Aanvankelijk schreef ik dit semi-wetenschappelijke artikel waarin ik een andere maatschappelijke verhouding tot wolven voorstelde. Vervolgens schreef ik dit artikel over hoe Nederlandse wolvendeskundigen er naar mijn mening zo faliekant naast kunnen en konden zitten. Beide artikelen kwamen mij op enorm veel kritiek van wolvendeskundigen te staan.
Naar aanleiding van de contacten met verschillende wolvendeskundigen heb ik inmiddels voldoende informatie verzameld om nog beter te kunnen duiden waar precies de blinde vlekken van de meeste Nederlandse wolvendeskundigen zitten. Uitzonderingen daargelaten negeren wolvendeskundigen belangrijke historische tijdperken en hun wetenschappelijke werken. Bovendien laten ze zich bij voorkeur leiden door geromantiseerde en naïeve vooronderstellingen met betrekking tot zgn. ideale natuurlijke omstandigheden.
‘De wetenschappelijke methode’ die wolvendeskundigen naar eigen zeggen hanteren, lijkt op het eerste gezicht niettemin gedegen en valide. Het betreft in essentie een Europa- en Noord-Amerika-brede registratie van wolvenaantallen, wolvenafschot, wolvenincidenten en de omstandigheden waaronder deze plaatsvonden.
Ware het echter niet dat diezelfde wetenschappelijke methode alle gegevens aangaande wolvenpopulaties van vóór 1975 grotendeels negeert. Pas vanaf dat moment ontstond er namelijk een serieus maatschappelijk en wetenschappelijk bewustzijn met betrekking tot wolvenpopulaties in Noord-Amerika. In Europa bovendien niet eerder dan rond het einde van de jaren negentig.
Daarmee beslaat de wetenschappelijke methode hooguit 50 jaar aan ervaringen. Dit is dus gelegen in het feit dat in de Verenigde Staten pas omstreeks 1975 de eerste concrete stappen werden gezet om wolven voor uitsterven te behoeden. In 1995 werden vervolgens pas de eerste wolven geherintroduceerd in Yellowstone Park. Daarmee beslaat het grootste deel van ‘de wetenschappelijke methode’ en concrete ervaringen van wolvendeskundigen dus eigenlijk niet meer dan 30 jaar.
Ervaringen van wolvendeskundigen met betrekking tot daadwerkelijke confrontaties van wolven met mensen lopen bovendien over een nog veel kortere periode. Niettemin veroorloven veel wolvendeskundigen zich enorm boute uitspraken over wolven in relatie tot mensen. Wolven zouden mensen mijden en van nature schuw zijn. Aanvallen van wolven op mensen zouden zo goed als non-existent of tenminste zeer zeldzaam zijn.
Eén en ander blijkt dus slechts geconcludeerd op grond van de uiterst schamele data van de voorbije 30 jaar. Volgens veel wolvendeskundigen zijn deze beweringen echter universeel en hangen deze niet of nauwelijks af van de omstandigheden. Niets blijkt echter minder waar, zo blijkt uit de rest van mijn artikel.
Bestaan er dan geen gegevens over wolvenpopulaties en confrontaties van wolven met mensen door de eeuwen heen, vraag je je onwillekeurig af? Zeker, echter veruit de meeste wolvendeskundigen achten verhalen uit folkloristische overlevering vanuit wetenschappelijk oogpunt onbetrouwbaar.
Veel verhalen over wolven uit de Middeleeuwen hebben inderdaad een hoog ‘Roodkapjesgehalte’ en zijn bij gebrek aan schriftelijke registratie nauwelijks te duiden. Ook de auteur van dit stuk kan zich daar in vinden. Ik onderschrijf namelijk dat gegevens uit folkloristische overlevering, die niet minimaal gedegen schriftelijk zijn vastgelegd, niet vanuit wetenschappelijk oogpunt kunnen worden toegepast. In zoverre bevind ik mij nog steeds aan de zijde van onze wolvendeskundigen.
Er bestaan daarentegen wel degelijk omvangrijke registraties van wolvenaantallen, wolvenafschot, fatale aanvallen van wolven op vee en van confrontaties van wolven met mensen binnen het toenmalige Russische rijk en het huidige Rusland vanaf 1870. Deze registraties voldoen waarschijnlijk niet op alle punten aan onze huidige wetenschappelijke standaarden, maar geven niettemin door de jaren heen een gedegen en betrouwbaar beeld en inzicht in de omgang van de Russische staat en de Russische boerenbevolking met betrekking tot wolvenpopulaties.=
Daarnaast is het geenszins zo dat wolvendeskundigen zelf de stoffige archieven van Rusland in hoeven te duiken. Er zijn namelijk diverse wetenschappers geweest die dat in de afgelopen decennia reeds voor hen hebben gedaan. De meest actuele rapportages daarvan zijn terug te vinden binnen de werken van Will N. Graves en Ted B. Lyon.
