De wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid maakt zich zorgen over in hoeverre Nederland klaar is voor kunstmatige intelligentie. In een nieuw rapport schrijft het dat Nederland niet goed is voorbereid op de fundamentele verandering die kunstmatige intelligentie zal brengen.
We weten inmiddels dat kunstmatige intelligentie er is en dat het blijft. We gebruiken het ook al volop: gezichtsherkenning, vertaalapps, aanbevelingen doen op Netflix: het is allemaal AI. WRR (de wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid) zegt dat als we ons als land niet op deze veranderingen voorbereiden, we kansen missen en technologie krijgen die onze belangen niet dient.
Het schrijft: “De beeldvorming over AI is vertekend door misplaatste angsten en overspannen verwachtingen. AI is geen kwaadaardige robot maar ook geen oplossing voor alles. Een realistische beeldvorming helpt teleurstellingen voorkomen en kan ervoor zorgen dat burgers de goede kanten van de technologie durven omarmen. Algoritmeregisters kunnen bijvoorbeeld het brede publiek inzage geven in AI-gebruik en daarmee het debat over AI stimuleren.”
Een register over algoritmes dus, zodat het inzichtelijk is wat er precies wordt bijgehouden en hoe iets werkt, om zo de angst bij de inwoners van ons land weg te halen. Daarnaast is het ook belangrijk dat we leren werken met AI. Het bedrijfsleven zal moeten zorgen dat medewerkers technisch breder worden. Aan de andere kant moeten bedrijven ook weer niet te machtig worden op het gebied van AI.
WRR: “Verder is maatschappelijk tegenspel nodig om te voorkomen dat de belangen van grote bedrijven dominant zijn bij de ontwikkeling van AI en sommige bevolkingsgroepen worden uitgesloten. (…) De overheid kan hieraan bijdragen door een goede terugkoppeling te organiseren tussen de ontwikkelaars van AI, de gebruikers en burgers die er de effecten van ondervinden.” Het wil dat de overheid een kader maakt zodat er grenzen zijn aan hoe AI zich gaat ontwikkelen. Een soort grenzen om te zorgen dat AI niet te gevaarlijk wordt.
Tot slot kijkt WRR ook naar de positie die we als Nederland hebben ten opzichte van andere landen. Het denkt dat samenwerking met andere Europese landen essentieel is en dat er een goede infrastructuur moet komen voor kunstmatige intelligentie. Om al die wensen allemaal voor elkaar te krijgen, zou er een AI-coördinatiecentrum moeten komen, geleid door een ministerie.
Dat is waarschijnlijk geen slecht idee, al is het de vraag of de overheid nu tijd heeft om hiermee bezig te zijn: met een demissionair kabinet en een coronacrisis die weer oplaait lijkt de focus op dit moment ergens anders te liggen. Aan de andere kant gaan de ontwikkelingen op het gebied van kunstmatige intelligentie door en is er dus wel degelijk urgentie om dit enigszins aan banden te leggen. Of dat ook echt gaat gebeuren, dat is nu aan de overheid zelf, al kan het bedrijfsleven wel vast beginnen met mensen beter informeren en opleiden om om te gaan met kunstmatige intelligentie.