Interpol is een wereldwijde politie-organisatie die eigenlijk, en dat is maar beter ook, niet vaak prominent in het nieuw is. Toch doet Interpol veel en goed werk op het gebied van de internationale misdaadbestrijding. Interpol werd opgericht in 1923 door 20 landen, waaronder ook Nederland, Duitsland en de VS. Om precies te zijn op 7 september van dat jaar – deze week dus exact 100 jaar geleden, besloten de politiediensten van 20 landen dat ze meer moesten gaan samenwerken. Voor criminelen bestaan grenzen immers niet. En dus werd de International Criminal Police Commission (ICPC) gevormd. Ter gelegenheid van het 100-jarige bestaan van Interpol heeft de UN onlangs 7 september uitgeroepen tot de International Day of Police Cooperation.
Direct contact tussen politiekorpsen in verschillende landen is essentieel om onderzoeken over geografische grenzen heen mogelijk te maken. De primaire afspraken van de ICPC waren opgezet rondom een vijftal thema’s voor meer samenwerking. Afgesproken werd dat de politiediensten van de 20 landen voortaan direct met elkaar in contact konden treden en dat ze zouden gaan samenwerken op het gebied van arrestaties en uitlevering.
Om de taalbarrière tussen de verschillende landen te verkleinen, werd afgesproken dat communicatie plaatsvond in zogenoemde gemeenschappelijke talen. In eerste instantie werd gedacht om daarvoor het Esperanto te kiezen, maar uiteindelijk werd het Engels en Frans. In 1955 werd het Spaans daaraan toegevoegd en sinds de toevoeging van Arabisch (in 1999) telt Interpol vier officiële talen.
Ook werd bij de oprichting al besloten om internationale kantoren te openen voor onderzoek naar vals geld, cheques en paspoorten en gingen de landen binnen de ICPC nauwer samenwerken op het gebied van vingerafdruktechnieken en -registraties.
Vier jaar later, tijdens het vierde Interpol congres, in Amsterdam, werd een resolutie aangenomen waarin werd bepaald dat elke lidstaat een centraal contactpunt binnen zijn politiestructuur moest opzetten. Dit was de voorloper van de huidige Nationale Centrale Bureaus (NCB’s). NCB’s vormen de kern van Interpol. Zij zijn het aanspreekpunt voor alle activiteiten in het veld en vormen de cruciale schakel tussen de nationale politie en het mondiale netwerk van lidstaten.
In 1956 werd het tijd om de ICPC te moderniseren naar een meer autonome organisatie. Dat werd Internationale Criminele Politieorganisatie (ICPO-INTERPOL). Anno 2023 telt Interpol 195 deelnemende landen. Dat zijn alle internationaal erkende onafhankelijke staten.
Inmiddels kan de internationale misdaadbestrijding al lang niet meer zonder Interpol. Zoals gezegd, criminelen houden zich niet aan grenzen. Forensische expertise en de uitwisseling van forensische gegevens zijn steeds belangrijker geworden voor internationale onderzoeken.
Speciaal voor internationale opsporing en uitlevering van criminelen heeft Interpol de zogenoemde ‘Red Notice’, of internationaal opsporingsverzoek. De Red Notice is feitelijk een internationale waarschuwing voor gezochte personen en bevat identificerende informatie en een samenvatting van de aanklachten tegen de persoon. De eerste Red Notice werd uitgevaardigd in 1947 voor een Rus die werd gezocht wegens moord op een politieagent.
In 2000 heeft Interpol een automatisch vingerafdrukidentificatiesysteem (AFIS) geïntroduceerd om de tijd die nodig is voor het uitvoeren van vingerafdrukcontroles drastisch te verkorten. Daarna volgde, in 2002, een database met DNA-profielen en gezichtsherkenningsbeelden, in 2016. Die systemen zijn jaarlijks goed voor duizenden identificaties.
Alle 195 lidstaten hebben tegenwoordig onmiddellijke, directe toegang tot een reeks criminele databases met miljoenen gegevens. Het gaat onder meer om informatie over namen van criminelen, gestolen reisdocumenten, kunstwerken en voertuigen, vuurwapens, biometrie en beelden van seksuele uitbuiting van kinderen.
In een ideale wereld zou Interpol wellicht overbodig zijn, maar dat is een utopie. We gaan het zelf niet meemaken, maar ik acht de kans dat Interpol over 100 jaar 200 wordt 100 procent.