Dit betreffen ‘Wolves in Russia’ van Will N. Graves uit 2007 en ‘The Real Wolf’ van Will N. Graves en Ted B. Lyon uit 2014. Hieronder de linkjes naar een Engelstalig en Nederlandstalig artikel over het boek uit 2007 en naar de website van het boek uit 2014.
Toch hebben verschillende wolvendeskundigen mij persoonlijk toevertrouwd dergelijke publicaties überhaupt niet serieus te nemen. Waarom niet blijft voor mij een groot raadsel? Misschien, omdat hiermee het geschetste beeld van schuwe en mensmijdende wolven grotendeels teniet wordt gedaan? Hanteren biologen en wolvendeskundigen dan soms liever een geromantiseerd en naïef beeld van zgn. ideale natuurlijke omstandigheden?
Uit bovenstaande boekpublicaties blijkt o.a. dat met name wanneer wolvenpopulaties ongebreideld toenamen dit voor ernstige maatschappelijke problemen zorgde binnen het toenmalige Russische rijk en het huidige Rusland. Behalve dat er dan enorm veel vee werd gedood, liep ook de arme boerenbevolking een sterk verhoogd risico op aanvallen door wolven.
Met name zijn in dergelijke perioden ook frequente dodelijke aanvallen van wolven op kinderen opgetekend. Kinderen die in die tijd vaak de kuddes vee hoedden en lange stukken door landelijk of bosrijk gebied naar school moesten lopen.
Valerius Geist was nauw betrokken bij de totstandkoming van eerder genoemde werken van Will N. Graves. Dit kwam voort uit de escalatieladder die Geist omstreeks 2007 heeft ontwikkeld. Geist gaat namelijk uit van 7 stappen van escalatie die wolvenroedels moeten doorlopen om een gevaar voor de mens te vormen. De specifieke omstandigheden ter plaatse moeten daar dan overigens wel aanleiding toe geven.
Dit speelt met name als de populaties van natuurlijk wild in bepaalde gebieden uitgeput raken, het vee vanwege beschermingsmaatregelen moeilijker bereikbaar wordt of ontmoetingen van wolven met (ongewapende) mensen al te frequent worden. Stappen 5 en 6 zijn ernstig en kunnen uiteindelijk leiden tot aanvallen op mensen bij stap 7. Geist heeft zich zeker laten inspireren door de beschikbare rapportages uit het toenmalige Russische Rijk en het huidige Rusland.
Veel wolvendeskundigen serveren Geist echter bij voorbaat af, omdat hij tot aan zijn pensionering hoofdzakelijk bekend was als hoefdierdeskundige. Wat veel mensen echter niet weten, is dat hij eveneens professioneel georiënteerd en gespecialiseerd was met betrekking tot hondachtigen.
Verder wordt gemakshalve vergeten dat het binnen beide vakgebieden (i.c. hoefdieren en wolven) ‘not done’ is en was om deskundigheid op beide gebieden te combineren. Uiteindelijk pas na zijn pensionering heeft hij serieus werk gemaakt van zijn ongeëvenaarde waarnemingsvermogen en opgebouwde kennis ten behoeve van de bestudering van wolven.
Tevens speelde natuurlijk wederom een rol dat zijn grimmige beschouwing van wolven niet strookte met de veel romantischere en naïevere beschouwing van biologen en wolvendeskundigen. Hieronder de linkjes naar een belangrijk Engelstalig onderzoeksartikel van zijn hand, zijn Wikipedia-pagina en zijn escalatieladder van 7 stappen en tenslotte een meer toegankelijk geschreven Nederlands artikel in zijn geest.
Ik durf geenszins te beweren dat sommige van de huidige wolvenincidenten in Nederland zich al in de buurt van de escalerende stappen 5, 6 of 7 begeven. Daarvoor ben ik uiteindelijk niet deskundig genoeg, maar ik acht het ook zeker niet helemaal uitgesloten.
Veel belangrijker echter, acht ik het feit dat het onontkoombaar lijkt dat deze escalerende stappen uiteindelijk bereikt zullen worden als de wolvenpopulaties in Nederland maar ongebreideld blijven doorgroeien.
Daarvoor zijn onze beperkt aanwezige natuurgebieden immers veel te klein en versnipperd, onze wildpopulaties veel te kwetsbaar en komen wolven volgens Geist al te frequent in contact met (ongewapende) mensen. Allemaal factoren die een snelle stijging op de escalatieladder kunnen inleiden.
Tenslotte daag ik eenieder uit om op grond van de bovenstaande informatie zijn eigen realistische en houdbare conclusies te trekken over de huidige en toekomstige gevaren van wolvenroedels binnen Nederlandse natuurgebieden in het bijzonder en binnen Nederland in het algemeen.
Alsmede om zich bij uitstek niet te laten leiden door geromantiseerde en naïeve vooronderstellingen met betrekking tot zgn. ideale natuurlijke omstandigheden.