Nepnieuws is een hot topic de laatste jaren. Er worden op social media behoorlijk wat nieuwsberichten gedeeld waar niets van waar is. De verspreiding van nepnieuws kan grote gevolgen hebben in bijvoorbeeld verkiezingstijd. De Europese Commissie gaat nu ingrijpen omdat ze van mening zijn dat grote techbedrijven en social media platforms nog veel te weinig doen tegen de verspreiding ervan. Deze informatie komt uit een rapport dat vrijdag door de Europese Commissie is gepresenteerd.
Gisteren werden Facebook, Google en Twitter door de Europese Commissie op de vingers getikt omdat ze niet genoeg hebben gedaan tegen nepnieuws. Zeven maanden geleden beloofden de bedrijven beterschap, maar nu blijkt dat er nog steeds veel nepberichten worden verspreid over de verkiezingen voor het Europees Parlement, aanstaande donderdag. In maart liet Facebook nog weten veel te gaan factchecken in de aanloop naar de verkiezingen.
In aanloop naar de verkiezingen deden de bedrijven in oktober een vrijwillige toezegging om nepnieuws te bestrijden. Maar in het rapport stelt de Europese Commissie dat Facebook, Google en Twitter er nog lang niet zijn. “Er moet meer worden gedaan om de integriteit van hun diensten te verbeteren, inclusief reclamediensten. De verstrekte gegevens zijn nog steeds niet gedetailleerd genoeg om een onafhankelijke en accurate beoordeling mogelijk te maken van hoe het beleid van de platformen daadwerkelijk heeft bijgedragen aan het verminderen van de verspreiding van nepnieuws in de EU.”
Eerder deze week liet Twitter weten dat het platform maatregelen heeft genomen tegen de verspreiding van nepnieuws over vaccinaties. Gebruikers die hiernaar zoeken, krijgen alleen vastgepinde tweets te zien met links naar websites met algemene informatie. Dit gebeurt in Nederland trouwens nog niet. Ook Instagram liet vorige week al weten op te treden tegen nepnieuws over vaccinaties.