We genieten erg van de mooie foto’s die ruimtetelescoop James Webb maakt: ze worden over het algemeen altijd snel gedeeld en er wordt dan ook aangegeven dat het om een kraamkamer van de sterren gaat, of juist om ontplofte sterren. Interessant, maar er is veel meer uit die foto’s te halen. Wetenschappers hebben nu bijvoorbeeld een van de grootste sterrenstelsels die we ooit hebben gekend ontdekt. Maar, hoe kan dat eigenlijk?
Het gaat om een sterrenstelsel dat een kleine 33 miljard lichtjaar bij onze planeet vandaan is. Het sterrenstelsel is UNCOVER Z-13 gekroond en geldt als het een-na-grootste sterrenstelsel dat we kennen. Het is 2000 lichtjaar breed, versus de 100.000 lichtjaar die ons melkweg is. Ja, dat is kleiner, maar voor de tijd waarin dit alles startte is het gigantisch. Onderzoekers schrijven in The Astrophysical Journal Letters over hun vondst. Het is een van de mooiere ontdekkingen die we door James Webb hebben kunnen doen: het is namelijk precies waarvoor de ruimtetelescoop twee jaar geleden met kerst de lucht in werd geschoten: de verste, eerste, oudste sterrenstelsels op de gevoelige plaat leggen.
James Webb moet uiteindelijk wetenschappers helpen om antwoord te geven op aloude vragen, zoals die ene existentiële kwestie: hoe is aarde ontstaan? En misschien zelfs wel: hoe is het leven op aarde ontstaan? Er zijn veel theorieën over, maar veel hard bewijs is er nog niet. Die verre sterrenstelsels zijn nodig om te ontdekken hoe die zijn gevormd, want dat kan veelzeggend zijn over hoe ons planetensysteem tot stand kwam. James Webb helpt daar tot nu toe goed bij. We kenden eigenlijk maar drie sterrenstelsels die zo ver stonden, maar dankzij Webb zijn er twee bijgekomen.
De reden dat de ruimte eigenlijk één grote schat aan informatie is over hoe het allemaal begon, dat komt omdat licht er zo lang over doet om te reizen. Het licht van de nu geziene sterrenstelsels deed er miljarden jaren over om de telescoop te bereiken. Daardoor kan Webb ze nu zien zoals ze er 330 miljoen jaar na de oerknal uitzagen. En dat is lang geleden: heel lang geleden. 13,4 miljard jaar (!). Nu zijn ze zelfs nog veder, omdat het heelal contant groter en groter wordt, omdat alles in beweging is naar ‘de zijkanten’.
De twee gevonden sterrenstelsels zijn te vinden in Pandora’s Cluster. Een plek waar de zwaartekracht werkt als een soort vergrootglas en het licht extra sterk maken: waardoor wij het weer beter kunnen zien. En het is nu aan wetneschappers om hun vergrootglas op dat vergrootglas in de ruimte te leggen. Wat daar op dit moment gebeurt, daar in Pandora’s Cluster, weten we niet: we weten alleen maar wat er ooit is gebeurd, en het is straks puzzelen om te kijken hoe we dat op onze eigen planeet kunnen toespitsen.
Waarschijnlijk volgen er nog meer van dit soort vondsten van James Webb, maar je kunt je voorstellen dat onderzoekers met deze twee nieuwe sterrenstelsels al heel blij zijn. Het is procentueel gezien in ieder geval een flinke groei in het aantal verre sterrenstelsels dat we kennen. Maar, belangrijker nog: ze brengen ons stukje bij beetje steeds dichterbij het antwoord op die ene belangrijke vraag: hoe is de aarde ontstaan?