensen een programma op hun computer dat Kazaa heette (een paar jaar eerder zelfs Napster) en zo haalden zij op niet al te legale wijze muziek van het internet. Je had dan een MP3-speler om die muziek ook daadwerkelijk on the go te kunnen beluisteren. Destijds waren MP3-spelers eigenlijk een soort uit de kluiten gewassen USB-sticks die je dan ook echt in je computer stak om muziek op te zetten. Als er meer dan 20 nummers op konden, dan was het veel.
Geen ideale situatie, maar toen kwam daar de iPod. We zien het niet te rooskleurig in: ook iPod had absoluut zijn problemen, maar het was wel een enorm indrukwekkend apparaat. Je kon op iPod ineens meer dan 100 nummers kwijt, afhankelijk van welk type je had. Je had ze van 512 MB, maar ook van 256 GB. Net als bij een gewone MP3-speler gebruikte je het apparaat in combinatie met bedrade oordopjes, maar iPod werd niet direct in de computer gestoken, daar zat nog een draad tussen. Ook was het geen kwestie van MP3’tjes in ‘Mijn Computer’ naar de MP3-speler slepen. Nee, voor iPod had je iTunes nodig.
iTunes was de muziekbieb van Apple en hierin kon je ook je eigen nummers kwijt (en ja, ook de nummers die je op niet legale wijze had verkregen). Die kon je vervolgens razendsnel via iTunes op je iPod zetten en dan kon je zo heel lang luisteren. Het voordeel van iPod was namelijk dat er een accu inzat die je kon opladen, versus die USB-MP3-spelers die vaak op AA-batterijen werkten.
iPod was een enorm succes: er waren heel kleine varianten, Shuffles, Nano’s, Mini’s, en het maakte niet uit welke je had, als je er een had, was je al stoer. Alle iPods, behalve Shuffle, hadden een schermpje waarop je kon zien welk nummer werd afgespeeld. Ook kon je er een soort spelletje op doen waarin je snel moest raden welk nummer van je afspeellijst er werd afgespeeld. De click-wheel was echt heerlijk om te gebruiken om in te voeren, nummers te zoeken, enzovoort. Sterker nog, misschien zouden we nog steeds wel een aparte iPod willen, alleen al voor dat click-wheel.
iPod was een uitvinding van Apple en toen het eenmaal met de iPod Touch kwam, was het al gauw duidelijk dat Apple klaar was voor de volgende stap. Andere bedrijven maakten al succesvol smartphones, of in ieder geval telefoons die verder gingen dan een Pocketline Swing, en Apple wilde daar ook wat mee. Toen het dan ook in 2007 met de iPhone kwam, liep het gebruik van iPods al snel achteruit. Waarom? Omdat je ook op je iPhone muziek kon luisteren, dus waarom zou je twee apparaten bij je dragen?
Wat ook wel grappig is, dat is dat podcasts uiteindelijk ook van iPod komen. Het woord, maar ook het succes: er waren in het eerste decennium van deze eeuw al heel interessante podcasts gemaakt en die kon je dan via iTunes op je iPod zetten. Nu gaat dat allemaal veel makkelijker: op je smartphone gebruik je Apple Music, Spotify, Tidal of Deezer en heb je altijd alle muziek van de wereld tot je beschikking. En ook alle podcasts, waarbij je zelfs een melding krijgt als er een nieuwe aflevering is. Het is allemaal veel gemakkelijker en zeker het geklooi met iTunes missen we zeker niet.
Toch is het helemaal niet zo lang geleden dat Apple stopte met de verkoop van iPods: iPod touch was nog tot 2020 te koop via de officiële Apple-website. Toch kan het zijn dat iPod nog een comeback gaat maken: een patent-aanvraag voor een mini multimediaspeler lijkt het te suggereren. Als er maar een scroll-wheel opzit…