Vandaag in 1820 was het trossen los op de HMS Beagle, het schip dat ervoor zou zorgen dat Charles Darwin zijn levenswerk zou maken. Darwin reisde jaren later op de Beagle mee als natuuronderzoeker en kwam toen met zijn inmiddels wereldberoemde evolutietheorie. Maar, hoe kun je dat Darwinisme toepassen op het coronavirus: is zijn theorie hier ook van toepassing?
De beste manier om de evolutietheorie te omschrijven is met de Engelse term ‘survival of the fittest’, oftewel: de sterksten overleven. Natuurlijke selectie, dus het feit dat zwakkere dieren niet overleven en de sterke dieren wel, waardoor rassen sterker worden en soms zelfs evolueren. Mensen en dieren met genen die net even wat beter passen bij hun omgeving, overleven en mogen die genen doorgeven aan de volgende generatie.
Hoe zit dat met corona? Geldt hier nog steeds het idee van het overleven van de sterksten, of hebben wij daar als mensheid toch een te dikke vinger in de pap? In principe zou zo’n virus immers zonder vaccin toch wel een flink gedeelte van de mensheid kunnen uitroeien. Of past het ontwikkelen van zo’n vaccin juist in het idee van survival of the fittest. We overleven immers door onze hersens te gebruiken.
In principe gebruikt het virus je immuunsysteem als speelbal wanneer je niet gevaccineerd bent. Op die manier zou je kunnen stellen dat de natuur er vanzelf voor zorgt dat alleen de mensen met een sterk immuunsysteem overblijven. Het immuunsysteem kun je zien als een soort auto, schrijft gezondheidsexpert Clint Witchall op TheConversation. “Om op veilige wijze een bestemming te bereiken, heb je zowel een accelerator (fase 1) nodig, als een rem (fase 2), die beiden goed functioneren. Faalt één van de twee, dan heeft dat grote consequenties.”
Als een infectie de kop opsteekt, dan komt het lichaam eerst met fase 1 om te zorgen dat er allerlei immuuncellen naar de infectie gaan om het uit te roeien. Fase 2 zorgt vervolgens dat geïnfecteerde onderdelen van het lichaam kunnen helen. Het is dan niet meer een aanval, maar juist het verzorgen van de wonden. Vooral die tweede fase is belangrijk, want als die niet werkt en je heelt niet goed, kan dit resulteren in de dood. Dit verhaal werkt zo met allerlei virussen, dus ook het coronavirus. Juist omdat dit virus een enzym aanvalt dat op veel plekken in het lichaam te vinden is, heeft het bovendien snel effect als het lijf één van de fases niet goed kan aanpakken.
Wat het coronavirus echter anders maakt, dat is dat het niet per se de atletische, jonge mensen zijn die in dit geval zijn gebouwd om te overleven. Ook zij krijgen het virus, zij het wel iets minder snel. De mensen die het overleven, zijn zij waarvan het immuunsysteem precies op de juiste manier reageert op dat virus. Het coronavirus blijkt namelijk nog iets anders te doen wat het zo gevaarlijk maakt: het overvraagt de eerste fase, waardoor er soms niet genoeg ‘mankracht’ over is voor die tweede fase.
Uiteindelijk is het coronavirus misschien niet zozeer een evolutietheorie van de mensheid, want je kunt blijven discussiëren of het maken van zo’n vaccin al dan niet tot onze “natuur” behoort, maar Darwinisme is wel degelijk van toepassing op het virus zelf. Evolutie betekent dat er nieuwe levensvormen ontstaan die sterker zijn dan hun voorgangers. Vergelijk het coronavirus met een griepje en je ziet het verschil. Het coronavirus is in staat om zijn slechte cellen razendsnel en bijna exact te kopiëren, wat het virus zo effectief maakt.
Sterker nog, inmiddels schijnt de “Indiase variant” weer meer effectief te zijn dan de originele variant. Terwijl we als mensheid het hele idee van ‘de sterksten overleven’ zoveel mogelijk binnen de perken proberen te houden en willen zorgen dat alle mensen overleven, speelt het coronavirus het spel dat Darwin ons ooit zo goed heeft uitgelegd volop. Het is nog maar afwachten hoe het deze Indiase variant vergaat en of ook deze weer wordt overwonnen door een nieuwe variant.
Beeldbron: artpolka en WikiImages