Nu iedereen met eigen ogen kan zien dat de druk op de ziekenhuiszorg angstaanjagende vormen begint aan te nemen, vraag ik mijzelf hardop af hoe het de zelfverklaarde tegenstanders van het coronabeleid vergaat? Het is inmiddels begin januari 2021 en de opnamecijfers van COVID-19 patiënten lopen dusdanig op dat er serieus wordt gevreesd voor de mogelijkheid van een ‘code zwart’ in de loop van januari. Code zwart betekent dat de ziekenhuizen niet meer iedereen kunnen opnemen en dat ze in voorkomende gevallen moeten kiezen wie nog te behandelen. Code zwart vormt het potentiële eindstation van een schaarste aan zorgcapaciteit.
Het in Nederland gevoerde coronabeleid, alsmede dat in de meeste andere landen om ons heen, is van meet af aan bedoeld om te voorkomen dat er op enig moment een schaarste aan zorgcapaciteit binnen de ziekenhuizen ontstaat. Helaas zijn er het afgelopen half jaar betrekkelijk veel mensen de publieke revue gepasseerd die dat niet kunnen of willen bevatten. Zonder namen te noemen, wil ik met name ingaan op het waarom achter mijn veronderstelling dat hun ongelijk inmiddels definitief is bewezen. Niet in de laatste plaats om te proberen te voorkomen dat het onbegrip over de coronamaatregelen na het voorbijgaan van de huidige piek wederom oplaait. Al maak ik mij daar gezien de koppigheid van sommige lieden overigens betrekkelijk weinig illusies over.
Met name nadat de eerste golf was afgezwakt, kwamen er uit vele hoeken en gaten tegenstanders van de beperkende coronamaatregelen te voorschijn. Deze zgn. tegenstanders ageerden met name gedurende het afgelopen half jaar tegen de essentie van de coronamaatregelen met een breed scala aan argumenten, maar vooral op grond van het feit dat het virus volgens hen vergelijkbaar is met een gemiddeld influenzavirus. Op grond daarvan verwezen ze de beperkende coronamaatregelen grotendeels naar de prullenbak. Het merendeel van deze tegenstanders verbleef overduidelijk binnen een filterbubbel en was derhalve zo goed als onbereikbaar voor argumenten anderzijds. Hoewel hun argumenten doorgaans weinig steekhoudend waren, is het nu eenmaal een feit dat je kunt volharden te discussiëren over een gebrek aan nut en noodzaak van bepaalde maatregelen, zolang de gevolgen voor het ongeoefende oog puur hypothetisch blijven. Met pijn in mijn hart ben ik dergelijke discussies daarom tot nog toe uit de weg gegaan.
Anders geformuleerd, je kunt gemakkelijker rationeel volharden dat je niet bang bent voor tijgers, zolang je maar niet ziet dat er overal tijgers rondsluipen. Met name dit uitgangspunt heeft mij er tandenknarsend van weerhouden om de argumenten van deze tegenstanders publiekelijk te weerspreken, belachelijk te maken of te veroordelen. Het zou immers toch alleen maar leiden tot meer oeverloze discussies en zwartmakingen over en weer. Tenslotte had ik niet de illusie dat ik daarmee veel zou bijdragen aan het al lopende en felle maatschappelijke debat over de coronamaatregelen gedurende het najaar. Meer argumenten leiden in ons land niet altijd tot betere discussies.
Met betrekking tot het soort van discussies waartoe twee kampen zich diep hebben ingegraven is het vrijwel onmogelijk om nog een gelijk of een ongelijk af te dwingen door middel van een complexe uitwisseling van argumenten en tegenargumenten. Dat wil zeggen, zonder dat dit weer een hele nieuwe reeks van subjectieve tegenvragen of tegenargumenten oproept. De zelfverklaarde tegenstanders hebben er bovendien min of meer voor gekozen om onbereikbaar te zijn binnen hun specifieke filterbubbel. Het is daarom veel verstandiger om geduldig af te wachten en te proberen hun definitieve ongelijk aan te tonen op grond van een veel eenduidiger ‘situational argument’, dan op grond van een breed scala aan tegenargumenten. Met een ‘situational argument’ doel ik in dit geval op de huidige is-situatie van de oplopende druk op de ziekenhuiszorg die angstaanjagende vormen aanneemt in de potentiële opmaat naar een code zwart. Het ‘situational argument’ vormt daarmee veel meer een feit dan een argument en is dienovereenkomstig vele malen krachtiger.
