Het gaat economisch en politiek al jaren niet lekker tussen de VS en China. Over en weer worden beschuldigingen over spionage heen en weer geslingerd. Daarnaast bestoken beide landen zich met handelsverboden, -embargo’s en extra (invoer)belastingen. Het meest bekende voorbeeld is het hier eveneens heel vaak genoemde en beschreven handelsverbod met Chinese (telecom) techbedrijven zoals Huawei. Amerikaanse bedrijven mogen daar officieel al jaren geen zaken meer mee doen, met alle gevolgen van dien, met name voor Huawei hier in de ‘Westerse’ wereld. Toch doet China ook wel wat terug om Amerikaanse bedrijven het leven en handelen in het land van de lange muur moeilijk te maken.
Zo ontmoedigen lokale en landelijke Chinese overheden het gebruik van Amerikaanse producten. Na het handelsverbod voor Huawei, werd als ‘tegenprestatie’ de iPhone min of meer verboden in China. Zo’n verbod bleek overigens niet overal nodig te zijn, want de Amerikaanse actie tegen Huawei zorgde ervoor dat veel Chinezen, om een statement af te geven, hun iPhones wegdeden, of er geen meer kochten, en massaal aan de ‘Huawei toestellen’ gingen.
Inmiddels, zo meldde Bloomberg enkele dagen geleden, groeit het aantal (overheids)bedrijven en -instanties dat haar personeel vraagt – of opdraagt – geen iPhones of andere buitenlandse toestellen mee naar kantoor te nemen. De overheidsinstanties in minimaal acht Chinese provincies hebben deze regel al ingevoerd.
Helemaal nieuw is die ontwikkeling overigens niet. Het is al vele jaren bekend dat de Chinese overheid graag ziet dat Chinese bedrijven gebruikmaken van lokale technologie en producten. De formele reden die daarvoor gegeven wordt is dat het land minder afhankelijk wil zijn van buitenlandse technologie en producten. Dat zal zeker een rol spelen, maar voor een heel groot deel zullen het ook de gespannen economische en politieke verhoudingen zijn die.
Toch moet China daar ook wel een beetje mee uitkijken. Het leeuwendeel van al die ‘buitenlandse’ producten worden immers voor een groot deel in China geproduceerd, veelal ook met Chinese onderdelen. Natuurlijk, westerse bedrijven kunnen niet zomaar even afscheid nemen van hun Chinese fabrieken, maar toch. De afgelopen jaren zijn fabrikanten als Apple, maar ook Samsung, al begonnen met het verleggen van (een deel van) productie naar andere landen, zoals Thailand, Vietnam, India etc.
De vraag is natuurlijk wie wie meer pijn kan doen met een verbod of embargo. De Chinese economie is vele malen groter dan die van Europa en de VS bij elkaar. Feit blijft wel dat die economie zo groot is kunnen worden doordat bedrijven in de VS en Europa naar China togen voor hun productie en de inkoop van grondstoffen en onderdelen. Het is misschien een wankel evenwicht, maar wel een waarin beide partijen, zeker de komende jaren, nog tot elkaar veroordeeld zijn.