Nog niet zo heel lang geleden werd je, zeker hier in Nederland, vaak raar aangekeken als je niet elke twee jaar een nieuwe mobiele telefoon of smartphone in je handen had. Wat ooit begon als een soort van promotie om mensen aan de mobiele telefoon – en dan vooral ook het bijbehorende abonnement voor belminuten en sms’jes – te krijgen, groeide tussen 1995 en 2015 uit tot wat we wel eens de toestelsubsidie noemden.
Bij het afsluiten van een nieuw, of het verlengen van een bestaand, mobiel abonnement kreeg je, voor niets of een kleine bijbetaling, ‘gratis’ een nieuw mobieltje – en later smartphone – erbij. Vrijwel iedereen begreep dat gratis in dit geval niet echt ‘voor niks’ betekende, want de prijs (of het leeuwendeel daarvan) van het toestel werd door de providers ‘stiekem’ verrekend in de maandelijkse abonnementskosten. Toch zorgde deze ‘toestelsubsidies’ ervoor dat heel veel consumenten eigenlijk standaard bij het verlengen van hun mobiele abonnement ook een nieuwe (slimme) telefoon uitzochten.
Dat betekende dus ook dat de levensduur van mobiele telefoons de twee jaar nauwelijks overschreden. In Nederland was het op een gegeven moment zelfs even onder de 24 maanden, omdat je bij sommige promoties je nieuwe toestel al kon ophalen voordat het oude contract verlopen was. Dat kwam omdat je meestal twee tot vier maanden voor de einddatum al kon verlengen.
Intussen zijn we, mede door nieuwe regels waardoor providers en andere telefoonverkopers verplicht zijn om het bedrag dat in rekening gebracht wordt voor de ‘afbetaling’ van een smartphone duidelijk in de aanbiedingen en op het contract vermeld moet worden. Bovendien worden deze bedragen, als ze de 250 euro overschrijden, gekenmerkt als een krediet, met BKR-toetsing en -registratie.
Dat betekent dus ook dat we sinds mei 2017, toen deze regel ingevoerd werden, veel bewuster omgaan met het vervangen van onze smartphones. Dat is echter maar een deel van reden dat de gemiddelde leeftijd van smartphones stijgt. Toestellen, zeker de topmodellen, hebben tegenwoordig prijskaartjes waarop dikke viercijferige (voor de komma) bedragen geen uitzondering meer zijn. En, we worden met alle zorgen over het milieu met z’n allen ook steeds bewuster van e-waste en onze CO2-footprint. Daardoor doen we inmiddels gemiddeld 2,5 jaar met onze smartphones. Dat is echter nog altijd fors korter dan het wereldwijde gemiddelde.
In veel andere landen worden smartphones al vele jaren gemiddeld ouder dan bij ons. SellCell, een verkoopplatform, heeft dat onderzocht op basis van verkoopcijfers en -data. Daaruit blijkt dus dat wereldwijd consumenten hun smartphone gemiddeld elke 3,6 jaar vervangen. Veertien jaar geleden (2009) – toen wij in Nederland nog elke 2 jaar, en vaak dus iets minder, een nieuwe mobiele telefoon kochten – was dat wereldwijd ook al bijna drie jaar.
Overigens daalde die gemiddelde levensduur in de zes haren die volgden, maar dat heeft utieraard alles te maken met de doorbraak van de smartphones in steeds meer landen. Tegen 2015 ging een smartphone gemiddeld 2,4 jaar mee. Daarna ging die leeftijd echter weer rap omhoog, tot 3,6 jaar in 2020, om vervolgens drie jaar te stagneren rond die koers. Tussen 2016 en 2020 groeide de gemiddelde levensduur van smartphones dus met meer dan een jaar.
En laat dat nou precies de periode zijn dat de prijskaartjes van high-end smartphones explodeerden. Kreeg je in 2015 nog een iPhone 6S Plus voor onder de duizend euro, in 2020 lagen de eerste 2000+ toestellen van Samsung en Huawei in de winkels, en was de prijs van de duurste iPhones ook al richting de 1500 gestegen. Dat hielp ook wel in het bewuster omgaan met het ‘klakkeloos’ vervangen van smartphones.