18.12.2021
Online

Nederland Datacenterland: goede verbindingen versus een piepend en krakend stroomnet

By: Ron Smeets

BlogOnline

De afgelopen week bereikte de discussie rondom het mega datacenter dat Meta in de gemeente Zeewolde wil gaan bouwen het voorlopige hoogtepunt. De gemeenteraad stemde vóór de komst. Nu is het niet voor het eerst dat een tech-reus bij de zoektocht naar een locatie voor een groot datacenter in Nederland uitkomt. Microsoft (Wieringermeer) en Google (Eemshaven en Wieringermeer) hebben samen al drie van dergelijke datacenters binnen onze landsgrenzen staan. Die van Meta wordt dus nummer vier.

Maar, zo blijkt uit een kamerbrief (pdf) van staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius van EZK, op dit moment zijn er 20 tot 25 plannen voor de bouw of uitbreiding van nieuwe en bestaande datacenters. “Voor zover bekend, op basis van de informatie van TenneT en de NFIA lopen er rond 20 á 25 projecten voor de vestiging en uitbreiding van datacenters in Nederland. Dit betreffen datacenters van uiteenlopende grootte die in verschillende fases van voorbereiding zitten; van zeer globale tot een concreter plannen”, aldus de staatssecretaris.

Willen we dat wel, een hyperscale datacenter?

Het besluit in Zeewolde leidde deze week tot heel wat politieke, agrarische en ‘klimatologische’ verontwaardiging. Een datacenter dat 1380 Gigawatt/uur elektriciteit verbruikt op een perceel van 166 hectare waar nu vooral landbouw bedreven wordt? Willen we dat wel? De lokale netbeheerder had het in ieder geval graag anders gezien. Zij maken zich zorgen over de capaciteit van het stroomnet. Onder ‘druk’ van een stevige lobby vanuit het ministerie van EZK ging de netbeheerder uiteindelijk, met frisse tegenzin, overstag.

Dan is er nog het klimaat. Wat gaat de komst van een hyperscale datacenter betekenen voor de CO2 uitstoot? Juist nu het nieuwe kabinet besloten heeft om de komende jaren tientallen miljarden in de vermindering van de uitstoot van stikstof en kooldioxide te steken. In dat licht bezien lijkt het tijdstip om voor de komst van een datacenter van dergelijke proporties te kiezen nogal ongelukkig gekozen. Daarbij komt dat het in Zeewolde juist de ‘klimaatpartijen’ waren, GroenLinks en de PvdA, die vóór de bouw stemden. Zeer tegen de zin van hun landelijke leiders.

Allemaal vragen waarop de dames en heren politici, beleidsmakers en Meta zelf de komende periode antwoorden op kunnen gaan geven. Uiteraard wordt daarbij onder andere afweging gemaakt tussen economische voordelen en klimatologische en technologische gevolgen en voorwaarden.

Zitten we straks, noodgedwongen, in het kaarslicht?
Zitten we straks, noodgedwongen, in het kaarslicht?

Goede verbindingen

De reden dat Nederland zo’n geliefd datacenterland is, heeft alles te maken met de geweldig goede internetverbindingen tussen ons land en de rest van de wereld. Daar staan we als klein landje al jaren bekend om. De AMS-IX is al vele jaren een van de grootste internetknooppunten van Europa en de wereld. Dat maakt ons populair bij tech-reuzen die een plek zoeken voor de opslag en doorgifte van hun data in Europa. Die behoefte – het dataverkeer – groeit bovendien nog altijd sneller als kool. Dat betekent dat de komende jaren de vraag naar nieuwe, grotere en snellere datacenters ook zal blijven toenemen. “De Nederlandse datacentersector heeft een belangrijk aandeel in het bedienen van de buitenlandse markt,” zo schrijft de staatssecretaris. Ofwel, datacenters zijn een exportproduct geworden.

Even los van alle politieke en klimatologische gevolgen en afwegingen is dat op zich goed nieuws. Toch schuilt er een behoorlijke adder onder het gras. Daarvoor ga ik in mijn persoonlijke geschiedenis even terug naar het de beginjaren van dit millennium. Als, toen nog, ICT’er was ik bij de bouw en inrichting van verschillende – voor die tijd grotere – datacenters betrokken. Ook toen al stond Nederland bekend vanwege de uitmuntende verbindingen. Dat gold echter niet voor de stroomvoorziening, en dan met name de capaciteit. Diverse netbeheerders en leveranciers waarschuwden ook toen al voor het risico op overbelasting van het stroomnet, net zoals TenneT nu in Zeewolde haar zorgen daarover uitspreekt.

Stroomnet niet op de groei gebouwd

De elektriciteitsleveranciers en netbeheerders vertelden mij in 2004 al dat het Nederlandse stroomnet niet bepaald op de groei gebouwd was. Bij de aanleg werd vaak gekozen voor een ‘just enough’ voorziening. Vooral vanwege de kosten. Duitsland ging daar heel anders mee om. Daar kreeg ik zelf direct mee te maken toen het bedrijf waar ik destijds voor werkte plannen had voor de bouw van een datacenter in Limburg. Daarvoor was een stroomcapaciteit van 500 Megawatt/uur gevraagd. In Zuid Limburg, zo lieten netbeheerder en energiemaatschappij weten, was dat op dat moment niet mogelijk.

Nu wilde het geval dat de gemeenten van de Duits-Nederlandse grensstreek in die regio volop bezig waren met de ontwikkeling van een gezamenlijk bedrijventerrein. Dat lag dus deels in Limburg en deels in de Duitse deelstaat Nord-Rhein-Westfalen. De stroomleverancier en netbeheerder aan de ‘andere kant’ van de grens konden niet anders dan een beetje smadelijk glimlachen toen zij het Nederlandse verhaal hoorde. “Wij leveren, zonder problemen 500 Megawatt/uur. En als u 10 Gigawatt/uur nodig heeft, dan kan dat ook.” Het verhaal van TenneT in Zeewolde gaf mij deze week een gevoel van deja-vu.

Uiteraard, we zijn meer 17 jaar verder. De capaciteit van ons stroomnet is in die periode fors uitgebreid. Maar toch, de bezorgdheid over de stroomvoorziening zoals TenneT die in Zeewolde uitspreekt, doet mij vermoeden dat ons stroomnet nog steeds niet écht op de groei gebouwd is. En dan te bedenken dat er nog 20 tot 25 datacenters bij komen (of uitgebreid worden) Ik voorzie dan ook nog veel meer van dit soort discussies tussen netbeheerders en datacenterbouwers. Die 1380 Gigawatt/uur is nog maar het begin. De schattingen over de stroombehoefte van datacenters in 2030 lopen uiteen van 5 tot 15 Terrawatt/uur. Ter vergelijk, in 2019 verbruikten datacenters in ons land samen 2,7 Terrawatt/uur.

Share this post