In Noord-Holland is Middenmeer een soort ultra-datacenterlocatie. Het is ook vaak uit die plaats dat er berichten komen over wat omwonenden ervan vinden (spoiler: het is niet positief), maar nu zelfs arbeiders die demonstreren: voor het bouwen van het Microsoft-datacenter hebben ze geen salaris ontvangen. Nu is dit iets dat niet standaard bij datacenters gebeurt, maar er zijn zeker niet alleen maar positieve kanten aan datacenters. We duiken in de voors en tegens.
Een datacenter is een locatie waar data wordt gehost. Soms is dat van één bedrijf, maar vaak is het van meerdere aanbieders. Google en Microsoft zijn enkele grootheden als het gaat om datacenters en dat is niet zo gek: ze hebben ook de meeste IT-infrastructuur nodig omdat ze zoveel diensten bieden. En dan vooral veel diensten in ‘the cloud’. Want ja, die cloud is niet ergens in de hemel, dat is gewoon een groot leger aan servers die in een datacenter verzameld zijn.
Datacenters zijn er omdat servers heel specifieke dingen nodig hebben om goed te functioneren: de temperatuur moet goed zijn, de beveiliging moet tiptop in orde zijn en de vochtigheidsgraag moet ook in de gaten worden gehouden. Daarnaast hebben die servers natuurlijk enorm veel elektriciteit nodig om te werken en een goede internetconnectie. Het lijkt een simpele loods met heel veel IT-producten, maar het is echt een soort internetfabriek.
Waar je bij een kolencentrale heel snel ziet wat er allemaal problematisch is, is dat bij een datacenter iets minder duidelijk te zien. Het gaat namelijk vaak om problemen die wat meer indirect zijn. Die energie die ze slurpen bijvoorbeeld, die moet ergens vandaan komen. Het wordt vaak zoveel mogelijk opgewekt op groene manieren, maar die windmolenparken moeten ook ergens staan. Veel mensen klagen over horizonvervuiling en soms zelfs over het geluid dat de windmolen produceren. Maar nog even over dat verbruik: datacenters hebben een aandeel van 3 procent op het totale nationale elektriciteitsverbruik. Dat is pittig: 3,2 miljard kilowattuuur aan elekriciteit gaat er jaarlijks doorheen. Tel daar ook nog een miljoen kubieke meter water per jaar bij op, al is dat slechts 0,088 procent van het totale Nederlandse watergebruik.
Nu zou je kunnen zeggen: een datacenter, dat zorgt voor een grote werkgelegenheid. Maar zodra zo’n datacenter eenmaal staat, valt dat toch wel tegen. Er zijn wel mensen die er werken, maar het zijn er niet veel. Bovendien zijn het ook vaak mensen uit het buitenland die experts zijn op het gebied van datacentertechnologie. Dat is niet erg, maar voor het dorpje dat te kampen heeft met zo’n datacenter is dat dus niet heel geweldig. Ook zijn veel mensen vooral in Nederland niet zo te spreken over datacenters, omdat deze zoveel ruimte innemen. Ruimte in een land waarin steeds meer mensen langer thuiswonen omdat er niet genoeg betaalbare plekken zijn om te wonen.
Het is dus niet een heel positief iets, die datacenters, maar het vervelende is dat mensen zich niet realiseren dat ze tegelijkertijd hard nodig zijn. Als we Gmail willen gebruiken, Google Maps, Microsoft Teams of Outlook, dan zijn dit soort datacenters nodig om al die giga hoeveelheden data te kunnen verwerken. Je smartphone is zo’n fantastisch apparaat mede door alle apps erop, die ook weer gebruikmaken van datacenters. We hebben dus vooral op het gebied van techgebruik heel veel te danken aan datacenters.
Uiteindelijk zijn de tegens vaak heel lokaal: vooral mensen die dichtbij een datacenter wonen hebben er problemen mee. Logisch, de rest plukt er namelijk vooral de vruchten van: die merken die horizonvervuiling niet, die hebben geen last van een bouwput en vervolgens een vrij lelijk gebouw dat waardevolle bouwgrond bezet houdt. Uiteindelijk heeft echter de hele aarde er last van, wanneer energie op zo’n grote schaal wordt verbruikt. Het is dus zeker niet alleen een heel lokaal probleem. Kijk maar naar Microsofts datacenter: daar staan allemaal Roemenen op de deur te kloppen.
Overigens schijnt dat niet uitbetalen van het salaris te liggen aan hun failliet gaande bouwbedrijf. Maar ja, dat blijft dan toch een vreemd verhaal: na het bouwen van zo’n datacenter moet zo’n bouwbedrijf toch wel even goed in de slappe was zitten, zou je zeggen. Zo zie je maar, zelfs voor mensen die er in principe ‘rijk’ van moeten worden, kleven er toch ook nadelen aan zo’n datacenter.