Wereldwijd staat Nederland er zeer slecht voor als het gaat om investeringen op het gebied van kunstmatige intelligentie. Dit blijkt uit onderzoek van Techleap. Zeker ten opzichte van andere landen doen het dramatisch slecht. Conclusie: we moeten meer geld investeren in kunstmatige intelligentie: dat is immers de toekomst.
De non-profit Techleap maakt zich zorgen over de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie in Nederland. Dat ligt volgens Techleap niet alleen aan de achterstand in investeringen, maar ook aan beleid: “De kaders van de nationale en Europese regelgeving ondermijnen het Europese concurrentievermogen ten opzichte van andere landen.“
In een nieuw onderzoek naar de ontwikkeling van startups en scale ups die kunstmatige intelligentie ontwikkelen, bleek dat bijvoorbeeld banen in kunstmatige intelligentie wel degelijk groeien. Tegelijkertijd nemen investeringsrondes in AI startups en scale ups nemen af. Tenminste, wereldwijd nemen ze toe, maar als Nederland lopen we flink achter. Techleap: “Het aantal exits zijn in Nederland in de afgelopen vijf jaar gestagneerd en Nederland loopt achter op Europa in de ontwikkeling en investering in een concurrerend AI-ecosysteem.
Dat is spijtig, want kunstmatige intelligentie wordt wel volop gebruikt. Ook door jou. Of je nou artikelen laat aanraden door een webwinkel, scrollt door je Instagram-timeline of gebruikmaakt van een slimme deurbel. Het beïnvloedt ons constant en overal. In elke branche wordt op een bepaalde manier wel gebruikgemaakt van kunstmatige intelligentie. Hiervoor zijn niet alleen de grote techbedrijven der aarde nodig, maar juist ook startups en scale ups die met hun slimme ideeën de wereld beter proberen te maken. Techleap meent dat Nederland -vergeleken bij andere Europese landen- per hoofd van de bevolking de hoogste dichtheid heeft van AI-startups.
Dat is iets om trots op te zijn, maar dat voelen die bedrijven blijkbaar niet. Er wordt weinig geïnvesteerd en de overheid houdt zich te weinig bezig met deze initiatieven. Techleap: “AI-scale-ups genereren veel werkgelegenheid, want over de afgelopen 3 jaar bedroeg de groei van het personeel gemiddeld 33%. Dit is vier keer hoger dan de werkgelegenheidsgroei in de IT-sector.” AI-bedrijven in Nederland laten bovendien meer genderdiversiteit zien. 15% heeft een vrouwelijke oprichter of mede-oprichter, versus het wereldwijde gemiddelde van 11%. Het is dus niet allemaal kommer en kwel.
Vooral startups die het ontwikkelen van kunstmatige intelligentie-oplossingen als kerntaak hebben, hebben het moeilijk in Nederland. Er wordt onvoldoende geïnvesteerd. Techleap: “De meeste geldstromen gaan naar AI-ondernemingen in de VS, het Verenigd Koninkrijk, België, Duitsland en Frankrijk. Nederlandse AI-startups trekken minder kapitaal van buitenaf aan en halen dit vooral in kleinere rondes op.” Ze missen bovendien niet alleen financiële hulp: ook is er meer data nodig om de kunstmatige intelligentie echt te laten uitblinken.
Ook stagneert het aantal exits in Nederland sinds vijf jaar. In 2020 daalde het aantal verkopen, overnames en beursgangen van AI-bedrijven in ons land met 7, terwijl er in 2018 nog groei was (van 3 exits in 2015 naar 10 in 2018). Exits zijn volgens het onderzoek ook vaak vroeg. Techleap: “Dit duidt aan dat het klimaat voor AI-startups in Nederland met lage financieringsbehoefte en aanhoudende systeembarrières voor oprichters zeer ontmoedigend zijn om in door te gaan.”
Een oplossing hiervoor kan zijn om beleid aan te passen en startups en scale ups meer te handvatten te bieden om te groeien. Op zich heeft de Nederlandse overheid het weleens over kunstmatige intelligentie, maar door de pandemie en de verkiezingen lijkt dit onderwerp wat op de achtergrond te zijn gaan liggen. Zonde, want wat de wereld juist enorm heeft geholpen met de pandemie is… juist: kunstmatige intelligentie.
Beeldbron: StartupStockPhotos