Drones zijn hot en leuk. Je kunt er prachtige video’s mee maken. Van een brug die opgeblazen wordt bijvoorbeeld, of een nieuwe toeristische attractie. Voor (professionele) grotere drones moet je een certificaat hebben om ermee te mogen vliegen. Met de kleinere drones, tot en met 249 gram, mag in principe iedereen vliegen. Dat wil echter niet zeggen dat je je drone overal zomaar mag opstijgen. Bij vliegvelden bijvoorbeeld. Daar gelden no-fly zones voor drones. Die worden bepaald op basis van GPS-gegevens van het gebied rondom een vliegveld (inclusief aanvliegroutes).
Vrijwel alle drones respecteren die no-fly zones. Dat is zo ingeregeld. Als je dus je drone in de buurt van een vliegveld wilt opstijgen, dan lukt dat niet. De GPS-blokkade zorgt daarvoor. Echter, die is te kraken en niet álle drones, vooral de wat oudere, accepteren een GPS-blokkade. Tsja, en dan gaat het helaas nog wel eens mis.
Zo kwam enkele dagen geleden een Airbus A380 van Emirates bij het vliegveld van Nice, kort voor de landing, in botsing met een drone. Nu is een drone van een paar honderd gram natuurlijk geen ‘match’ voor een vliegtuig van 575 ton. De Airbus kon dan ook, gelukkig, veilig landen, maar kwam er niet schadevrij vanaf. De impact van de drone betekende het einde voor een deel van de rechtervleugel. Om precies te zijn een van de delen aan de voorzijde van die vleugel, naast de binnenste motor. Doordat die schade natuurlijk eerst gerepareerd moest worden, kon het toestel haar volgende vlucht, naar Dubai niet meer vervolgen.
Overigens werd de schade pas ontdekt na de landing. De ‘klap’ van de drone – een paar honderd gram versus 575 ton – werd op het moment van de botsing niet gevoeld of opgemerkt. Maar, voor hetzelfde geld was de drone in de motor ernaast terechtgekomen. Die motoren kunnen zonder problemen hagel, stortregen en ook vogels ‘verwerken’, maar een drone met harde (kunststof en metalen) onderdelen had wellicht veel grotere schade veroorzaakt.