Robots, auto’s zonder chauffeur, kunstmatige intelligentie: de nabije toekomst gaat meer en meer op een science-fictionfilm lijken. Hoe zien wij die toekomst voor ons? Waar dromen we van, waar zijn we juist bang voor? Intel zocht het uit.
Twintig jaar geleden hadden we ons niet kunnen voorstellen wat we nu allemaal kunnen doen met onze telefoon, en de tijd dat sceptici zich lacherig afvroegen of je er eigenlijk nog wel mee kan béllen ligt inmiddels ook achter ons. Skypen met de andere kant van de wereld, onbeperkt muziek streamen, Star Trek-achtige tablets: niemand kijkt er meer van op. We zijn verwend.
Er staat ons echter nog véél meer te wachten, dankzij de steeds snellere ontwikkeling van de technologie volgens de Wet van Moore (die dit jaar zijn 50e verjaardag viert). Langzaam maar zeker doet de elektrische zelfrijdende auto zijn intrede. Nu is dat nog bijzonder, wordt er hier en daar geroepen dat het levensgevaarlijk is, maar voor we het weten is het de gewoonste zaak van de wereld en hoeven we alleen nog maar in te stappen en achterover te zitten. En een drone die de boodschappen komt bezorgen, nadat de koelkast ze heeft besteld? Over een tijdje weten we niet beter.
Stofzuigerrobots hebben we al, maar we kunnen wachten op de huishoudrobot die ons ál het werk uit handen neemt. Ze koken voor ons, houden de boodschappen bij en tellen onze voedingswaarden. Misschien zelfs wel meer dan dat. Een begripvolle vriend in moeilijke tijden? De perfecte partner, zelfs? Voor kunstmatige intelligentie zijn we nog een beetje huiverig, totdat ook deze technologie zich een plaats in ons leven verwerft.
Een slim horloge dat de huisarts vervangt? Digitale technologie die zorgt dat we gezonder leven en uiteindelijk zelfs revolutionaire behandelingen tegen kanker, AIDS en Alzheimer oplevert: steeds meer mensen zien dat wel gebeuren, en zullen het met open armen ontvangen. Laat die toekomst dus maar komen!