Spraakherkenning is zo’n techniek die heel gaaf is als het werkt, maar intens frustrerend kan zijn als het niet doet wat het moet doen. Wie heeft er nooit “LAAT MAAR!” tegen Siri geschreeuwd als voor de derde keer op rij niet duidelijk was wie je ‘moeder’ was die je zo nodig moest bellen zonder je handen te gebruiken? Het moet werken, altijd. Een aantal onderzoekers bij Microsoft hadden deze week heugelijk nieuws: ze waren er. Het werkte.
Er werd meteen gegooid met termen als ‘historisch’ en ‘human parity’ (spraakherkenning gelijk aan die van een reguliere mens) door hoofdonderzoeker Xuedong Huang. Men heeft de foutmarge onder de zes procent gekregen, wat gelijk is aan de marge die je kunt verwachten van secretaresses die op reguliere basis transcriberen. Dat is gelukt door een neuraal taalmodel te gebruiken dat op elkaar lijkende woorden bij elkaar zet om snel uit te komen bij waar een zin heen gaat.
![Het spraakherkennings-researchteam van Microsoft. <em>[Foto Dan Delong]<\/em>](https://dutchcowboys.skyberatedev.nl/wp-content/uploads/images/research-team-microsoft.jpeg)
Nu is het zaak om die resultaten te gaan integreren in Cortana, Microsoft’s AI-assistent. Dat zal een ander resultaat geven dan ze tot nu toe hebben weten te krijgen, niet in de laatste plaats omdat mensen nu eenmaal niet altijd in de ideale omstandigheden praten tegen hun AI-hulpje. Het is ook maar de helft van het verhaal, want het is één ding om te horen wat iemand zegt, maar daarna moet wel ook begrepen worden wat het betekent. Maar goed, het begin is er. Nu maar hopen dat Google en vooral Apple goed afkijken.
[Afbeelding © iconimage – Fotolia]
