Facebook wil graag helpen als het helemaal mis gaat. In 2014 introduceerden ze al Safety Check om te kunnen zien waar mensen na een calamiteit heen gingen en dat konden markeren als een veilig gebied. Mensen konden ook aangeven dat ze veilig waren via dat systeem, maar Facebook wil de mogelijkheden gaan uitbreiden bij calamiteiten door gebruik te maken van onze locatiedata.
Het systeem heet Disaster Maps en gebruikt in Facebook’s eigen woorden “geaggregeerde, onidentificeerbare Facebook data” om hulporganisaties meer informatie te geven tijdens natuurrampen.
Facebook heeft samengewerkt met verschillende hulporganisaties zoals UNICEF, het Rode Kruis, het WFP en anderen om te bepalen wat voor die organisaties nuttige data is. Het gaat dan om waar mensen heen gaan, waar het veilig lijkt te zijn en met wat voor mensenstroom er rekening gehouden moet worden.
Niet alleen is die data op het moment fijn, het kan ook op een later tijdstip bekeken worden en eventueel naast andere rampen gelegd worden om te zien waar mensen neigen heen te gaan en hoe ze een volgende keer meteen hulp kunnen bieden waar het vermoedelijk nodig is.
Doordat de data geanonimiseerd is kunnen we voor de verandering een keer blij zijn dat Facebook ons hele doen en laten bijhoudt, want het is serieus nuttige informatie voor hulpdiensten en organisaties om te kunnen zien waar mensen heen vluchten.
Niet alleen geeft Facebook zo nuttige data, ze werken ook al aan een protocol zodat deze data op een verantwoorde wijze gedeeld kan worden onder de organisaties die aan dit programma mee doen. Niemand krijgt iets voordat Facebook ze gescreend heeft, dus als dat goed gaat kan deze data niet door kwaadwillenden gebruikt worden. In theorie, dan.
Hoe dan ook, het is goed om te weten dat Facebook haar positie gebruikt voor iets anders dan advertenties naar ons toe sturen.
[Afbeeldingen © Facebook]
