Wie in Amsterdam komt, ziet ze nog steeds, al zijn ze inmiddels wel iets afgenomen ten opzichte van de extreme explosie van enkele jaren geleden: Nutella-winkels. De winkels, die vooral bekendstaan om de verkoop van wafels en crèpes, zijn de gemeente Amsterdam -en de burgers- een doorn in het oog. Nutella is weliswaar het goedje van de goden, je bent in de binnenstad altijd op minimaal 20 meter van zo’n winkel verwijdert. Hoe dat zo komt bestuderen we op deze wafeldag.
Wafeldag komt uit Zweden. Op 25 maart gaan onze Scandinavische mede-Europeanen en masse aan de wafels. Een traditie die per ongeluk ontstond, omdat mensen vroeger Vårfrudagen vierde. Dat betekent Onze-vrouwe-dag. Dat lijkt echter qua uitspraak heel erg op Våffeldagen, waardoor Zweden het een goed excuus vonden om ‘Onze vrouwe’ te eren door een lekkere warme wafel naar binnen te schuiven. Al dan niet met Nutella, want dat kan overal op.
Wafels in Nederland zijn vaak anders dan de wafels die je bijvoorbeeld in België eet (de Luikse of Brusselse wafel). Wij zijn meer van de stroopwafel, waarin koek in wafeltjesvorm wordt gebakken. De Nutella-winkels in Amsterdam verkopen vooral de Belgische wafels die warm uit een apparaat komen en vaak worden gegeten met kersen, slagroom of… Nutella natuurlijk. Deze wafelwinkels schoten een paar jaar geleden als paddestoelen uit de grond.
In 2016 telde AT5 maar liefst 46 winkels in het centrum van Amsterdam waar je terechtkunt voor een Nutella overgoten crêpe of wafel. Een paar van dit soort winkels zijn welkom, maar Amsterdammers begonnen zich groen en geel te ergeren. Immers kwamen die wafelwinkels op locaties te zitten waar eerder andere leuke winkels of horecatentjes zaten. Reden voor de gemeente Amsterdam om de wildgroei aan dit soort winkels een half toe te roepen. Vanaf oktober 2017 mochten er geen wafelwinkels meer worden toegevoegd aan het aanbod in onze hoofdstad, dat op dat moment al meer dan honderd was geworden.
Het opvallende is dat de wafelwinkels er eigenlijk zijn gekomen door een zaak over ijs. In 2009 moest één van Amsterdams oudste ijswinkels zich net als andere horecagelegenheden weer strenger aan de vergunningsverplichtingen houden. Echter heeft Monte Pelmo door zijn oudheid nooit een vergunning nodig gehad. Dat vonden de mensen van IJscuypje niet eerlijk, waarna zij in bezwaar gingen. Ondernemers moesten juist worden geholpen, was het devies. Hierop heeft de gemeenteraad besloten dat iedereen zonder vergunning ijsjes mocht verkopen en daar kwamen uiteindelijk wafels en pannenkoeken bij. Opmerkelijk, want die twee etenswaren zijn nooit vrijgegeven.
De Nutella-winkels moesten uiteindelijk toch aan banden van de gemeente, al komt dat niet zozeer door het homogene aanbod. De hygiëne zou er vaak enorm slecht aan toe zijn en er kan vaak alleen met contant geld worden betaald. Kortom, de gemeente kan er te weinig toezicht op houden dat toeristen veilig blijven en geldstromen wit. Nog steeds zijn er wel degelijk wafelwinkels in Amsterdam, maar de vraag is hoe zij het bolwerken in deze toeristloze tijden.
Beeldbron: cocoparisienne