Deze zomer staat in het teken van verschillende sportevenementen zoals het EK, de Olympische Spelen en de Tour de France. Naast dat het ons als samenleving druk bezighoudt, houdt de Tour de France in het bijzonder ook het merkenrecht bezig. De organisatie heeft namelijk oppositie ingesteld tegen de merkregistratie ‘TOUR DE X’ op grond van haar eigen merk ‘TOUR DE FRANCE’. Hoe het EU Gerecht (hierna: het Gerecht) hierover oordeelde, lees je in deze blog.
In de kwestie gaat het om de volgende twee tekens die met elkaar vergeleken worden.
Het betwiste teken ‘TOUR DE X’ werd aangevraagd voor goederen en diensten in de klassen 25, 28 en 41, voor onder meer kleding, schoenen, spellen, speelgoed en videoapparatuur, sportartikelen en -uitrusting, sporteducatiediensten, training, amusement en sport- en culturele activiteiten.
De Kamer van Beroep verwierp in eerste instantie het bezwaar gebaseerd op de eerdere merken ‘TOUR de FRANCE’ en ‘LE TOUR DE FRANCE’, die identieke of soortgelijke goederen en diensten dekten.
Na de verwerping door de Kamer van Beroep, heeft Tour de France het Gerecht verzocht zich nogmaals over de kwestie te buigen. Tour de France is namelijk van oordeel dat er verwarringsgevaar bestaat tussen de tekens ‘TOUR DE X’ en ‘TOUR DE FRANCE’.
Ten eerste merkt het Gerecht op dat het overeenstemmende element ’tour de’ zeer weinig tot geen onderscheidend vermogen heeft. Daarnaast wordt de gelijkenis tussen de tekens sterk verminderd door de verschillen tussen de tekens en het gemiddelde onderscheidende karakter van de letter ‘x’. Daarom zijn de tekens visueel en fonetisch slechts in geringe mate vergelijkbaar.
Wat betreft de conceptuele vergelijking, stelt het Gerecht dat ‘TOUR DE X’ waarschijnlijk zal worden begrepen als een verwijzing naar een wedstrijd, maar zonder verwijzing naar een specifieke geografische locatie dan wel meer specifiek een wielerwedstrijd. Zelfs als het zou worden opgevat als een verwijzing naar een wielerwedstrijd, zou er een lage mate van conceptuele gelijkenis zijn omdat het relevante publiek die wedstrijd zou onderscheiden van het specifieke concept dat door de oudere rechten wordt overgebracht, namelijk de Tour de France.
Verder stel het Gerecht dat het verhoogde onderscheidende karakter en de reputatie die de oudere merken door gebruik hebben verworven, van toepassing zijn op de oudere rechten als geheel, dus ‘tour de france’ in plaats van op het element ’tour de’. Als gevolg van de lage mate van onderscheidend vermogen van het gemeenschappelijke element ’tour de’ en de geringe gelijkenis tussen de tekens, bestaat er geen verwarringsgevaar.
Ten slotte benadrukt het gerecht dat, zelfs als de reputatie van de oudere merken uitzonderlijk hoog zou zijn, de beschrijvende uitdrukking ’tour de’, die zeer vaak wordt gebruikt in de context van wielerwedstrijden, zeer weinig, zo niet geen, onderscheidend vermogen heeft. Daarom zal het relevante publiek geen verband leggen tussen de merken en is het gebruik van het betwiste teken niet waarschijnlijk om oneerlijk voordeel te halen uit, of schadelijk te zijn voor, het onderscheidende karakter of de reputatie van de merkrechten van de Tour de France.
Het Gerecht komt daarom tot de conclusie dat er geen verwarringsgevaar bestaat en dat er geen verband is met de bekende oudere merken.
Heeft u vragen over het merkenrecht? Neem contact op met een van onze specialisten!