Muizen, schapen, honden, apen: het zijn allemaal dieren die worden gebruikt om medicijnen, make-up en andere producten te testen of ziektes te onderzoeken. In 2020 werden er een kleine 450.000 dierproeven gedaan. Het kabinet is er geen fan van, veel mensen zijn er geen fan van, er zijn alternatieven, maar toch wordt er steeds weer voor gekozen. Tijdens Wereldproefdierendag duiken we de cijfers in.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit deed in 2020 onderzoek naar het aantal dierproeven dat in ons land wordt gedaan. Het schommelt jaar op jaar tussen de 450.000 en 500.000 proeven. Gek genoeg schijnt hierbij wel het type dier iets te fluctueren. Apen, honden en cavia’s worden minder vaak gebruikt, terwijl katten, schapen, varkens en koeien juist vaker worden ingezet.
Dierproeven: als je eraan denkt, zie je waarschijnlijk een aantal ratten voor je in een kooitje, die dan dag na dag een bepaalde lippenstift opgesmeerd krijgen -of een bepaald medicijn-. Echter werkt het meestal niet zo: de meeste beesten overleven de tests helemaal niet. Er zijn zelfs een heleboel (400.000 maar liefst) dieren die worden gefokt als proefdier en helemaal nooit worden gebruikt voor experimenten: ook die dieren vinden vervroegd de dood. De overheid wil er iets aan doen om fokoverschotten te verkleinen, maar het zegt ook al jaren het aantal experimenten op levende dieren te willen laten slinken. Zonder succes.
Zonder succes is ook vaak het experiment zelf. Het Parool schreef enige tijd geleden in een artikel dat Nederlandse onderzoekers in 2018 aantoonden dat de meeste dierenexperimenten onnuttig zijn en dat er veel proeven verkeerd worden uitgevoerd, vaak met de dood -van het dier- tot gevolg. Ons land wil in 2025 wereldleider zijn op het gebied van dierproefvrij werken, maar dat streven lijkt erg ver weg.
Een van de redenen dat het nog verder weg lijkt, dat is corona. NOS schreef bijna een jaar geleden dat er toen al 12.000 proefdieren zijn aangevraagd voor COVID-19-onderzoek. Dat zal, ondanks het feit dat er nu vaccins zijn, waarschijnlijk niet zijn verminderd of ‘afbesteld’. Vooral knaagdieren als fretten, hamsters en muizen worden veelvuldig gebruikt in corona-onderzoek. Vooral muisje K18-hACE2.
Dit type muis is ook in onderzoek naar SARS in 2003 veel ingezet en de genetica ervan is zodanig gemanipuleerd dat deze muissoort het erg op mensen lijkt. Tegelijkertijd blijkt de reactie van fretten en Syrische hamsters op het coronavirus veel overeenkomsten te hebben met die van mensen. Het gebruik van dieren in het ontwikkelen van een vaccin zoals tegen corona is niet tegen te houden, want sterker nog: dierproeven zijn zelfs verplicht in het ontwikkelen van een vaccin.
Het zijn deprimerende aantallen aan dode en mishandelde dieren, terwijl er goede alternatieven zijn die vaak zelfs tot betere resultaten leidt. Je kunt testen met cel- en weefselkweken van menselijk materiaal, maar je kunt bijvoorbeeld ook technologie gebruiken. Moeten kinderen op school per se in kikkers snijden? Serious gaming heeft onder andere in ziekenhuizen als het AMC bewezen dat virtuele opereren een goede oefening is op het echte werk. Dan is het helemaal geschikt voor kinderen die het gebruiken om meer te leren over anatomie.
Laten we deze Wereldproefdierendag met een vrolijke noot eindigen. Er is namelijk wel iets positiefs te melden over het gebruik van proefdieren. Juist in het corona-onderzoek werden resultaten meer dan ooit gedeeld, waardoor hopelijk uiteindelijk minder proefdieren nodig zijn omdat onderzoekers kennis en dus voordeel kunnen halen uit de resultaten van anderen.
Beeldbron: sibya