De natuur is een inspiratiebron voor techniek. Dit staat bekend als biomimicry. De eerste vliegtuigen waren al gebaseerd op vogels. Wetenschappers kunnen ook veel leren van het dierenrijk bij het ontwikkelen van robots.
Van de bever bijvoorbeeld. Aan de universiteit van Buffalo hebben ze een robot gebouwd die geïnspireerd is op de bever. Het biologische fenomeen van hoe bevers dammen bouwen, is meegenomen bij het ontwikkelen van de robot. Deze robot kan hierdoor over ongelijk terrein met obstakels rijden.
Een bever bouwt zijn dam om bewegend water tegen te houden. Dit doen ze niet met een voorbedacht plan, maar door indirecte coördinatie. Dit proces heet ‘stigmergie’. Dieren werken indirect samen, maar hebben daar geen communicatie of plan voor nodig. Termieten laten bijvoorbeeld ergens een modderbal achter met feromonen. Andere termieten die door de feromonen aangetrokken worden, laten op dezelfde plek ook hun modderballen achter. Zo ontstaat een groot termietennest.
Bij de robot proberen ze hetzelfde te doen. Het is een mini-Rover voertuig met een camera en een arm die objecten kan optillen en neerzetten. De onderzoekers maakten een ongelijkmatig terrein met blokken, stenen, zakjes en stukjes beton die een omgeving na een tornado of aardbeving nabootsen. De robot houdt constant zijn omgeving in de gaten en verandert het om meer mobiel te worden. De robot pakte de zakjes op en dropte ze in de gaten tussen de stenen en betonstukken. De zakjes maken een helling en zo kan de robot over de obstakels heenrijden. Bij tien tests reed de robot over 33 tot 170 zakjes heen naar de doellocatie.
Wat heeft dit dan met bevers en termieten te maken? Bevers gebruiken ook materiaal dat dichtbij is om mee te bouwen. De robot gebruikt ook de zakjes in de buurt en past ze aan tot ze een helling vormen waar het overheen kan rijden. Mooi toch, die natuur!
[Afbeelding © University of Buffalo]