India verbiedt wederom Chinese apps, dit keer 118 stuks met inbegrip van de populaire game Player Unknown’s Battlegrounds (PUBG). Indiase beleidsmakers zeggen bezorgd te zijn over de cyberveiligheid, maar wellicht zijn de geopolitieke spanningen tussen beide landen ook een motivatie was voor de beslissing.
Het Indiase minister vindt de 118 apps “schadelijk voor de soevereiniteit en integriteit van India, de verdediging van India, de staatsveiligheid en de openbare orde”.
De stap komt maanden nadat New Delhi 59 Chinese apps verbood, waaronder TikTok. Dat was een flinke klap voor TikTok omdat India hun grootste overzeese markt vormde.
Onder de nieuwe apps die vandaag zijn verboden, zitten onder meer zoekmachine Baidu, WeChat Work, cloudservice Tencent Weiyun, de games Rise of Kingdoms en PUBG en e-retailer Mobile Taobao. Volledige lijst hier.
PUBG, gedistribueerd door Tencent, is verreweg de meest populaire titel onder de verboden apps. Het spel had in juli meer dan 40 miljoen maandelijkse actieve gebruikers in India.
De spanningen tussen India en China bereikten in juni het kookpunt. Bij een militaire confrontatie in de Himalaya’s vielen aan beide kanten slachtoffers. Sindsdien hebben steeds meer Indiërs zich aangesloten bij de “Boycot China” beweging, vooral populair op Twitter. Daar plaatsen mensen video’s waarin ze producten van Chinese makelij vernietigen.
In april bracht India een wijziging door in hun buitenlandse investeringsbeleid, waarbij men het specifiek gemunt had op China. Chinese investeerders – die de afgelopen jaren miljarden dollars in Indiase startups hebben gepompt – moeten goedkeuring krijgen van New Delhi voordat ze mogen investeren in Indiase bedrijven. Sindsdien zijn Chinese investeringen in Indiase startups flink opgedroogd.
Ook in China zit men niet stil. Alibaba reageerde door alle geplande investeringen in Indiase bedrijven voor ten minste zes maanden stop te zetten.