Omdat het Nederlandse coronabeleid min of meer in het teken staat van het beperken van de druk op de ziekenhuiszorg, vormt diezelfde oplopende druk op de ziekenhuiszorg de ultieme meetlat waaraan de gebundelde argumenten van de voor- en tegenstanders van het coronabeleid uiteindelijk kunnen worden getoetst. Het is namelijk vele malen moeilijker om een feitelijke oorzaak- en gevolgrelatie tegen te spreken dan het is om een argumenteerbare oorzaak- en gevolgrelatie tegen te spreken. Van zo’n argumenteerbare oorzaak- en gevolgrelatie was gedurende het merendeel van het afgelopen half jaar sprake. De huidige druk op de ziekenhuiszorg valt echter glashard toe te rekenen als het feitelijke gevolg van het grote aantal dagelijkse coronabesmettingen. Dit valt eenvoudigweg niet meer te ontkennen en dit maakt de weg vrij om woordelijk voor eens en altijd af te rekenen met de zelfverklaarde tegenstanders van het coronabeleid. En geloof mij mensen, daar ben ik inmiddels echt wel aan toe!
Wanneer de huidige oplopende druk op de ziekenhuiszorg als ‘situational argument’ voor de opgelegde coronamaatregelen wordt genomen, dan kan niemand nog met droge ogen beweren dat deze maatregelen in essentie niet zinnig of niet op zijn plaats zijn dan wel waren. Iedereen die toch blijft ageren tegen de essentie van de coronamaatregelen plaatst zichzelf daarmee mijns inziens buiten de discussie en volstrekt buitenspel.
Verweer je jezelf nu of in de toekomst toch wederom tegen de essentie van de coronamaatregelen, dan zeg je dus eigenlijk dat het jou geen ene lor kan schelen dat er aan de poorten van de ziekenhuizen mogelijk moet worden gekozen wie wel en wie niet behandeld mag worden. Je verklaart dan eigenlijk hardop dat je een dwarsligger bent zonder een greintje gezond verstand of enige vorm van empathie. Mijns inziens plaats je jezelf daarmee dan volstrekt buiten de discussie en de gemeenschap. Wat mij betreft geldt dit eveneens voor diegenen die de coronamaatregelen gewetenloos negeren door het bezoeken van illegale feesten en partijen.
Ik twijfel er overigens niet aan dat er momenteel nog steeds beroepsprotesters, rastegenstanders en feestbeesten zijn die de essentie van de coronamaatregelen al dan niet opportuun ter discussie stellen. Neem bijvoorbeeld maar eens een kijkje op de website van Viruswaarheid (voorheen Viruswaanzin). Niettemin ben ik opgelucht dat ik op grond van de huidige situatie eindelijk glashard kan en mag verwoorden dat zij al die tijd volstrekt ongelijk hebben gehad.
Opgelucht dat ik op grond hiervan eindelijk onomwonden kan zeggen dat dergelijke lieden zich buiten de discussie en de gemeenschap plaatsen en dat u daaraan maar moet denken als u ze de komende maanden weer eens voorbij ziet komen in beeld, schrift of geluid. Ze staan volstrekt voor paal voor volk en vaderland, geliefden, vrienden en bekenden. Wat mij betreft worden deze lieden als ze zich wederom in woord of gedrag durven te uiten tegen de essentie van de coronamaatregelen figuurlijk gebrandmerkt met een grote letter ‘S’ van sufferd op hun voorhoofd. Ik hoop van ganser harte dat dit artikel daaraan indirect kan bijdragen.
Dit artikel is geschreven door Art Huiskes, onderzoeksjournalist.
[Fotocredits – Strelciuc & simbos © Adobe Stock]