Toen Mark Zuckerberg met zijn smoelenboek op de universiteit begon, heeft hij vast niet bedacht dat hij ooit een belangrijke pion zou zijn in een oorlog. Toch is het wel zo. De oorlog in Israël zorgt niet alleen voor een strijd ter plekke, maar juist ook op social media. Dat zie je misschien persoonlijk, omdat sommige mensen delen hoe ze over de oorlog denken, terwijl anderen weer vinden dat die mensen dat niet zouden mogen doen vanuit hun veilige plek Nederland. Het is complex, en dat zien we ook terug op social media. Niet alleen op het meer emotionele, persoonlijke vlak, maar ook op het gebied van fake news. En in hoeverre zijn social media hier nu voor verantwoordelijk?
Er wordt dagelijks een flinke hoeveelheid nepnieuws en propaganda over de oorlog verspreidt. Mede door kunstmatige intelligentie zijn sommige beelden en berichten zo realistisch, dat het ook moeilijker en moeilijker wordt om vast te stellen of iets echt of nep is. Dat is ernstig, omdat individuën, maar ook journalisten, soms niet meer weten wat ze moeten geloven.
Mensen geloven op hun beurt de media bijvoorbeeld ook minder: je weet niet meer wat je nog kunt vertrouwen. Wat niet helpt, is wanneer mensen als Elon Musk stellen dat je X, voormalig Twitter, beter kunt geloven dan de media. Ook op X barst het van het nepnieuws wat de wereld niet ten goede komt. Mede daarom is het belangrijk dat social media-bedrijven zorgen dat het nepnieuws wordt tegengehouden.
Het blijft een kwestie die regelmatig de kop opsteekt: in hoeverre is een social medium verantwoordelijk voor de content die er te zien is? Mark Zuckerberg heeft ooit gezegd dat hij met Facebook een soort dorpsplein heeft gemaakt en dat wat er verder op dat plein gebeurt, in principe zijn probleem niet is. Daar heeft hij wel van moeten terugkomen. Enerzijds om Facebook leefbaar te houden, maar ook omdat wet- en regelgeving hem hiertoe dwingt.
Als het om de huidige oorlog in Israël gaat, dan zien we dat Facebook duidelijk bezig is met hoe ermee om te gaan. Het wijdde er een blog aan, waarin het laat weten welke acties het onderneemt tegen content die niet oké is. Het heeft een special operations-centrum opgezet met mensen die vloeiend Hebreeuws en Arabisch spreken, maar ook stelt het dat Hamas onder Meta’s ‘gevaarlijke organisaties’ valt, wat betekent dat het geband is van al Meta’s platforms.
Zo zijn er meerdere dingen die het onderneemt, maar ook die komen niet helemaal uit Meta zelf. De EU heeft heel bewust een deadline gegeven aan Zuckerberg (maar bijvoorbeeld ook aan Elon Musk), om met een statement te komen over hoe het omgaat met content vanuit Hamas. De autoriteiten zitten er dus dicht bovenop, en het moge duidelijk zijn: dat is nodig, zeker als mensen ermee omgaan zoals Musk doet.
Tegelijkertijd zijn het niet alleen de heel openbare social media die een probleem zijn: Telegram, dat wat meer WhatsApp-achtig is, schijnt veelvuldig door Hamas te worden gebruikt om te communiceren. Dat is weer een heel ander type platform, dus als de EU iets wil doen aan de verspreiding van valse informatie op social media, dan zal het ook moeten nadenken over regels voor bijvoorbeeld een Telegram, dat juist wordt geroemd om het feit dat het zo anders is. Kortom, het is niet makkelijk, en voor social media is er dan ook flink wat wet- en regelgeving in de maak om te zorgen dat niet iedereen een pion wordt in een verscheurende oorlog als deze. Maar dat is overduidelijk makkelijker gezegd, dan gedaan. Voor iedereen.